Eminegül Karababa (Universiteit van Exeter, Engeland) en Güliz Ger (Bilkent Universiteit, Turkije) doken in de geschiedenis van koffiehuizen van het vroege Ottomaanse Rijk. Zij kwamen er achter dat koffiehuizen meer boden dan enkel een kopje koffie. Het was een plek van gokken, drugsgebruik, en kritische gesprekken over religie en de staat.

Ottomaanse koffiehuizen
Deze koffiehuizen waren erg controversieel. In de Ottomaanse koffiehuizen vermaakte men zich namelijk met gokken, het gebruiken van drugs, en ontucht met knappe jongens. Voor de klandizie was entertainment beschikbaar in de vorm van poppenkast, verhalenvertellers, en muziek- en dansoptredens.
De heersende religieuze moraal (orthodoxe islam) beschouwde de activiteiten in de koffiehuizen als verderfelijk, en zondig. Vanuit de Ottomaanse staat werden koffiehuizen daarom verboden en als illegaal bestempeld. Toch floreerden deze koffiehuizen enorm. In de 16e en 17e eeuw kwamen Ottomanen van alle rangen en standen samen om in de koffiehuizen koffie te drinken, elkaar te ontmoeten, en literaire discussies te voeren.
Gesprekken in de koffiehuizen stelden vaak de religieuze en wereldlijke autoriteiten aan de kaak. Vaak leidden deze discussies ook buiten de koffiehuizen tot maatschappelijke beroering. En dat was misschien wel juist waar de Ottomaanse machthebbers zo bang voor waren.
Europese koffiehuizen

Ook in Europa kennen we het fenomeen van koffiehuizen, alhoewel de benaming wat verouderd is. Zij waren vooral in de 19e eeuw erg populair. Ze fungeerde bijna als een soort openbare huiskamer, waar men elkaar overdag onder het genot van een drankje kon treffen. De koffiehuizen hadden echter niet zo’n beste reputatie. Er werd veel gegokt, en de vaak filosofische inslag van de gesprekken trok veel politiek-ontevredenen aan. Hiervan waren de Europese overheden (net als de Ottomaanse) niet erg gecharmeerd.