Je leest:

Leuk én veilig aan de rivier wonen

Leuk én veilig aan de rivier wonen

Auteur: | 7 september 2010

Ook al houdt hij het water goed tegen, niemand wil een hoge dijk pal voor z’n huis. Het is dan ook lastig om stedelijke bebouwing langs rivieren te combineren met goede waterwerken. Promovenda Bianca Stalenberg laat echter zien dat het wel kan.

Eind augustus was het weer zo ver: een paar flinke stortbuien zorgden voor ondergelopen kelders en water in de straten. In juli gebeurde dit ook al een aantal keren. Toeval? Misschien, maar het heeft waarschijnlijk te maken met de stedelijke bebouwing. We dempen kanalen om er autowegen of treinsporen van te maken en veranderen groene gebieden in woonwijken. Het water heeft steeds meer moeite om weg te komen.

De brandweer had het erg druk in Enchede.
Flickr: Ruud Greven

Daarnaast zal de kans op overstromingen waarschijnlijk toenemen door de klimaatsverandering. Temperatuurstijgingen veranderen de hoeveelheid neerslag en verdamping, en de zeespiegel zal stijgen. Willen we droog blijven, dan moeten we dus wat ondernemen.

Het probleem is echter dat het verbeteren of aanleggen van waterwerken vaak lastig gaat in bebouwde gebieden. We willen er ook een beetje leuk wonen en daar is ruimte voor nodig. Bovendien zit niemand te wachten op een lelijke dam voor zo’n huis. Onderzoekster Bianca Stalenberg van de TU Delft heeft precies dit probleem onderzocht: “Ik vroeg me in mijn onderzoek af of het mogelijk is om de functie van waterkering en stedelijke functies slim te combineren”, aldus Stalenberg.

Linksom of rechtsom

Stalenberg begon met het in kaart brengen van de huidige situatie. Ze analyseerde de steden rond de Rijn, waarbij ze keek naar de eisen van de verschillende belanghebbenden. De bewoners willen bijvoorbeeld een mooi uitzicht, de gemeente wil graag zoveel mogelijk huizen kwijt en waterbeheerders willen een stevige dijk. Door het onderzoeken van deze eisen, werd duidelijk waar een oplossing allemaal aan moest voldoen.

Uit de analyse volgde dat er twee mogelijkheden waren. Enerzijds is er een ‘fysieke manier’. Dan moet je denken aan gebouwen die fysiek gezien zowel stedelijke als waterkerende functies vervullen (bijvoorbeeld een parkeergarage die ook het water tegenhoudt). De andere manier is om het ontwerpproces te beïnvloeden. De bedoeling is dan dat men tijdens het ontwerpen van het rivierfront meer rekening gaat houden met de twee functies van het gebied.

Multifunctionele gebouwen.

Eigenlijk is het eerste idee van Stalenberg heel logisch. Het rivierfront moet goed bewoonbaar zijn, maar ook tegen water beschermen: nou, dan maak je constructies die dat tegelijkertijd kunnen doen. Een eenvoudig voorbeeld is een dijk die als weg gebruikt wordt, maar er zijn meer voorbeelden. Er is echter nog niet eerder op een wetenschappelijke manier naar multifunctionele waterkeringen gekeken. Stalenberg: “Ik denk dat het goed is dat dit is gebeurd, om op deze wijze argwaan bij partijen weg te nemen voor het op grotere schaal toepassen van multifunctionele waterkeringen”.

In Zwijndrecht is de Westkeetshaven verbouwd, waarbij de kade zo’n 13 meter breder is geworden. Eronder ligt een parkeergarage waar de bewoners hun auto kwijt kunnen. Een echte multifunctionele waterbeschermer dus.
Stalenberg – 2010

Stalenberg noemt haar idee het ‘AFD’-concept, dat staat voor Adaptable Flood Defences. Adaptable betekent ‘aanpasbaar’ en daar bedoelt ze mee dat de bouwwerken in de toekomst aangepast moeten kunnen worden. Dat is misschien niet nieuw in de bouwwereld, maar wel bij waterwerken: “In de praktijk worden op kleine schaal multifunctionele waterkeringen al toegepast, maar geen aanpasbare waterkeringen”, zegt Stalenberg. Zij ziet het echter als een belangrijk concept, omdat een waterkering over het algemeen een lang leven heeft. In dat leven kan er heel wat gebeuren op het gebied van bebouwing, klimaat en regelgeving. Het zou zonde zijn als er dan een compleet nieuwe waterkering moest komen; aanpassen is eenvoudiger.

Wonen in een kantoor

Aanpasbaar bouwen is een nieuwe trend in de bouwwereld. Neem bijvoorbeeld kantoorgebouwen. Door deze net iets anders vorm te geven, kunnen mensen er in de toekomst makkelijker in wonen. Er zijn inmiddels al een aantal van deze projecten afgerond.

Stedelijke bebouwing gaat immers normaalgesproken 20 tot 30 jaar mee; daarna voldoet het meestal niet meer aan de eisen van de bewoners (vroeger wilden we bijvoorbeeld graag gescheiden kamers, maar tegenwoordig is een open keuken een must). Een waterkering kan echter zo’n 100 blijven staan. Dat betekent dat het in die tijd wel aangepast moet kunnen worden, wil het een multifunctioneel bouwwerk blijven.

