Je leest:

Kwart soorten zal verdwijnen door snelle opwarming

Kwart soorten zal verdwijnen door snelle opwarming

Auteur: | 16 januari 2004

Modelberekeningen voorspellen dat een kwart van alle plant- en diersoorten op het land de komende vijftig jaar zal uitsterven.

De snelle klimaatverandering wordt de belangrijkste oorzaak van uitsterven, belangrijker nog dan habitatvernietiging. Bij een matige opwarming (0,8 tot 1,7 graden) van de aarde, zal in 2050 18 procent van de terrestrische planten en dieren uitgestorven zijn. Bij een stijging van twee graden Celsius zal 37 procent het loodje leggen. In een middelste scenario sterft 24 procent van de landsoorten.

Niet alleen de temperatuurverhoging zelf, maar ook de gevolgen (meer droogte of neerslag) bedreigen de biodiversiteit. Barrières als meren, oceanen, bergen, wegen en steden maken dat geplaagde soorten niet zomaar koude gebieden kunnen koloniseren ( Nature, 8 januari). De gouden pad, eind jaren tachtig in Costa Rica voor het laatst gezien, is waarschijnlijk al verdwenen door de opwarming.

Een internationale groep ecologen bestudeerde zes regio’s in Australië, Azië, Europa, Zuid- Afrika en Zuid- en Midden Amerika. De ecologen keken naar de verspreiding van 1103 plant- en diersoorten. Dat stopten ze in een model dat voorspelt hoe soorten zich verspreiden bij klimaatsverandering.

De percentages zijn alarmerend hoog. Dr. Michel Bakkenes van het RIVM, één van de auteurs, legt uit dat deze voorspellingen behoorlijk betrouwbaar zijn. ‘De onzekerheidsmarges verschillen van soort tot soort, maar het komt neer op plus of min 5 tot 10 procent.’

Nederland krijgt te maken met nattere winters, warmere lentes en drogere zomers. Het zal daarom moeilijk worden voor soorten in natte gebieden, zoals de heidekikker, en voor trekvogels. Omdat hier de lente eerder begint, komt de bonte vliegenvanger te laat. Hij arriveert als de meeste rupsen, voedsel voor de jonge vogels, al verpopt zijn. Ook kuifmees, heggenmus, kleine waterhoen en spotvogel staan op de tocht.

Ook komen er soorten bij, vanuit het zuiden. In Brabant is vorig jaar bijvoorbeeld de tijgerspin aangetroffen. Verwacht wordt dat de Europese soorten zullen opschuiven naar het Noordoosten. In Nederland zou de biodiversiteit zelfs kunnen toenemen. De droge, mediterrane landen zullen het meest last hebben van de temperatuurstijging.

Hoofdauteur Chris Thomas benadrukt dat de uitstoot van broeikasgassen nu snel aan banden moet worden gelegd. RIVM-onderzoeker Bakkenes wijst op het belang van corridors, zoals de Ecologische Hoofdstructuur, zodat soorten zich kunnen verspreiden. Ook moet daarom in Afrika de houtkap (habitatverlies) worden beperkt.

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 16 januari 2004
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.