Kernenergie is terug op de politieke agenda. Eind jaren ’80 leek de energiebron definitief afgeschreven na het ongeluk in een kerncentrale in Tsjernobyl. In 1997 werd de centrale in het Gelderse Dodewaard gesloten en later zou ook Borssele volgen. Maar nu is er een Kamermeerderheid die de Zeeuwse centrale langer wil openhouden.
“We hebben toen gewonnen.” Mirjam de Rijk zegt het nog steeds met veel vuur. In de jaren zeventig en tachtig voerde ze actie tegen kernenergie. Ze ketende zich vast aan de hekken van de kerncentrale in Borssele. “Het idee was dat we ons eigen lichaam in de strijd brachten.” Uiteindelijk hadden de acties en de daarop volgende Brede Maatschappelijk Discussie over kernenergie succes: er kwamen geen nieuwe centrales in Nederland en de bestaande zouden worden gesloten. Nu is De Rijk directeur van de Stichting Natuur en Milieu en ziet ze opnieuw een discussie over kernenergie ontstaan. “Eigenlijk weet ik wel dat het pleit nooit voor eeuwig beslecht is. We hebben het twintig jaar tegen kunnen houden. Toch had ik het niet echt verwacht; de argumenten tegen waren zo duidelijk.”
De kerncentrale in het Zeeuwse Borssele kwam in 1973 in bedrijf. Inmiddels lijkt de levensduur van de centrale verlengd tot 2033: kabinet en exploitanten kwamen dat begin september overeen. Hiermee wordt voorkomen dat de overheid een schadeclaim van 1 miljard euro aan de broek krijgt bij sluiting in 2013, zoals tot nu toe werd voorzien. De energiemaatschappijen Essent en Delta, aandeelhouders in de Zeeuwse kerncentrale, pompen in ruil voor de nieuwe sluitingsdatum 250 miljoen euro in het terugdringen van de uitstoot van het broeikasgas CO2 via het schoner maken van hun kolencentrales.
Ook Wim Turkenburg was tegenstander van kerncentrales. De hoogleraar Natuurwetenschappen en Samenleving uit Utrecht geloofde meer in alternatieve energiebronnen. “Mijn beeld in de jaren zeventig was dat zonne-energie rond het jaar 2000, 2010, rendabel zou zijn. Maar nog steeds is zonne-energie twee keer duurder dan energie uit gas- of kolengestookte centrales.” Turkenburg is nu genuanceerd over kernenergie. “Ik ben tegen de huidige, maar voor nieuwe vormen van kerntechnologie.”
Ongelukken
In de jaren tachtig werd kernenergie uiteindelijk in de ban gedaan na ongelukken in Harrisburg, VS (1979) en Tsjernobyl, Wit-Rusland (1986). Nu zorgt het klimaatprobleem voor een terugkeer van de discussie. Bij verbranding van kolen en gas komen teveel broeikasgassen vrij die zorgen voor een opwarming van het klimaat. Bij kernenergie heb je die uitstoot niet.
Maar kernenergie staat niet voor niets ter discussie. Bij een ongeluk in een kerncentrale kan radioactiviteit vrijkomen, waarbij de omgeving voor jaren besmet raakt. Turkenburg; “Als er bijvoorbeeld bij Borssele iets gebeurt en er waait een westenwind, dan kan de hele regio Rijnmond bij Rotterdam besmet raken en moeten worden ontruimd.” Maar Turkenburg benadrukt dat de kans op een ongeluk bij Borssele buitengewoon klein is.
Afval
Een ander gevaar bij kernenergie komt van buiten: de mogelijkheid dat terroristen aanslagen plegen op kerncentrales. Ook kan nucleair materiaal worden gebruikt voor het maken van kernwapens. En tot slot is de berging van het afval een groot probleem. Afval van kerncentrales blijft enkele honderdduizenden jaren radioactief. Mirjam de Rijk: “Het stond en staat me tegen dat we ongelofelijk veel toekomstige generaties opzadelen met dat radioactief afval. Je weet nooit wat er in de toekomst gebeurt en als je het in de aardkorst stopt, weet je ook niet wat die aardkorst doet.”
