Naar de content

Iran weerstaat economische sancties

Econometrisch model voorspelt effect handelsbeperkingen

Ensie & Matthias

Om een land onder druk te zetten, kan de internationale gemeenschap economische sancties afkondigen, zoals bij Iran. Dit kan de binnenlandse economie ernstig schaden, maar uiteindelijk past de Iraanse economie zich gewoon aan, zo voorspelt onderzoek van Peter van Bergeijk, hoogleraar Internationale Economie aan de Erasmus Universiteit. Handelsbeperkingen scoren op lange termijn weinig effect.

Een lange lijst van sancties, die ook Nederland onderschrijft, moet Iran ertoe bewegen haar atoomprogramma stop te zetten. Het is namelijk niet de bedoeling dat Iran kernwapens in elkaar kan knutselen. Daarbij wil de EU schendingen van de mensenrechten in Iran een halt toe roepen. Het plan is vrij simpel: Iran verdient veel geld aan de handel in met name olie en gas. Handelsbeperkingen bezorgen Iran dus grote economische schade. Dat zal Iran’s leiders ertoe dwingen zich beter te gedragen. Maar werkt dat wel zo?

In hun eind juni 2013 in het Journal of Peace Research gepubliceerde artikel, zetten economen Peter van Bergeijk en Sajjad Dizaji een uniek econometrisch model uiteen waarmee zij de effecten van handelsbeperkingen op de economische en politieke situatie in Iran kunnen inschatten. Volgens hen zullen de sancties alleen op korte termijn werken omdat de Iraanse economie zich aan de nieuwe situatie aanpast.

Politiek onder druk

Hoe langer sancties van kracht blijven, hoe groter de economische schade en hoe meer de politiek onder druk staat. Tenminste, dat zou je denken. Van Bergeijk en Dizaji wijzen erop dat sancties in de praktijk juist binnen de eerste paar jaar het meeste succes boeken. Van 21 gevallen waarin economische sancties bedoeld waren om een atoomprogramma om te buigen, lukte het 6 keer om politici op andere gedachten te brengen en meestal kostte dat ongeveer één jaar. Blijkbaar leveren aanhoudende economische sancties niet nog meer politieke druk op.

Van Bergeijk en zijn collega van de Universiteit van Teheran Dizaji zochten uit waarom. Ze ontwierpen daartoe een VAR model waarmee de effecten van sancties na te bootsen zijn. Aan de telefoon legt Van Bergeijk uit: “Dit is de eerste keer dar er een model is gemaakt dat tegelijkertijd naar de economische en de politieke gevolgen kijkt. Dat is nog nooit gebeurd.”

De Centrale Bank van Iran.

Ensie & Matthias

De economen lieten wiskundige formules los op gegevens verkregen van onder meer de Centrale Bank van Iran en het IMF. Belangrijke economische graadmeters in het onderzoek zijn bijvoorbeeld de inkomsten uit handel, hoeveel geld de overheid uitgeeft, en de totale waarde van hetgeen binnenlandse industrieën produceren. Daarnaast geven politieke indexen aan hoe democratisch een land al dan niet is.

Een VAR model is geen olietanker

Op de vraag wat nu eigenlijk de VAR, ofwel vector autoregressie, in het model inhoudt, schiet Van Bergeijk hartelijk in de lach. Het is ook ingewikkelde materie. “Eigenlijk zijn er twee soorten modellen,” legt hij uit, “het traditionele econometrische model, zoals bijvoorbeeld het CPB (Centraal Planbureau) gebruikt, is sterk gebaseerd op een theoretische achtergrond. Van heel veel variabelen wordt al van tevoren bedacht hoe ze zich tot elkaar verhouden. Maar ons model heeft een hele andere aanpak. We kijken naar de werkelijkheid en gaan daar vanuit.”

