Ouderen met korte chromosoomuiteinden hebben tweemaal zoveel kans om binnen een jaar te overlijden als leeftijdgenoten met lange uiteinden. Vooral de kans om dood te gaan aan hartziekten en infectieziekten is fors hoger.
Telomeren worden bij elke celdeling korter, behalve in geslachtscellen. Daar zorgt het enzym telomerase ervoor dat er na iedere deling weer een stukje aangeplakt wordt (zie het filmpje van de universiteit van Stuttgart hieronder). Maar in normale lichaamscellen valt er na iedere deling een stukje van het chromosoom af.
Dat was al bekend, maar het was onduidelijk of dat daadwerkelijk van invloed was op de levensverwachting. Amerikaans onderzoek heeft dit nu bevestigd. (The Lancet, 1 feb.) Wetenschappers van de Universiteit van Utah hebben 143 mensen onderzocht van 60 tot 97 jaar. In de periode 1982-1986 was van al deze mensen bloed afgenomen voor een medisch onderzoek, dit bloed is bevroren en bewaard gebleven. Daardoor kon gekeken worden welke mensen ondertussen waren overleden en waaraan ze warendoodgegaan.De groep van 143 werd in twee helften gedeeld op basis van de telomeerlengte. Van de groep die – gemiddeld – de langste telomeren had, leefde tien jaar na de bloedafname nog 70 procent. De andere helft, de mensen met de gemiddeld wat kortere telomeren, deed het slechter. Daarvan was nog maar 50 procent in leven. Vooral bij mensen tussen de 60 en 74 was het verschil groot.
Onderzoeksleider Richard Cawthon heeft een test ontwikkeld om de lengte van telomeren te bepalen. Daarmee is echter voorlopig nog niemand geholpen, want medicijnen om de telomeren langer te maken zijn er niet.