De oervogels (pterosauriërs) leefden volgens de huidige opvattingen voor een belangrijk deel van vis. Tot nu toe werd gedacht dat ze dat deden door dicht over het wateroppervlak te scheren. De onderste helft van hun snavel werd door het water gehaald om zo vis te vangen. Onderzoekers van de Universiteit van Portsmouth hebben echter ontdekt dat nagebouwde snavels van de grote Tupuxuara en Thalassodromeus sethi daarbij teveel weerstand ondervonden van het water. Dat moet de sauriërs veel te veel energie hebben gekost en daarom moet de jachtwijze anders zijn geweest.
De bouw van Thallassodromeus (rechts) en de schaarbek (links).
Vooral de grote pterosauriërs Thalassodromeus en Quetzalcoatlus zouden op de eerder genoemde wijze gejaagd hebben. Pterosauriërs leefden van het Trias tot en met het Krijt (228 tot 65 miljoen jaar geleden), samen met de dinosauriërs. Sommige pterosauriërs hadden een enorme spanwijdte van wel 12-15 m. Thalassodromeus kreeg in 2002 veel aandacht kreeg omdat de kop, hals en snavel karakteristieken vertoonden die deze jachtwijze ondersteunden. Deze wijze van vissen wordt nog steeds toegepast door sommige vogels zoals de schaarbekken ( Rynchops).
Zo werd Thalassodromeus eerder voorgesteld; fout dus.
De jachtwijze van grote pterosauriërs, die scherend over het water met hun snavel in het water visten, staat nu ter discussie. De weerstand aan de snavel moet ongeveer 10 keer groter zijn geweest dan die van een schaarbek. Deze manier van foerageren zou Thalassodromeus zeer veel energie hebben gekost. Zoveel zelfs, dat de gewonnen energie door het vangen van vis niet genoeg zou zijn om het energieverlies door de jacht te compenseren. Bij de stern gaat al 20% van de energie uit het voedsel verloren aan de jacht zelf. Dit is waarschijnlijk ook de reden waarom weinig vogelsoorten op deze manier vissen. Bij de grote pterosauriërs zou het dus meer energie kosten dan opleveren.
Landschap met Thalassodromeus
Kleinere pterosauriërs (minder dan 2 kg) zouden wel energie kunnen winnen met deze jachtwijze. Echter, bij de aangetroffen restanten van kleine pterosauriërs zoals Rhamphorhynchus ontbreken de aanpassingen van de kop en de nek die voor deze manier van vissen nodig zijn.
Een fouragerende schaarbek
Dit betekent niet dat pterosauriërs niet op vis jaagden. Ze moeten daarvoor andere methoden hebben gebruikt. Ook de stern gebruikt een andere jachtwijze. Hij speurt op 3-5 m boven het water naar vis aan het wateroppervlak. Vervolgens laat hij loodrecht op een waargenomen prooi vallen. Dit is vergelijkbaar met de wijze waarop sommige roofvogels andere vogels vangen. Zou dit dan wellicht de methode zijn geweest die kleine én grote pterosauriërs gebruikten om vis te vangen?
Referentie:
Humphries, S., Bonser, R.H.C., Witton, M.P. & Martill, D.M., 2007. Did pterosaurs feed by skimming? Physical modelling and anatomical evolution of an unusual feeding method. PloS Biology 5(8): e204. doi:10.1371/journal.pbio.0050204.
Zie ook:
- Hoe vliegt de oervogel? (Kennislinkartikel)
- Unieke oervogel gevonden (Kennislinkartikel)
- Gevederde dinosauriër zonder veren wijst op complexe evolutie (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
- Archaeopteryx had verstandelijk vermogen tot vliegen (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
- Vreemde vogels (Noorderlicht)
- Did Pterosaurs Feed by Skimming? Physical Modelling and Anatomical Evaluation of an Unusual Feeding Method (Engels, PDF-formaat)
- A New View of Pterosaur Feeding Habits (Engels, PDF-formaat)
- Pterosaur (Engels)
- National Geographic Magazine: Pterosaurs (Engels)
Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews