Hersenfuncties bestaan bij de gratie van communicerende zenuwcellen. Onophoudelijk bombarderen die cellen elkaar met kleine organische moleculen, de zogenaamde neurotransmitters, en geven elkaar zo informatie door. Dat doen ze met de talloze kleine uitlopers, dunne uitgroeisels uit het cellichaam, die zenuwcellen elkaar toesteken. Daar waar uitlopers van verschillende zenuwcellen contact maken, wisselen die cellen neurotransmitters uit.
De uitlopers worden gebombardeerd met zowel remmende als stimulerende neurotransmitters. Soms is het nettoresultaat nihil: de activiteit van de gebombardeerde cel blijft hetzelfde, omdat remming en stimulatie elkaar in evenwicht houden. De balans kan echter ook doorslaan, zodat de activiteit van de zenuwcel wordt geremd of juist gestimuleerd.
Alcohol – zoals ethanol voor het gemak wordt genoemd – versterkt de effecten van de belangrijkste remmende neurotransmitter die in het brein rondwaart: gamma-aminoboterzuur (GABA). Daarentegen remt alcohol zeer sterk de uitwerking van glutamaat, de voornaamste stimulerende variant.
Alcohol beïnvloedt de effecten van belangrijke neurotranmitters in ons brein. Otto Vorkklik op de afbeelding voor een grotere versie
Gedempte hersenfuncties
De uitwerking van het glaasje drank laat niet lang op zich wachten. De demping van hersenfuncties uit zich in kritiek- en oordeelsstoornissen. Sombere of angstige mensen schatten hun situatie positiever in en voelen zich daardoor minder onprettig.
Opgewekte en vrolijke mensen worden minder kritisch over de kwaliteit van een grap, lachen eerder en komen door de ontremming in een betere stemming. Die demping merk je ook goed aan de hersenfuncties waarbij de deelnemende zenuwcellen onafgebroken bliksemsnelle acties moeten ondernemen. Zo zorgen zenuwcellen voortdurend voor het optimale evenwicht tussen spierspanning en spierlengte tijdens bewegen en praten. Dronkemansgang, -praat en -blik zijn karikaturen van de normale nuchtere bewegingspatronen.
Raak je in coma of krijg je een kater? Omgeving, persoonlijkheid, stemming maar vooral promillage bepalen het antwoord op deze grimmige vraag. Een promillage boven de vijf, als het bloedvolume meer dan 0,5% alcohol bevat, kan fataal zijn als je lijf geen drank gewend is. Bij hogere promillages overvalt altijd een welhaast onbedwingbare slaap de drinker, de dronkemansroes. Remmende neurotransmitters hebben in dat geval tenslotte de overhand gekregen in die hersencellen die gezamenlijk het bewustzijn regelen.
Braakreflex
Een speciaal stukje hersenweefsel – het area postrema – controleert de samenstelling van ons bloed. Hoe het precies werkt, is nog onduidelijk. Als in het bloed grote hoeveelheden stoffen verschijnen die er normaliter niet thuis horen, dan wordt het hersengebiedje actief. Omdat het lijf ervan uitgaat dat alle vreemde stoffen via het maagdarmkanaal binnenkomen, is het niet verwonderlijk dat de area postrema de braakreflex opwekt, compleet met misselijkheid en draaiduizeligheid. Een goed werkend area postrema voorkomt dat je dodelijke hoeveelheden alcohol, of andere giffen, nuttigt.
Braaksel vormt een goed hulpmiddel om de toestand van het maagslijmvlies te beoordelen. In onze maag heerst een zeer etsend zuur milieu dat de maagwand voortdurend bedreigt. Gelukkig heeft de maagwand een aantal verdedigingslinies, waaronder een laagje cellen dat voorkomt dat het zuur de wand binnendringt. Alcohol tast dat laagje cellen aan. Bloedspoortjes in het alcoholische braaksel wijzen op bressen in de maagwand. Het zuur is naar binnen gedrongen en heeft vervolgens bloedvaatjes opengevreten.
