Je leest:

Klieren kijken via de slokdarm

Klieren kijken via de slokdarm

Auteur: | 22 maart 2002

Longkanker is met ongeveer 8700 nieuwe patiënten per jaar de meest voorkomende kwaadaardige ziekte in Nederland. Opereren is alleen zinvol als er geen kankercellen zijn doorgedrongen tot de lymfeklieren rond de longen. Met een nieuwe techniek is dat nu makkelijker te bepalen dan vroeger.

Tevreden kijkt Jouke Annema – die een dezer dagen longarts wordt – terug op de workshop die hij op 5 maart 2002 organiseerde. Samen met hoogleraar Longziekten prof. dr. Klaus Rabe behandelde hij daar een techniek die zij praktisch als enige longartsen in Nederland beheersen. Via een slang in de slokdarm bekijken ze lymfeklieren die tussen de longen in zitten en zuigen daar enkele cellen uit op voor microscopisch onderzoek. Het doel van de workshop was: collega’s overtuigen van de verdiensten van deze voor longziekten nieuwe methode.

Te oordelen naar de reacties achteraf is dat aardig gelukt. “De twintig deelnemers waren laaiend enthousiast,” vertelt Annema daags na de cursus. “Zij herkenden de problemen die we met deze aanpak kunnen oplossen. Het zijn moeilijkheden waar ze elke week wel een keer tegenaan lopen.”

Onbereikbare klieren

Zo zijn er patiënten bij wie longkanker is vastgesteld. Voor de behandeling is het van groot belang te weten of er uitzaaiingen zijn in de lymfeklieren rond de centrale luchtwegen. Als de tumor nog niet is uitgezaaid, biedt een operatie waarbij de tumor wordt weggehaald kans op genezing. Zijn die uitzaaiingen er wel, dan draagt een longoperatie niet meer bij tot een langere overleving. Daarom neemt een chirurg voorafgaande aan een eventuele longoperatie een of meer lymfeklieren weg. Die worden later doormidden gesneden en onderzocht. Annema: “Zo’n kijkoperatie is ingrijpend en bewerkelijk. Bovendien kan de chirurg niet alle lymfeklieren bereiken; de klieren die bijvoorbeeld onder de boog van de lichaamsslagader liggen kan hij niet weghalen. De vraag of die lymfeklieren schoon zijn, is niet te beantwoorden.”

Wat Rabe en Annema nu doen, is: de lymfeklieren via de slokdarm benaderen. “De slokdarm is voor deze klieren een mooie toegangsweg,” zegt Annema. Ze gebruiken een techniek die ontwikkeld is voor maag-, darm- en leverziekten: slokdarmechografie. “Die zou een longarts niet zo gauw overnemen, want met de slokdarm heeft hij niets te maken. Maar dr. Peter Vilmann uit Denemarken (Gentofte Ziekenhuis, Kopenhagen) zag als eerste wel in dat de techniek ook voor longziekten bruikbaar is en hielp daarvoor een speciale variant ontwikkelen. Hij kwam naar onze workshop om over die ontwikkeling te vertellen.”

Snelle uitslag

Het apparaat dat Rabe en Annema gebruiken, bestaat uit een slang met een echokop. Die wordt in de slokdarm gebracht en langzaam rondgedraaid. De lymfeklieren worden op beeldscherm zichtbaar. Het apparaat bevat bovendien een uitschuifbare holle naald, die ook in beeld komt. Zo kunnen de artsen al kijkend een lymfeklier aanprikken en wat cellen opzuigen. “Via de luchtpijp kun je ook een weefselmonster nemen, maar je kunt dan geen echobeeld maken, want lucht en echo gaan niet samen.”

Tijdens de workshop onderzocht Rabe drie patiënten live. Via beeldschermen en een geluidsverbinding konden de cursisten in een ruimte naast de onderzoekkamer zijn werk volgen en vragen stellen. Rabe liet zien dat de techniek niet alleen geschikt is om de lymfeklieren van patiënten met longkanker te onderzoeken. De methode helpt ook patiënten verder van wie de lymfeklieren tussen de longen zijn opgezet zonder dat de artsen weten wat daar de oorzaak van is; dat kunnen bijvoorbeeld ontstekingsziekten zijn als tuberculose of sarcoidose. “Aan het eind van de dag kwam de cytologe die de opgezogen cellen onderzocht, Maud Veseliç, de uitslag brengen. Dat resultaat maakte de deelnemers nog enthousiaster. Want het ging deels om vragen die zonder deze aanpak nauwelijks oplosbaar zouden zijn. Ik vind het zelf ook fascinerend dat we hier soms patiënten krijgen die al overal voor onderzoek geweest zijn zonder succes, en nu binnen een dag de uitslag hebben.”

De techniek is, hoewel vervelend, veel minder belastend dan een kijkoperatie. Voor zo’n operatie moet een patiënt onder narcose en blijft hij een dag of drie in het ziekenhuis. Endoscopisch onderzoek kost maar een halve dag.

Veel aanvragen

Een veelbelovende techniek dus. Annema: “Nu moeten we de techniek, die we al ruim tweehonderd keer hebben toegepast, goed evalueren. Voor mijn promotie ben ik bezig deze methode te vergelijken met de kijkoperatie, in samenwerking met de afdelingen thoraxchirurgie en cytologie. We willen weten: wat zijn de beperkingen; zijn de resultaten betrouwbaar; is de methode veilig; wat vinden patiënten ervan? Mensen die op de lijst staan voor een kijkoperatie vraag ik, of ze van tevoren dit endoscopisch onderzoek willen ondergaan. Ik wil voor honderd patiënten een vergelijking maken.”

De studie is nu half af, en onder voorbehoud kan Annema al vertellen dat vooralsnog deze nieuwe methode betrouwbaarder is dan de kijkoperatie en de voorkeur geniet van de patiënten. Het enige minpunt is, dat de bovenste lymfeklieren niet via de slokdarm bereikbaar zijn. De kans op complicaties als bloedingen en infecties blijkt verwaarloosbaar.

“De vraag is wel hoe het nu verder moet. Rabe, die in Hamburg was opgeleid als longarts en internist, is hier eind ’98 aangesteld, nam de techniek mee en heeft mij ingewerkt. Het aantal aanvragen voor dit onderzoek stijgt sindsdien exponentieel; het zijn er nu meer dan honderd per jaar. Als de techniek zo nuttig is als we denken, zullen we meer mensen de techniek moeten leren gebruiken. We moeten nog zien hoe we dat gaan aanpakken. Het is in ieder geval niet iets dat je in een week leert.”

Dit artikel is een publicatie van Cicero (LUMC).
© Cicero (LUMC), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 22 maart 2002
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.