In tegenstelling tot wat in verschillende media en op internet rondzingt, hebben kraters op de bodem van de Barentszzee niks te maken met het verdwijnen van schepen in de Bermudadriehoek in de Atlantische Oceaan. Maar waar kwam dat verhaal dan vandaan?
Het was een merkwaardig persbericht dat plotseling voorbij kwam: ‘Kraters op de bodem van de Barentszzee hebben niks te maken met verdwijningen in de Bermudadriehoek’. Nee, zou je denken, waarom zouden ze er ook wel iets mee te maken hebben? Wilden de onderzoekers zich misschien gewoon van wat aandacht verzekeren, door de Bermudadriehoek – een deel van de Atlantische Oceaan dat berucht is vanwege de mysterieuze verdwijningen van schepen en zelfs overvliegende vliegtuigen – toch in hun aankondiging te noemen?
Dat bleek niet het geval. Verschillende media waren met het verhaal aan de haal gegaan (zie bijvoorbeeld hier en hier). De onderzoekers restte niks anders dan het recht te zetten – maar de lezer bleef met de vragen zitten. Kennislink ging op zoek naar de antwoorden.
Om wat voor kraters gaat het?
Op de bodem van de Barentszzee bevindt zich een groot aantal enorme kraters, met diameters van honderden meters en dieptes van tientallen meters. De eerste kraters zijn al meer dan twintig jaar geleden ontdekt, sindsdien zijn er steeds meer gevonden. Ze zijn ontstaan door gasexplosies net onder de zeebodem, is het idee, waarbij de kans groot is dat het om methaangas gaat.
Methaangas kan voorkomen in de sedimenten op de oceaanbodem. Het zit dan opgesloten in methaanhydraat – een vorm van waterijs dat methaan bevat. Na ‘de laatste ijstijd’ (het Weichselien), ongeveer 11.700 jaar geleden, ontdooiden de ijslagen in de regio, waardoor de druk op de bodem afnam. Hierdoor zette het gas uit, en veroorzaakte uiteindelijk de explosies en de kraters. Dat is wat de wetenschappers denken.
En wat heeft dat met de Bermudadriehoek te maken?
Nou, niks dus. Behalve dat de onverklaarbare verdwijningen van schepen in de Bermudadriehoek ook weleens aan methaangasuitbarstingen zijn gerelateerd. Als methaan vanuit de zeebodem opstijgt, en gasbelletjes in het water veroorzaakt, neemt de dichtheid en daarmee ook de draagkracht van het water af. Een schip kan daardoor zinken. Omdat methaan lichter is dan de lucht, kan het daarna boven zee verder opstijgen, en vervolgens ook gevaar voor het vliegverkeer opleveren: het bevat weinig zuurstof, en is licht ontvlambaar. Het is één van de theorieën die rondzingen over de plotselinge verdwijningen van schepen en vliegtuigen.
De uitbarstingen in de Barentszzee vonden echter plaats in een volstrekt ander gebied, en bovendien bijna twaalf duizend jaar geleden. “De omstandigheden van toen (vlak na de ijstijd) lijken helemaal niet op die van tegenwoordig”, zegt onderzoekster Karin Andreassen in het persbericht dat de Noren rondstuurden.
Waarom nu opeens die hype, als die kraters in de Barentszzee al twintig jaar bekend zijn?
Over een maand begint het jaarlijkse EGU-congres, het grootste aardwetenschappelijk congres van Europa. Aardwetenschappers uit Noorwegen kondigden vorige week aan dat ze hier nieuwe resultaten van hun onderzoek aan de kraters van de Barentszzee gaan laten zien. Ze hebben nauwkeurige driedimensionale plaatjes geschoten van de kraters, met behulp van seismiek. Dat is een techniek waarbij seismische golven worden opgewekt die zich door de aarde voortplanten, en weer terugkaatsen. Uit de terugkeersnelheid en vervorming van de golven maken de onderzoekers op hoe de ondergrond is opgebouwd.
De resulterende plaatjes laten kraters zien met diameters tot een kilometer, en dieptes tot veertig meter. Ook vonden de onderzoekers breukvlakken en verticale aanvoerkanalen onder de kraters, en aanwijzingen voor gasophopingen onder het gebied. Dat zijn nieuwe aanwijzingen die de theorie van gasexplosies ondersteunen, en verder onderzoek mogelijk maken. Dat is alles.
Maar waar komen al die verdwijningen in de Bermudadriehoek dan vandaan?
Het weer, de drukte, en een dosis fantasie… De meeste Atlantische tropische stromen en orkanen trekken door de Bermudadriehoek heen, en bij storm vergaat een schip eerder dan bij rustig weer. Daarnaast is het druk op dit stukje oceaan, en dat vergroot de kans dat er iets gebeurt – net als op de A10 rond Amsterdam meer verkeersongelukken gebeuren dan op de E6 in het noorden van Noorwegen. Maar misschien nog wel het belangrijkste: Volgens het Amerikaanse onderzoeksinstituut voor National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) is nog nooit aangetoond dat er in de Bermudadriehoek meer schepen verdwijnen dan in andere drukbevaren delen van de oceaan.