Ze bestaan, maar leiden een obscuur leven. En de meeste mensen komen ze dan ook nooit tegen. Twee wortels, vergroeid als een Siamese tweeling, kronkelend om elkaar heen. Een aardbei die eruitziet als een gebalde vuist met uitstekende wijsvinger. Een haast vormeloze vergroeiing bruine bollen blijkt een aardappel te zijn. Die groene boemerang is eigenlijk een ontzettend kromme komkommer. En op een appel zit na een paar dagen een bruine korst.
Is dit horrorvoedsel dat niet door de beugel kan? Jaarlijks gooit Nederland drie miljoen ton voedsel weg, waarvan een deel op voorhand afgekeurde, schijnbaar lelijke groente is. Ook groente en fruit dat al in het schap ligt wordt weggegooid wanneer er een vlekje teveel op zit. Zonde, zegt Katja Gruijters, voedselontwerper in Amsterdam.
Ze is daarom het project ‘Mooi van nature’ begonnen. Het doel: consumenten en bedrijven ervan overtuigen dat voedselverspilling op basis van uiterlijk niet nodig is. Onderzoekers van de Universiteit Wageningen (WUR) hielpen mee en onderzochten hoe je verspilling kunt tegengaan.
Volgens Gruijters zijn we als consument er onnodig gewend aan geraakt dat voedsel er zo perfect moet uitzien. “Vroeger aten mensen opmerkelijk gevormde groente net zo graag als gewone groente.” Ze lacht: “Niet dat ik vind dat vroeger alles beter was, hoor. Wat ik wil zeggen is dat we ondanks alle goede technologische vooruitgang om groente en fruit vers en enigszins mooi te houden -zoals koelkasten- het schoonheidsideaal ervan een beetje doorgeslagen is. Zover zelfs dat we het allemaal maar weggooien.”
In de eerste plaats is ‘Mooi van nature’ daarom een project dat draait om bewustwording. “Ik reis graag door het land om mensen te laten realiseren dat voedselverspilling niet nodig is”, zegt Gruijters. Tijdens de Oktober Kennismaand houdt ze daarom lezingen bij diverse bibliotheken in het land.

Maar Gruijters is een ontwerper en haar ambitie is om met een mobiele proeverij rond te toeren, dat volledig ‘weggooi-vrij’ voedsel opdient. Verder heeft ze opmerkelijke diners ontwikkeld voor de overheid en diverse bedrijven uit de voedselsector. Zo’n diner straalt ook een weggooi-vrij karakter uit: zalm wordt op zijn eigen huid opgediend, en wie een hapje octopus wil vist dat uit een badje van octopusinkt.
Toine Timmermans, duurzaamheidswetenschapper aan de WUR, onderzocht met enkele collega’s in hoeverre het mogelijk is om Gruijters’ ideaal voor het tegengaan van voedselverspilling op grote schaal te realiseren. En met grote schaal bedoelt hij supermarkten en restaurants, het liefst in heel Nederland.
Kan dat? “Het ziet er veelbelovend uit”, vertelt Timmermans. “De truc is om het imago van vers fruit dat bij bepaalde voedselmerken hoort, te behouden, maar tegelijkertijd vreemd gevormd voedsel niet weg te gooien.” Neem bijvoorbeeld bananen -denk zelf maar aan een bekend merk- in de supermarkt. Als er teveel zwarte vlekken op ontstaan, moeten ze het schap uit want dan passen ze niet meer bij het perfect verse imago van dat merk.
Timmermans denkt dat het mogelijk is om deze reststroom aan bananen een tweede leven te geven voordat de houdbaarheidsdatum is verstreken. Dat kan bij restaurants of andere voedselcentra. “Wie voedsel uit dit tweede leven verkoopt, straalt dan een duurzaam imago uit. Zo is iedereen tevreden.” Momenteel voert Timmermans een proef uit in samenwerking met het Leger des Heils om tweede voedselstromen nieuw leven in te blazen. Timmermans zegt dat er onder voedselbedrijven veel animo is voor zijn ideeën. Het is ècht wat anders dan het zoveelste dit-is-duurzaam-keurmerk-stickertje, beaamt Timmermans.