Je leest:

Komeet verantwoordelijk voor lage temperatuur Jonge Dryas

Komeet verantwoordelijk voor lage temperatuur Jonge Dryas

Auteur: | 10 december 2007

Een komeet die waarschijnlijk boven Noord-Amerika in meerdere stukken uiteenviel is mogelijk de oorzaak van de Jonge Dryas. Deze koude periode vond plaats van 12.800-11.600 jaar geleden.

Kort voor het einde van de laatste ijstijd daalde de temperatuur met enkele graden. Dat duurde van ongeveer 12.800-11.600 jaar geleden, waarna de temperatuur plotseling weer snel opliep. Volgens een onderzoeksteam onder leiding van Richard Firestone was een uiteenspattende komeet boven Noord-Amerika verantwoordelijk voor de 1200 koude jaren van de Jonge Dryas.

De temperatuur op Groenland was tijdens de Jonge Dryas veel lager dan daarvoor en daarna. De gegevens zijn gebaseerd op metingen aan de ijskern GISP2. De methaanschaal voor de blauwe lijn is de Y-as aan de linkerkant, waar ppb deeltjes per miljard betekent. Voor de rode lijn moet de temperatuurschaal van de rechter Y-as gebruikt worden.

Klimaatschommelingen

Het oplopen van de temperatuur na de Jonge Dryas met waarschijnlijk zo’n 6 °C binnen 50 jaar kan worden verklaard door de astronomische factoren zoals de precessie (schommeling van de aardas) en de eccentriciteit (vorm van de aardbaan om de zon). Dit betekende het einde van het IJstijdvak (Pleistoceen) en het begin van de tegenwoordige warmere tijd (Holoceen). Deze astronomische factoren spelen een doorslaggevende rol spelen bij de afwisseling van ijstijden (glacialen) en warmere perioden (interglacialen). Echter, de koude Jonge Dryas is niet op deze manier te verklaren.

Komeet

Een komeet met een omtrek van ongeveer 5 km zou wel eens de verklaring kunnen zijn: deze zou in de dampkring boven Noord-Amerika uiteen zijn gespat met een explosieve kracht vergelijkbaar met miljoenen waterstofbommen. Over het uiteenspatten van het hemellichaam lijkt volgens de onderzoekers geen twijfel te bestaan. Op meer dan 50 plaatsen in Amerika en soms daarbuiten is net onder de donkergekleurde lagen van het begin van de Jonge Dryas materiaal gevonden dat van dit hemellichaam afkomstig moet zijn.

Voorbeelden hiervan zijn het scheikundige element iridium, glasbolletjes, koolstofbolletjes, magnetische korrels en helium. De vondst van extreem kleine diamantjes (nanodiamantjes) is de meest overtuigende aanwijzing dat grote stukken van het uiteengespatte hemellichaam op aarde zijn ingeslagen. Deze zijn ontstaan bij extreem hoge temperatuur en druk.

Aan de basis van afzettingen uit de Jonge Dryas komen veel bolletjes voor die van een geëxplodeerd hemellichaam afkomstig zijn. Bron: SEM-foto Jim Wittke

De donkere kleur van de goed herkenbare laag wordt veroorzaakt door een hoge concentratie houtskool. Die is het gevolg van wereldwijde branden die ontstonden na het neerkomen van de hete fragmenten van het uiteengespatte hemellichaam.

De sedimenten net onder de zwarte band in de sectie bij Murray Springs (Arizona) bevatten veel iridium, bolletjes en helium van andere hemellichamen. Eronder komen menselijke artefacten en resten van megafauna voor, daar boven niet.

De wereldwijde temperatuurdaling aan het begin van de Jonge Dryas was opvallend groot voor Noord-Amerika en Groenland. De gevolgen voor de fauna waren ook het grootst voor Noord-Amerika. Dat wijst op een gebeurtenis die in of nabij Noord-Amerika plaatsvond, maar waarvan de gevolgen ook elders merkbaar waren. Zelfs in het Belgische Lommel is in dekzanden een niveau aangetroffen met dezelfde materialen als in Amerika.

Ook in het Belgische Lommel (nabij de Nederlandse grens) komen in dekzanden aan het begin van de Jonge Dryas sedimenten dezelfde verschijnselen voor als bij Murray Springs. De oranje lijn stelt de hoeveelheid glasbolletjes voor; de groene lijn de hoeveelheid iridium; de paarse de hoeveelheid magnetische korrels en de zwarte de hoeveelheid houtskool.

In Noord-Amerika stierf bij het begin van de Jonge Dryas de megafauna (met o.a. de mastodont, wolharige mammoet, reuzenluiaard en sabeltandtijger) uit. Ook verdween de Noord-Amerikaanse Clovis-cultuur die bestond uit prehistorische jagers.

De Amerikaanse megafauna, waaronder de mastodont, lijkt plotseling uitgestorven bij het begin van de Jonge Dryas Bron: Zina Deretsky, National Science Foundation

Referentie:

Firestone, R.B., West, A., Kennett, J.P., Becker, L., Bunch, T.E., Revay, Z.S., Schultz, P.H., Belgya, T., Kennett, D.J., Erlandson, J.M., Dickenson, O.J., Goodyear, A.C., Harris, R.S., Howard, G.A., Kloosterman, J.B., Lechler, P., Mayewski, P.A., Montgomery, J., Poreda, R., Darrah, T., Que Hee, S.S., Smith, A.R., Stich, A., Topping, W., Wittke, J.H. & Wolbach, W.S., 2007. Evidence for an extraterrestrial impact 12,900 years ago that contributed to the megafaunal extinctions and the Younger Dryas cooling. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States 104, p. 16016-16021.

Illustraties welwillend ter beschikking gesteld door Rick Firestone, Lawrence Berkeley National Laboratory, Berkeley, CA (USA).

Zie ook:

Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews

Dit artikel is een publicatie van NGV Geonieuws.
© NGV Geonieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 10 december 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.