De betreffende mensen uit Tuvalu woonden al enige tijd in Nieuw Zeeland. Een deel van de familie had wel asiel gekregen, enkele andere niet. Bij een asielaanvraag in Australië kregen zij nul op het rekest, omdat klimaatvluchtelingen niet onder het Vluchtelingenverdrag van de VN vallen. In Nieuw-Zeeland werd hun verzoek uiteindelijk wel gehonoreerd. Klimaatverandering was één van de argumenten waarop zij hun aanvraag hadden ingediend, waarmee het novum was geboren.
Tuvalu is onderdeel van een atol in de Stille Oceaan. Veel van de eilanden in dit gebied liggen maar een paar meter of minder boven de zeespiegel. Het is dan ook de verwachting dat deze eilanden als eerste onleefbaar zullen worden wanneer de zeespiegel verder stijgt.

Los van de vraag of Alesano en zijn familie nu echt klimaatvluchtelingen waren, of dat zij slechts handig gebruik hebben gemaakt van een mogelijkheid tot gezinshereniging, zullen deze eerste klimaatvluchtelingen zeker niet de laatste zijn, verwacht onder andere de Environmental Justice Foundation. In hun rapport ‘No Place Like Home. Where next for climate refugees?’, uit 2009, veronderstellen zij dat tussen nu en 2050 150 miljoen mensen ontheemd zullen raken. Het internationale klimaatpanel van de VN, het IPCC komt met vergelijkbare schattingen.
Juridisch kader
Waar het juridisch kader voor Alesano en zijn familie nog wat pragmatisch was, is het duidelijk dat na deze eerste klimaatvluchtelingen hoe dan ook nog velen zullen volgen. De Verenigde Naties zullen daar op de een of andere manier ook consequenties aan moeten verbinden. Nu is een vluchteling, zoals vastgelegd in het Vluchtelingenverdrag van de VN uit 1951, iemand die ‘vanwege een gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging zich buiten het land bevindt waarvan hij de nationaliteit bezit en niet in staat is of, vanwege deze vrees, niet bereid is een beroep te doen op de bescherming van dat land.’
Naast vluchtelingen kent de VN ook ‘ontheemden’, bijvoorbeeld via de Guiding Principles on Internal Displacement. Als het internationaal niet haalbaar zou zijn om het vluchtelingenverdrag aan te passen, bieden die richtlijnen wellicht een handvat om de groeiende groep slachtoffers van overstromingen, orkanen, droogtes en ander extreem weer te hulp te schieten. Want de klimaatmodellen laten in al die gevallen een toename zien.

Niet nieuw
Overigens is de term ‘klimaatvluchteling’ voor organisaties als het internationale Rode Kruis en ook de internationale Rode Halve Maan helemaal niet nieuw. In hun Word Disaster Report uit 2001 schatten zij het aantal mensen dat op de vlucht is voor extreem weer op dat moment al hoger in dan het aantal oorlogsvluchtelingen. In 2007 werd het aantal klimaatvluchtelingen geschat op 25 tot 50 miljoen.