Een handje helpen

Multifunctionele gebouwen kunnen dus de knelpunten verhelpen tussen stedelijke ontwikkeling en hoogwaterbestrijding. Maar er is nog een manier. Stalenberg: “Het doel is vooral dat ze samen tevreden zijn met de uitkomst, dus dat het ontwerp voldoet aan de gewenste stedelijke kwaliteit en het gewenste beschermingsniveau tegen overstromingen. Dit doel kan ook bereikt worden door de betrokken partijen in het ontwerpproces te laten samenwerken en te ondersteunen”.

Stalenberg heeft daarom gekeken naar een ’beslissingsondersteunend systeem’ (Decision Support System – DSS_). Dat is een computerprogramma dat kan helpen bij het nemen van beslissingen. Vooral bij ingewikkelde situaties kan zo’n systeem erg nuttig zijn, omdat mensen het overzicht anders snel kwijt kunnen raken. Stalenberg ontwierp een eigen DSS, genaamd "_Urban Flood Protection Matrix":http://www.urbanriverfronts.com/ (UFPM). Er bestaan al wel DSSs op het gebied van watermanagement, maar die richten zich vooral op de veiligheid en kijken niet naar de ‘stedelijke kwaliteit’ (hoe prettig is het wonen?). Dat doet die van Stalenberg wel.

De UFPM-tool van Stalenberg bevat een database met ‘voorbeeld-rivierfronten’: mogelijke invullingen voor een gebied grenzend aan een rivier. Daarnaast is er een database met waterkerende elementen, zoals dijken, kades en dammen. In combinatie met de rivierfronten, kunnen stedelijk ontwerpers en waterbeheerders samen het riviergebied invullen.

Dit is een screenshot van het beslissingondersteunend systeem van Stalenberg. Het laat zien uit welke type rivierfronten je kunt kiezen. Als je op een bepaald type klikt, krijg je meer informatie en foto’s te zien. Voor het gemak zijn een aantal foto’s hier vast bij geplakt.
Stalenberg – 2010

Met behulp van verschillende matrices (tabellen) kunnen de bouwers kijken of hun idee uitvoerbaar is. Op basis van de eisen van landschapsarchitecten en de waterbeheerders krijgen alle combinaties ‘rivierfront – waterkering’ een score. Die laat zien hoe goed het idee aansluit bij hun wensen.

In de meest linkse kolom zie je de verschillende rivierfronten die mogelijk zijn. Je kunt die combineren met verschillende waterkeringen, die zie je in de bovenste rij. De vakjes in het midden laten de score van elke combinatie ‘rivierfront – waterkering’ zien. De score vanuit het oogpunt van een landschaparchitect staat in het rood, die van de waterbeheerder in het blauw. Met de matrix kun je opzoeken hoe goed een bepaalde combinatie aan de verschillende eisen voldoet. De score in het paarse vierkantje geeft bijvoorbeeld aan dat stedenbouwkundigen erg tevreden zijn met moderne bebouwing op een kade (‘excellent score’), maar dat waterbeheerders hier bezwaren tegen hebben (‘insufficient score’)
Stalenberg – 2010

Uitproberen

Om te bepalen hoe goed de oplossingen werken, heeft Stalenberg naar drie praktijkvoorbeelden gekeken, één in Nederland en twee in het buitenland. Dat zijn echter ‘theoretische testen’: er is niet echt gebouwd, maar de huidige situatie is op papier nauwkeurig vergeleken met de toekomstige situatie (als de AFD-bouwwerken er zouden staan). Uit zo’n analyse bleek dat het AFD-concept in Nijmegen bijvoorbeeld een goede oplossing zou zijn. De multifunctionele waterkeringen bieden een betere bescherming tegen de Rijn, maar verbeteren tegelijkertijd de leefomgeving.

Een ander voorbeeld is de superdijk in de Japanse hoofdstad Tokyo. Dit is wel een ‘echt’ AFD-bouwwerk; een enorm brede wal die ook een stedelijke functie heeft. De superdijk laat zien dat Stalenbergs AFD-concept een goede oplossing kan zijn voor rivierfronten. Door de grootte van de dijk (10 meter hoog en 300 meter breed) is hij veel stabieler en veiliger dan een normale dijk. Toch gaat het niet ten koste van de leefomgeving. Sterker nog, omdat hij ruimte biedt aan mooie en praktische bebouwing en een park, verbetert de dijk juist de leefkwaliteit.

De superdijk in Tokyo is heel breed en heeft een kleine hellingsgraad (loopt niet erg schuin): aan de binnenzijde van de dijk is er ruimte voor moderne bebouwing en een park.
Stalenberg – 2010 / Flickr: pictureTYO

De UFPM-tool heeft Stalenberg onder andere geëvalueerd met een testpanel, bestaande uit waterbeheerders en stedenbouwkundigen. “Zij hebben de website individueel getest en na afloop een vragenlijst ingevuld. Die heb ik met de testpersonen besproken”, vertelt Stalenberg. De reacties waren positief. De website biedt inspiratie tijdens het ontwerpproces en zorgt voor inzicht in elkaars vakgebied, waardoor de eindresultaten dan ook meer naar ieders tevredenheid zijn.

Bianca Stalenberg promoveert 8 september 2010 aan de TU Delft (12:00 uur, Aula) met het proefschrift ‘Design of floodproof urban riverfronts’. De thesis is te downloaden van de TU Delft Repository.

Lees meer over wonen en waterkeringen op Kennislink:

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/stedelijke-ruimte/architectuur/dijk/waterkering/stormvloedkering/index.atom?m=of", “max”=>"10", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 07 september 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.