De dichter Hans Andreus schreef het al:
Je bent zo mooi anders dan ik, natuurlijk niet meer of minder maar zo mooi anders, ik zou je nooit anders dan anders willen.
En hij is niet de enige die de notie dat in de liefde tegenpolen elkaar aantrekken tot kunstvorm verhief. In Hollywood bijvoorbeeld, is een heel filmgenre – de romantische komedie – gewijd aan dit feit. Neem de klassieker When Harry met Sally, waarin hij (chaoot die zijn gevoelens niet in bedwang kan houden) na veel vijven en zessen valt voor haar (emotioneel opgeruimde control-freak) valt. Of Maid in Manhattan, waarin een rijke, knappe kandidaat-senator een relatie aangaat met een kamermeisje van het hotel waar hij overnacht. De boodschap is duidelijk: opposites attract. En ze leefden nog lang en gelukkig.

Nog lang en gelukkig?
Of niet? Pieternel Dijkstra, psycholoog, onderzoeker en schrijver van onder meer het boek 99% liefde zet een belangrijke kanttekening bij het populaire idee van de succesvolle liefdestegenpolen. “Opposites kunnen wel aantrekkelijk zijn, maar voor een harmonieuze, langdurige relatie kun je beter een partner hebben die op je lijkt. De kans op conflicten en ergernissen is dan veel kleiner. Je ziet vaak ook -als mensen wel een relatie beginnen met een tegenpool- dat juist die verschillen na verloop van tijd leiden tot ergernissen en onbegrip.”
Tientallen wetenschappelijke onderzoeken geven Dijkstra gelijk. Getrouwde mensen die op elkaar lijken, hebben bijvoorbeeld een stabieler en gelukkiger huwelijk, zo schrijven Scott Lilienfeld & co in hun boek De 50 grootste misvattingen in de psychologie. En niet alleen overeenkomsten in persoonlijkheid zijn belangrijk. Iemand met wie je belangrijke normen en waarden deelt, vind je een stuk aardiger, ontdekten wetenschappers. Dijkstra: “Gelijkenis tussen partners leidt tot herkenning, zelfbevestiging en harmonie. De meeste partners die al wat langer bij elkaar zijn, lijken dan ook (in ieder geval enigszins) op elkaar als het gaat om bijvoorbeeld sociaal-economische achtergrond, IQ, meningen en persoonlijkheid.”

Iemand die me compleet maakt
Toch blijkt de opposites attract-mythe erg hardnekkig. Ondanks het gebrek aan bewijs gelooft maar liefst 77 procent van de studenten erin. Ook Dijkstra komt dit broodje aap nog vaak tegen. “Mensen denken dat je elkaar zou moeten aanvullen.”
En daar zit volgens Lilienfeld & co meteen een mogelijke bron van de mythe. “Bob Dylan schreef in een van zijn liefdesliedjes over het verlangen om het ‘missende puzzelstukje’ te vinden dat ons compleet maakt.” Het idee dat we iemand nodig hebben die ons aanvult, is overal. En de gedachte dat dit dus een tegenpool moet zijn ook, schrijft Lilienfeld. We komen in ons dagelijks leven gewoon meer romantische verhalen over tegenpolen tegen, dan over mensen die op elkaar lijken. Het is dus geen wonder dat we hier zo sterk in blijven geloven.
Chemie is sterker dan wensenlijstjes
Toch is het een van de onschuldiger mythes uit de psychologie, relativeert Dijkstra. “Het kan mensen hooguit een beetje op het verkeerde spoor zetten in hun zoektocht naar een partner. Maar als het er op aan komt doet de natuur vaak toch wel zijn werk. Mensen kunnen wel denken: ‘ik wil zo’n soort partner’, maar in de praktijk laat men zich toch leiden door gevoelens, chemie en aantrekkingskracht. Het wensenlijstje dat men vooraf had, doet er dan vaak niet meer zo toe.”
Zie ook:
- Lees alles over de liefde in dit Kennislinkdossier
- Wat gebeurt er in het brein van iemand die verliefd is? (Kennislinkartikel)
- De kunst van bij elkaar blijven (Kennislinkartikel)
- Uiteindelijk wint bij het versieren de chemie het van het wensenlijstje (Kennislinkartikel over de wetenschap van het flirten)
Meer psychomythologie?
In het Kennislinkdossier over broodjes aap in de psychologie vind je de andere negen psychomythes uit de artikelenserie.
Heb je nog geen genoeg van psychologische broodje aap-verhalen? Je vind er nog veertig in het boek De vijftig grootste misvattingen in de psychologie" van Scott Lilienfield, Steven Jay Lynn, John Ruscio en Barry Beyerstein.
Welke van deze mythes uit de populaire psychologie spreekt jou het meest aan? Bijna 900 Kennislinklezers brachten hun stem uit. Het was een nek-aan-nek-race, Lange tijd lag de mythe dat mannen en vrouwen heel anders communiceren op kop, maar uiteindelijk is dit misverstand met een verschil van vier stemmen verslagen door We gebruiken maar 10 procent van ons brein.