Inmiddels heeft zich gisteren een nieuwe tropische depressie ontwikkeld net ten oosten van Guadeloupe. Deze (inmiddels) tropische storm zal vanmiddag en vanavond (Ned. tijd) ten zuiden van de bovenwindse eilanden passeren. De kern van deze depressie zal het dichtst bij Saba en St. Eustatius komen. Rond de kern wordt niet veel meer wind verwacht dan een windkracht 8. Ten zuidwesten van de eilanden neemt het systeem verder in kracht toe en trekt verder naar Puerto Rico. Golfhoogten worden verwacht tot 3 meter.
Satellietfoto van het Caribische gebied (14-9-2004, 9:15): Terwijl Ivan richting Florida raast (rode pijl), vormt zich ten oosten van Guadeloupe alweer een nieuwe tropische storm (gele pijl)
In het Caribisch gebied zijn inmiddels al verschillende tropische stormen en hurricanes gepasseerd. Bijzonder was hurricane Charley die in augustus vooral in Florida heeft huisgehouden. Daarbij kwamen 27 mensen om het leven. Door hurricane Frances zaten miljoenen mensen in Florida zonder stroom of moesten hun huizen uit. Frances heeft vermoedelijk aan tien mensen het leven gekost. Tot nu toe heeft Ivan (de verschrikkelijke, zoals deze orkaan al genoemd wordt) op Jamaica zaterdag j.l. (11 sep) aan 14 mensen het leven gekost.
De eerste tropische orkanen van het seizoen, hurricanes in de VS, verschijnen vaak in juli of augustus op de weerkaart. Soms ontstaat er in juli al één; het seizoen duurt dan enkele maanden. Veel hurricanes worden geboren uit onweersbuien voor de Afrikaanse kust. Met een oostenwind drijven de buien langzaam richting Caribisch gebied, waar ze verder uit kunnen groeien tot tropische stormen.
Winden van orkaankracht en zondvloedachtige regen
Als de wind boven gemiddeld 117 km/u komt (windkracht 12) is het een hurricane. De warme zee van minstens 26 graden is een belangrijke energiebron waar ze in activiteit toenemen. Hurricanes worden ingedeeld in vijf klassen volgens de schaal van Saffir/Simpson. Klasse 1 zijn hurricanes met een wind van gemiddeld minstens 117 km/u en hoogstens 152 km/u. Een hurricane met een gemiddelde wind van meer dan 248 km/u zit in klasse 5 en wordt extreem gevaarlijk genoemd. Hurricane Luis, die op 5 september 1995 Sint Maarten trof en Andrew die Florida in 1992 trof, was klasse 4 met gemiddeld van 200 km/u. Mitch, die eind oktober, begin november 1998 Midden Amerika trof was tijdelijk een klasse 5 hurricane. De kern van Mitch lag enkele dagen vrijwel stil voor de kust van Honduras en veroorzaakte op zee windsnelheden van 285 km/h. Daarna nam de wind sterk in kracht af en trok Mitch met hevige regen (naar schatting 600-1000 mm) het binnenland in, waar zich de vreselijke ramp voltrok.
Hurricanes zijn vooral gevaarlijk als ze aan land komen. Het ene najaar levert veel meer en zwaardere hurricanes op dan het andere. Dat hangt onder meer samen met El Niño, warm zeewater voor de kust van Peru. El Niño verandert de straalstroom, een sterke westelijke wind op ongeveer 10 km hoogte. Tijdens een sterke El Niño is de straalstroom sterker en schuift deze wat op naar het zuiden tot boven het Caribisch gebied. Op grote hoogte waait het hier dan harder en de torenhoge wolkencomplexen waaruit hurricanes ontstaan, waaien op grote hoogte aan “flarden”, waardoor de hurricane aan kracht inboet.
Hurricanes, klimaatverandering en El Niño
Bij het ontstaan van een hurricane speelt de windsterkte bovenin een belangrijke rol. Hoe sterker deze wind, hoe meer het ontstaan van een hurricane onderdrukt wordt. Nu is er een relatie tussen El Niño en de windsterkte in het gebied waar hurricanes ontstaan; bij een El Niño is de bovenwind namelijk vrij sterk. Aangezien aankomende winter een zwakke El Niño verwacht wordt, zal deze het ontstaan van hurricanes geleidelijk aan onderdrukken. De sterkte van de bovenwind varieert ook nog door andere effecten. De belangrijkste is een merkwaardige schommeling boven de 10 kilometer. Daar keert ongeveer om het jaar de windrichting om: het ene jaar overheerst westenwind, het volgende oostenwind. Dit jaar is het westenwind, en dan zijn er voordat El Nino het ontstaan van orkanen zal onderdrukken, eerst nog gemiddeld wat meer orkanen.
Tussen 1998 en 2001 was er geen El Niño maar een La Niña met relatief koud water voor de kust van Peru. Daarna keerde El Niño voor korte tijd terug wat meteen tot uiting kwam in het kleiner aantal hurricanes in 2002. Sindsdien is de situatie neutraal en is noch sprake van een El Niño als van een La Niña. Hurricane voorspellers van Colorado State University verwachten in 2004 in het Caribisch gebieden zo’n 7 stormen die de status van hurricane bereiken tegen 5,9 normaal. Drie van deze hurricanes worden sterk van klasse 3 of meer. Naar verwachting krijgt het gebied te maken met 13 tropische stormen die een naam krijgen tegen 9,6 normaal). Voor meer informatie over orkaanvoorspellingen op de langere termijn, zie “Is de orkaanactiviteit maanden, jaren, van te voren te voorspellen?”.
Het veranderende klimaat als gevolg van het door de mens versterkte broeikaseffect heeft naar verwachting echter geen gevolgen voor het optreden van orkanen. Aan de ene kant wordt de kans op een hurricane vergroot door het warmer wordende zeewater, aan de andere kant zal de atmosfeer door klimaatverandering stabiliseren, waardoor het ontstaan van hurricanes wordt onderdrukt. Beide processen werken elkaar dus tegen, waardoor het aantal hurricanes naar verwachting in de toekomst niet zal veranderen. Wel verwachten klimaatonderzoekers een lichte toename van de maximale intensiteit van hurricanes.
Zie ook:
- Frances maakt er weer een puinhoop van (Kennislinkartikel)
- Satellietopname van Ivan (multimedia-fragment)
- Hurricanes in het weer nader verklaard (KNMI dossier)
- Nieuwe tropische storm onderweg…
- Orkaanvoorspellingen op langere termijn (artikel uit ‘Meteorologica’)
- Tropische cyclonen op de ABC eilanden (Meteorologische Dienst van de Nederlandse Antillen & Aruba)
- Weersverwachting voor de Benedenwindse Eilanden
El Niño en La Niña:
- 17 augustus 2004: Zwakke El Niño deze winter (Kennislink nieuwsbericht van het KNMI)
- La Niña (artikel van KNMI online)