“Gedurende de jaren tachtig was er een forse stijging van het aantal patiënten met een infectie van het oog met het ziekmakende micro-organisme Acanthamoeba”, aldus aankomend oogarts drs. F. van Klink. “Dit heeft te maken met de opmars van de zachte contactlens en doordat lenzenvloeistof toen vaak gemaakt werd door zouttabletten op te lossen in kraanwater. In het merendeel van de gevallen draagt de geïnfecteerde patiënt namelijk zachte contactlenzen”.
“De schuld van de infectie ligt echter niet bij de zachte contactlenzen. Op zich is hier niks mis mee. Zoals de naam van de aandoening, ‘Acanthamoeba keratitis’ al aangeeft, is het de amoebe die de hoornvliesontsteking veroorzaakt. Door hoofdzakelijk slechte of onvoldoende contactlenshygiëne kan de Acanthamoebe in combinatie met een lichte hoornvliesbeschadiging de ontsteking veroorzaken”.
Welke rol spelen de contactlenzen dan wel? Van Klink: “Infectie van het hoornvlies met de Acanthamoeben treedt alleen op als de amoebe lang genoeg en in voldoende aantallen op dat hoornvlies aanwezig is. Deze amoebe komt op vele plaatsen in de natuur voor zoals in oppervlakte water, speeksel en in mindere mate ook in kraanwater. Het is dus niet uitzonderlijk dat een amoebe in het oog kan komen. Normaliter is dit geen probleem. Gewoonlijk vindt hechting van de amoebe aan het hoornvlies niet plaats. Door regelmatig met de ogen te knipperen wordt het oog als het ware met traanvocht schoongeveegd waardoor de amoebe het hoornvlies niet kan infecteren. Contactlenzen kunnen echter de schoonmaakfunctie van het knipperen en traanvocht hinderen. Amoeben onder de contactlens blijven daardoor langer op het hoornvlies aanwezig. Ook een nacht slapen met contactlenzen in verhoogt het risico aanzienlijk.”
Verwaarlozing
Dat infectie voornamelijk bij dragers van zachte lenzen optreedt, komt doordat deze groter zijn waardoor de amoeben nog moeilijker kunnen worden afgevoerd. Tevens vergroot ook het absorberende materiaal waar zachte lenzen van gemaakt zijn de kans op een infectie. Van Klink: “Aan dit materiaal kunnen eiwitten zich makkelijker binden waaraan vervolgens micro-organismen zoals Acanthamoeben weer goed hechten. Ook kan het relatieve zuurstoftekort (hypoxie) van het hoornvlies onder de zachte contactlens de weerstand van het hoornvlies doen afnemen. Dit alles geldt ook voor de huidige zogenaamde wegwerplenzen (daglenzen, maandlenzen). Met de opkomst van dit soort systemen kan bij verwaarlozing van het onderhoud, of onjuist gebruik zoals te lang doordragen, de kans op het krijgen van Acanthamoeben keratitis toenemen. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan zachte contactlenzen die veel meer zuurstof kunnen doorlaten en minder eiwitten binden waardoor bovengenoemde problemen veel minder een rol spelen.”
“Naast het soort lenzen speelt ook het lenzenbewaardoosje een belangrijke rol bij de kans op een infectie”, aldus Van Klink. “Hierin vindt vaak vermenigvuldiging van de Acanthamoeben plaats doordat de amoeben leven van bacteriën die zich in het doosje bevinden wanneer dit niet goed is schoongemaakt.” Als de Acanthamoebe gewoon in de natuur voorkomt, en zachte lenzen veel gedragen worden, waarom treedt Acanthamoeben keratitis dan toch maar sporadisch op? Van Klink: "De aanwezigheid van amoeben op het oog gedurende een langere tijd leidt in de meeste gevallen nog niet tot infectie van het hoornvlies. Uit proefdieronderzoek is gebleken dat wanneer er echter ook nog sprake is van een kleine beschadiging van het hoornvlies, de kans op infectie veel groter wordt. Dat kan een heel onschuldige beschadiging zijn zoals een vliegje in het oog, een krasje ontstaan bij het inbrengen van een contactlens of zuurstoftekort van het hoornvlies door te lang inhouden van de lenzen.
Water en zeep
Contactlenzendragers kunnen op eenvoudige wijze de kans op Acanthamoeben keratitis zelf tot een minimum beperken. Door goede contactlenshygiëne volgens de gebruiksvoorschriften van de fabrikant en gebruik te maken van moderne lensvloeistoffen die amoeben doden of groei hiervan voorkomen b.v. zogeheten ‘multipurpose’ lenzenvloeistoffen. Het voordeel van deze middelen is dat ze zowel voor het schoonmaken, als het bewaren, als het inbrengen kunnen worden gebruikt. Zo voorkom je dat bepaalde stappen in het onderhoud worden overgeslagen en dat de lens na het schoonmaken alsnog besmet raakt met de inbrengvloeistof. Het goed schoonhouden van het lenzenbewaardoosje (met warm water en zeep en droog wegzetten) en het tijdig vervangen werkt ook preventief."
De diagnose van een Acanthamoeben infectie is lastig omdat de symptomen lijken op die van veel vaker voorkomende infecties met het koortslipvirus ( herpes simplex) en infecties met zogeheten adenovirussen. Een afwijkend symptoom is hevige pijn. Van Klink: “De Acanthamoeba kan ook de gevoelszenuwen van het hoornvlies infecteren wat erg pijnlijk kan zijn. Dat neemt soms zulke extreme vormen aan dat er morfine aan te pas moet komen om de pijn weg te nemen. Meestal zijn normale pijnstillers echter al voldoende.”
In Engeland is vastgesteld dat de kans op Acanthamoeben keratitis voor contactlensdragers 1:25.000 is, ten opzichte van 1:10.000.000 voor de rest van de bevolking. De kans op een hoornvliesontsteking bij contactlensdragers in Nederland veroorzaakt door Acanthamoeben ligt beduidend lager en wordt geschat op minder dan 20 gevallen per jaar. Nederland telt 1.2 miljoen contactlensdragers. Meer dan de helft draagt zachte lenzen, maar dat aandeel stijgt. Dit verschil komt waarschijnlijk doordat in Engeland relatief meer zachte lenzen worden gedragen en het, ten opzichte van Nederland, oude waterleidingnet wat vermoedelijk meer Acanthamoeben-parasieten bevat. Engels onderzoek heeft aangetoond dat in ongeveer 90% van de gevallen, Acanthamoeben keratitis voorkomen kan worden door goede contactlenshygiëne.
“Acanthamoeben keratitis is een hardnekkige ontsteking”, Vervolgt Van Klink. “De behandeling bestaat uit het maandenlang druppelen van anti-microbieële en ontstekingsremmende middelen. En dat in het begin ieder half of heel uur.”
Blindheid
“Wanneer de behandeling te laat wordt ingezet of wanneer het niet het gewenste effect heeft, kan het gezichtsvermogen afnemen en zelfs blindheid optreden. Een hoornvliestransplantatie kan uitkomst bieden, maar het gevaar bestaat wel dat de Acanthamoebe nog in het achtergebleven gedeelte van het hoornvlies van de ontvanger aanwezig is en de problemen van voren af aan beginnen. Ook het feit dat de amoebe een zeer resistent cystestadium kent, draagt bij aan de problematische behandeling. De cysten zitten diep in het hoornvlies en zijn veel lastiger te vernietigen.”
Om na te gaan welke factoren een rol spelen bij het ontstaan van de hoornvliesontsteking heeft Van Klink in de Verenigde Staten een proefdiermodel ontwikkelt. “Het ziektebeeld van Acanthamoeben keratitis bij de Chinese hamster komt overeen met dat bij de mens”, aldus Van Klink. “Met dit model hebben we vastgesteld dat bepaalde afweercellen, de zogeheten macrofagen, belangrijk zijn bij de bescherming tegen de Acanthamoeben infectie. Bij hamsters waar we de macrofagen hebben vernietigd, was het gevolg van de infectie desastreus. In sommige gevallen trad zelfs perforatie van het hoornvlies op. Vermoedelijk beschermen de macrofagen tegen de infectie door in een vroeg stadium de amoeben op te eten.”
Vaccin
Uit de experimenten die Van Klink in het kader van zijn promotie-onderzoek verrichtte, is gebleken dat een eerste infectie geen bescherming geeft tegen een volgende. “Er treedt geen voldoende sterke natuurlijke afweer op. We hebben echter ontdekt dat kunstmatige immunisatie via de slijmvliezen, bijvoorbeeld met oogdruppels of een drankje, met Acanthamoeben-antigenen bij de hamster wel voldoende beschermt tegen infectie. De antilichamen (secretoir IgA) die afweercellen in het slijmvlies tegen de Acanthamoeben ontwikkelen, voorkomen dat de amoebe kan hechten aan het hoornvlies. Dit biedt mogelijkheden om een vaccin voor mensen te ontwikkelen.”
Van Klink: "Vaccinatie lijkt alleen nodig voor bepaalde risicogroepen zoals bijvoorbeeld contactlensdragers die nog geen anti-Acanthamoeben IgA in hun tranen hebben. De bebrilde Van Klink draagt zelf nooit contactlenzen. “Ik knijp mijn ogen dicht als er ook maar iets in de buurt van mijn oog komt, waardoor het bij mijzelf inbrengen van lenzen zo’n komische voorstelling werd dat ik het voorlopig maar heb opgegeven. Daar komt bij dat de eerste patiënt waarbij Acanthamoeben keratitis in Nederland werd vastgesteld, een windsurfer met zachte contactlenzen was. Zelf ben ik ook een vervent windsurfer. Natuurwater is uiteraard een risicofactor. Nu weet ik wel dat met goede hygiëne het dragen van contactlenzen geen probleem is, maar ik moet er niet aan denken dat ik een Acanthamoeben infectie oploop. Dan zou ik mijn collegae niet meer onder ogen kunnen komen”, aldus een glimlachende Van Klink.