Je leest:

Landbouw bakermat van ongelijkheid

Landbouw bakermat van ongelijkheid

Auteur: | 29 mei 2012

In sommige families zit veel geld, in andere veel minder. Het ontstaan van ongelijkheid tussen groepen mensen is een langdurig proces geweest. Volgens een groep Britse archeologen liggen de kiemen hiervan in de tijd dat onze voorouders voor het eerst aan landbouw gingen doen. Toen ontstond het idee van ‘erfelijke rijkdom’.

De ontwikkeling van de landbouw in Europa bracht onze prehistorische voorouders een hoop goeds. Veel bewoners van Europa verruilden hun onzekere bestaan als rondtrekkende jager-verzamelaar voor een leven als landbouwer. Ze begonnen zich voor het eerst op vaste plaatsen te vestigen waarna ze zich in relatief rap tempo verder konden ontwikkelen. De landbouw-revolutie was cruciaal voor het ontstaan van de eerste oude beschavingen.

Typische neolitische spade, gebruikt door vroege Europese boeren om land om te ploegen.

Deze ontwikkeling had echter een onoverkomelijk neveneffect. De eerste boeren hadden snel door dat niet elke grond even geschikt was om gewassen op te verbouwen. Met name de lössgronden in Centraal-Europa waren erg in trek. Er gold letterlijk: wie het eerst komt, die het eerst maalt. Kennis van landbouw leidde dan ook vrijwel direct tot groeiende ongelijkheid tussen groepen.

Britse archeologen onder leiding van professor Alex Bently van de Universiteit van Bristol onderzochten meer dan driehonderd menselijke skeletten stammend uit het vroege Europese Neolithicum. Dat tijdperk begon zo’n 7000 jaar geleden met de geleidelijke introductie van de landbouw op het Europese continent.

Uit het onderzoek bleek dat sommige van deze vroege Europese boeren gebruik konden maken van aanzienlijk vruchtbaarder grond dan andere. Of de boeren al dan niet samen met hun landbouw-werktuigen begraven werden bleek hiervoor kenmerkend. Deze week publiceren de archeologen over hun onderzoek in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

Uit analyse van strontium-isotopen, een chemische stof die iets kan vertellen over hoever van zijn geboorteplaats een boer was gestorven, bleek dat de skeletten waarbij landbouw-werktuigen werden aangetroffen veel minder ver van hun geboorteplaats stierven dan skeletten die zonder deze grafgiften begraven werden. Ze woonden waarschijnlijk in de buurt van productieve en vruchtbare landbouwgrond. Dit gaf deze mannen rijkdom en status.

Kennis van de landbouw (Neolitische revolutie) verspreidde zich vanuit het Midden-Oosten over Europa.
wikimedia commons

Vrouwen bleken veel verder van hun geboorteplaats te worden begraven. Samen met eerdere archeologische aanwijzingen wijst dit volgens de archeologen in PNAS op een systeem waarbij de beste landbouwgrond al aan het begin van de landbouwrevolutie van vader op zoon overerfbaar was. Mannen bleven op het land wonen waar ze geboren waren. Vrouwen kwamen vaak uit andere gebieden en gingen op het land van de man wonen wanneer ze met hem trouwde.

Dit primitieve systeem waarbij de toegang tot goede landbouwgrond al vroeg in landbouwperiode ongelijk verdeeld was legde de kiemen voor veel verder gaande ongelijkheid in de latere prehistorie. Sommige groepen waren in staat enorme praalgraven neer te zetten voor hun overleden leiders, terwijl andere stamoudsten genoegen moesten nemen met een eenvoudig gat in de grond.

Bron:

‘Community differentiation and kinship among Europe’s first farmers’ by R. Alexander Bentley et. al. in PNAS, editie 28 mei 2012

Meer over landbouw in de oudheid op Wetenschap24:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 mei 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.