Ook de darm lijdt onder drank. De normaliter fraai geplooide binnenkant van de dunne darm krimpt bij langdurig alcoholgebruik. Dat belemmert op den duur sterk de opname van voedingsstoffen. Niet opgenomen glucose, aminozuren, vitaminen, water en elektrolyten verlaten massaal de dunne darm. Dankbare dikkedarmbacteriën zetten dit feestmaal om in knallende winden. De slecht opgenomen voedingsstoffen en het daarbij behorende water veroorzaken diarree.
Actief verzet
Gedurende de roes verzet het brein zich actief tegen de onderdrukking. Het geeft GABA-producerende zenuwcellen een signaal om de productie te verminderen; voor de glutamaatproducenten geldt het omgekeerde. Ondertussen werkt de lever al op volle toeren en verwijdert alcohol uit het bloed.
Het brein lijkt een beetje voorbarig met de ombuigingen. Door de afnemende alcoholhoeveelheid nemen de effecten van GABA immers al af, en nu wordt er ook nog eens minder GABA vrijgemaakt, terwijl juist meer van het stimulerende glutamaat op zenuwcellen belandt. Als de drinker uiteindelijk uit zijn roes ontwaakt, is de activiteit van vele hersenfuncties daardoor juist verhoogd.
Trillende vingers en handen, geïrriteerdheid, onrust, angst, verhoogde gevoeligheid voor licht en geluid, concentratie- en oriëntatiestoornissen: al deze symptomen komen voort uit de hyperactieve zenuwcellen in het brein. De naweeën van het avondje uit zwepen ook de activiteit van de interne organen op. Een hoge(re) bloeddruk, een hoge hartslag, zweten, maar ook een hoog bloedsuikergehalte ontstaan. Echte doorgewinterde drinkebroers zien zelfs beelden en horen geluiden die er helemaal niet zijn, maar die het overactieve brein genereert.
Nadorst
Gedurende de roes doet de uitgedroogde mond zich voelen, na het ontwaken de nadorst. Alcohol onderdrukt de uitscheiding van het hormoon dat de nieren beveelt water voor het lichaam te behouden. De nieren verliezen bijgevolg meer water dan met het drinken wordt ingenomen en uitdroging is het gevolg. De blaas kan minder goed urine ophouden. Om de haverklap snelt de drinker naar het toilet om een plas te doen. Dit is vermoedelijk ook het enige wat de mannelijke urinewegen te doen krijgen. Veel alcohol verhindert dat het betrokken orgaan verder nog iets van betekenis tot stand brengt.
Blijft tenslotte over de hoofdpijn te verklaren die met een goede kater samenhangt. Er zit meer in drank dan alleen water en alcohol. Andere alcoholen en tal van vreemde stoffen die tijdens de bereiding van de drank zijn toegevoegd of erin terechtgekomen, kleuren in hoge mate de kater in, met name de hoofdpijn. Methanol bijvoorbeeld is uiterst giftig voor het netvlies van het oog. Daarnaast kan ook het ethanal dat vrijkomt bij de leverafbraak van ethanol bijdragen aan de katerklachten. Katers zijn oervervelend. In afnemende mate kun je ze verwachten bij: cognac, rode wijn, rum, whisky, witte wijn en gin. Ronduit onschuldige na-effecten (een beetje moeheid en nadorst) leveren wodka en pure ethanol opgelost in water.
Uisgebeatha, later verbastert tot whisky, is de Keltische aanduiding voor ‘levenswater’. L’eau de vie (Frankrijk), acquavite (Italië), akvavit (Denemarken) en pikketanus (Amsterdam) duiden hetzelfde, alcoholrijke vocht aan. Het voorgaande moge evenwel aantonen dat levenswater en levensverrichtingen op gespannen voet staan. Drank is linke soep.