Per jaar produceert Nederland zo’n tweehonderd kubieke meter radioactief afval. Dat materiaal is niet alleen afkomstig uit de kerncentrale in Borssele, maar bijvoorbeeld ook uit ziekenhuizen. Dit afval komt in vaten terecht bij COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval), ook in Borssele. Daar worden de vaten geperst en in beton gegoten en vervolgens opgeslagen in dikbemuurde loodsen. Na honderd jaar moet dan het materiaal dat nog steeds radio-actief is in de ‘eindberging’ terechtkomen, bijvoorbeeld in zoutkoepels in de aarde.COVRA-directeur Hans Codee: “De hoeveelheid afval per jaar is zo klein dat het niet loont om het nu al in de aarde te bergen. Bovendien sparen we de komende honderd jaar geld om die berging ook te bekostigen. En de dan levende generatie kan natuurlijk ook zeggen: wij vinden die opslag in gebouwen prima.”
Turkenburg ziet het afval niet als het grootste probleem. “Dat is in grote mate controleerbaar. Het lijkt fysisch ook mogelijk om het in de aarde op te slaan.” Bovendien zijn er allerlei technieken in ontwikkeling om de radioactiviteit te verminderen. “Je kunt langlevend radioactief afval omzetten in kortlevend. Dan is er na driehonderd tot zeshonderd jaar nauwelijks nog straling.” Helaas lukt dat niet in alle gevallen en kost de techniek veel geld.
Veilig
De Utrechtse natuurwetenschapper maakt zich meer zorgen over de spreiding van nucleair materiaal en de veiligheid van de centrales. Maar ook daar wordt aan gewerkt. “Er is bijvoorbeeld een type reactor ontwikkeld dat inherent veilig is. Dat betekent dat daar geen ongelukken zoals in Tsjernobyl meer mee kunnen gebeuren.” De kern van deze zogenoemde pebble-bed reactor kan niet smelten of exploderen. Turkenburg spreekt van ‘een geweldige doorbraak’, alleen is de centrale commercieel gezien nog niet interessant. Dat is hij naar verwachting pas vanaf 2030. En er is een maar: de nieuwe centrale en het afbreken van radioactief afval gaan niet samen. Turkenburg: “We kunnen het ene probleem oplossen en we kunnen het andere oplossen, maar een gecombineerde aanpak van beiden lukt nog niet.”
Er wordt dus veel onderzocht. Turkenburg: “De houding is ook: we moeten de gevaren die aan kernenergie kleven, serieus nemen en zoeken naar oplossingen.” Hij doet daarom een appèl op de milieubeweging. “Ik vind hun strijd gerechtvaardigd, maar vind ook dat het hun plicht is zich te verdiepen in de technologische mogelijkheden. Dan kun je eerlijk je afweging maken. Denk ook na over criteria waaronder kernenergie wél toepasbaar is.” Voor Turkenburg geldt: “Hoe ernstiger je het klimaatprobleem inschat, hoe meer je geneigd bent om naar kernenergie te kijken.”
Kosten
Mirjam de Rijk blijft tegenstander van kernenergie. “Kernenergie helpt niet tegen de opwarming van het klimaat. Als je met de huidige centrales door zou gaan, dan is het uranium over 50 jaar op. En ook bij nieuwe centrales blijven de problemen met de veiligheid en het afval bestaan.” Ook wijst De Rijk op de kosten: “De centrales draaien met al dan niet bedekte overheidssteun. De kosten voor ontmanteling, het afval en het risico op ongelukken zijn voor de overheid. Als je die kosten zou doorberekenen in de prijs, dan ben ik ervan overtuigd dat er geen nieuwe centrales zouden komen.”
Dit artikel verscheen op 12 augustus van dit jaar op de site van Radio Nederland Wereldomroep in een tweeluik over ‘De zoektocht naar alternatieve energie’. Het bijschrift bij de foto van de kerncentrale in Borssele werd door de Kennislink redactie geactualiseerd op 8 september 2005.