Van Bergeijk en Dijazi namen wel aan dat de Iraanse opbrengsten uit olie, waar de economische sancties zich vooral op richten, van invloed zijn op economische en politieke graadmeters in het land, maar specificeerden niet hoe precies. Het was een kwestie van steeds opnieuw uitproberen. Zo staat hun artikel bol van grafieken en tabellen waarin steeds andere variabelen de hoofdrol spelen. “Ons model is heel flexibel,” geeft Van Bergeijk aan, “dat is een groot verschil met het CPB model, dat is meer een soort van olietanker, daar valt heel weinig aan bij te sturen.”

Een op de vijf olietankers wereldwijd moet de straat van Hormuz, een zeestraat aan de zuidkust van Iran, passeren. Vorig jaar dreigde Iran met het afsluiten van deze route in reactie op de aangekondigde economische sancties.

nightthree

Overigens was er ook een praktische reden om voor een VAR model te kiezen: “Wij waren maar met z’n tweeën, we hadden helemaal niet de middelen om zo’n groot CPB model in elkaar te zetten.”

Economische omslag

Op basis van al dat gereken kunnen de onderzoekers inschatten hoe de Iraanse economie en politiek zal reageren op de opgelegde sancties. Op de korte termijn, in de eerste twee jaar, zal het grotendeels wegvallen van de opbrengsten uit internationale handel voor grote economische schade zorgen.

Maar daarna herstelt de modeleconomie zich langzaamaan. “Wat er gebeurt op het moment dat de economische strafmaatregelen aanhouden is dat specialisatiepatronen veranderen. (…) Investeringen gaan zich richten op andere sectoren. Als de export van olie terugvalt, dan ga je niet meer investeren in olieproductie en die middelen verschuiven naar andere sectoren.” Ofwel, de Iraanse economie past zich aan.

Van Bergeijk kan niet zeggen welke industrieën zullen opbloeien. “Inschatten wat nu precies die sectoren zijn die nu gaan opkomen, dat hoort nu eigenlijk bij zo’n traditioneel CPB model. Ons model is beter in het uitzetten van de grote lijnen.” In ieder geval voorspellen Van Bergeijk en Dijazi dat de Iraanse economie steeds zelfstandiger zal worden. “Eerst importeerde Iran machines voor de industrie uit het buitenland, die maakten ze niet zelf, omdat ze dat in het buitenland veel beter kunnen. Maar als dat niet meer kan, zul je ze toch zelf moeten gaan maken.”

Als de economische sancties wegvallen, is het bovendien ook kostbaar om de economie terug te veranderen. Zo zal een kersverse fabrikant van Iraanse machinerie niet blij zijn als er opeens toch weer concurrentie uit het buitenland binnenvalt.

Slechte timing

De economische schade op korte termijn verzwakt Iran’s onderhandelingspositie. Het model voorspelt dat de Iraanse politiek daarmee een meer gematigd en democratisch karakter zal krijgen. Maar naargelang economisch herstel optreed, staan Iran’s politici weer sterker. De kans dat Iran dan alsnog zal toegeven en haar atoomprogramma opgeeft, is volgens het onderzoeksmodel klein.

In de praktijk blijken Van Bergeijk en Dijazi’s berekeningen al te kloppen. Zoals zij voorspellen zorgen de sancties momenteel voor economische ellende. Het nationale inkomen van Iran is de afgelopen twee jaar gekrompen. De import is met een kwart gedaald en de export is zelfs met een derde afgenomen.

Daarnaast kwam bij de laatste verkiezingen in juni 2013 de hervormingsgezinde Hassan Rohani als nieuwe president uit de bus. Van Bergeijk baalt er wel een beetje van dat zijn voorspellingen nu pas naar buiten komen. “Het hele proces voordat een artikel wordt gepubliceerd duurt gewoon erg lang,” vertelt hij, “maar de berekeningen uit ons model hebben we al vóór de Iraanse verkiezingen uitgevoerd. Wij voorspelden al dat er een meer gematigde kandidaat uit zou rollen.” Of de economische en politieke ontwikkelingen verder ook zullen verlopen zoals Van Bergeijk en Dijazi inschatten, moet nog blijken. Maar tot nu toe scoort hun model dus al goed.

Bron: