Je leest: Jihadvideo’s duiden zelfmoordaanslagen

Jihadvideo’s duiden zelfmoordaanslagen

Eer vóór het paradijs en maagden

Auteur: | 3 juni 2014

Ze maken een belangrijk deel uit van al-Qaeda’s propaganda-machine: de video’s die verschijnen na zelfmoordaanslagen. Maar wat vertellen ze eigenlijk? Pieter Nanninga onderzocht martelarenvideo’s en concludeert dat het resultaat van de aanslagen niet eens erg belangrijk is voor jihadisten. “De daad op zich heeft een grote symbolische waarde. Die geeft zelfvertrouwen en herstelt de vermeende geschonden eer van de islam,” aldus Nanninga.

Nanninga, die op 16 juni 2014 aan de Rijksuniversiteit Groningen zal promoveren, onderzocht waarom zelfmoordaanslagen zo’n belangrijke rol spelen binnen de jihadistische beweging, en in het bijzonder binnen al-Qaeda. Hij deed dit op basis van de martelarenvideo’s van al-Qaeda’s mediagroep al-Sahab: vrij professionele films over ‘martelaren’ en hun aanslagen.

Nanninga onderzocht tientallen video’s, gemaakt in het eerste decennium van deze eeuw. In die periode veranderden de video’s van aard: van eenvoudige afscheidsboodschappen, verspreid via televisiezender Al Jazeera en gericht op een breed publiek, tot professionele lange films, gepost op internet en gericht op gelijkgestemden.

Symbolische waarde

Martelarenvideo’s zijn een belangrijk medium binnen het jihadisme, aldus Nanninga. De video heeft meerdere doelen. De pleger van de aanslag wordt geprezen, de daad wordt verdedigd en kijkers worden opgeroepen zich ook aan te sluiten bij de jihad.

Officiële al-Qaeda video die een zelfmoordaanslag in een buitenwijk van Damascu, die aan meer dan 27 mensen het leven kostte en meer dan 140 mensen verwondde, bejubelt.

Volgens Nanninga zijn de video’s vooral interessant omdat ze inzicht geven in de betekenissen van zelfmoordaanslagen voor jihadisten. Hij ontdekte dat het resultaat van de aanslag minder belangrijk is dan de symbolische waarde ervan. Het gaat niet zozeer om het strategische belang, aldus Nanninga.

Voor de daders speelt het paradijs een kleinere rol dan vaak word gedacht. “Je ziet dat vooral het herstel van geschonden eergevoel, opoffering en solidariteit heel belangrijk zijn. Met de aanslagen laten jihadisten zien dat zij, in hun ogen althans, opkomen voor de waardigheid van de islam, dat zij bereid zijn offers te brengen voor hun geloofsgenoten in conflictgebieden als Afghanistan, Irak en Syrië. Die symbolische waarde is erg groot voor de aanslagplegers, misschien nog wel groter dan het resultaat van de aanslag.”

Kinderen in vluchtelingenkamp Syrië.

Kijkers en volgers

Hoewel Nanninga weinig inzicht heeft in de ‘kijkcijfers’ van de video’s, hebben ze volgens hem wel degelijk effect. “Van de westerse jongeren met een islamitische achtergrond die zich bij de jihad aansluiten hebben velen deze video’s bekeken. Dat blijkt uit rapporten van inlichtingendiensten en documenten van zulke jongens zelf. Persoonlijk denk ik dat het kijken vooral een bevestiging vormt van een al gemaakte keuze,” aldus Nanninga. ‘Maar dat is ook de functie van de video’s, ze richten zich op jongeren die al interesse hebben, die op het randje staan om zich bij de jihad aan te sluiten of dat al gedaan hebben. Je ziet aan de inhoud dat die video’s niet gericht zijn op de doorsnee moslim."

Meer dan 100 radicale moslimjongeren zijn inmiddels afgereisd naar Syrië. De jongens gaan er vaak vechten voor de groepen Al-Nusra of Isis, splintergroepen die verwant zijn aan al-Qaida, terwijl de meisjes Moedjahedien huwen.
Flickr: caribb

Syriëgangers

Ook Nederlandse jongeren die naar Syrië afreizen bekijken dergelijke video’s. “Ze zien Syrië niet alleen als een toegangspoort tot het paradijs, zoals soms wordt gezegd. Uit allerlei interviews en blogs kun je opmaken dat eergevoel en loyaliteit ook voor hen erg belangrijk zijn. De jihad in Syrië biedt hen de mogelijkheid wat te doen, om hun idealen en overtuiging na te streven. Dat kan zelfvertrouwen en een gevoel van trots geven. Zij vervullen hun plicht door op te komen voor hun geloofsgenoten en hun religie, terwijl de rest van de wereld niks doet, in hun ogen.”

Spotprent die het gebrek aan VN actie in Syrië op de hak neemt.

Pieter Nanninga studeerde Geschiedenis en Godsdienstwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft zijn promotieonderzoek uitgevoerd aan de Faculteit Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschap en is sinds 2011 als docent verbonden aan de opleiding Midden-Oostenstudies, waar hij colleges geeft over politiek, cultuur en religie in het moderne Midden-Oosten en onderzoek doet naar jihadistische bewegingingen. De titel van het proefschrift luidt: Jihadism and suicide attacks: al-Qaeda, al-Sahab and the meanings of martyrdom.

Dit artikel is een publicatie van Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
© Rijksuniversiteit Groningen (RUG), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 03 juni 2014
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.