Je leest:

Integratie: gaat het goed of slecht?

Integratie: gaat het goed of slecht?

Auteur: | 20 november 2007
Er zijn ernstige problemen, maar er is ook hoop. Dat is de conclusie van het Jaarrapport Integratie van het Sociaal Cultureel Planbureau. Het aantal allochtone jongeren dat met school stopt baart zorgen, maar daar staat tegenover dat allochtone jongeren het op school wel vaak beter doen dan hun ouders. De sociale kloof tussen de verschillende groepen in Nederland is groot, maar een meerderheid van de allochtonen blijkt zich toch gewoon thuis te voelen in Nederland.

Nederland telt 1,7 miljoen niet-westerse allochtonen. Het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau keek vooral naar de integratie van de grootste groepen niet-westerse allochtonen: Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen.

Nederland telt 1,7 miljoen niet-westerse allochtonen (11% van de bevolking). Van deze groep allochtonen is 42% in Nederland geboren. Sommige allochtonen vinden de term ‘allochtoon’ dan ook een belediging: ze zijn immers geboren en getogen in dit land.

Onderwijs

Op school vergaat het de meeste allochtone jeugd nog altijd anders dan de meeste autochtonen. Allochtone kinderen beginnen met een taalachterstand. Pas in groep 8 kunnen zij net zo goed lezen en schrijven als autochtone kinderen in groep 6. Als Turkse, Marokkaanse, Antilliaanse en Surinaamse jongeren vervolgens naar het voortgezet onderwijs gaan, is het beeld niet veel rooskleuriger. Allochtone jongeren blijven vaker zitten en zakken vaker voor hun eindexamen.

Vooral Turkse jongeren haken vaak af tijdens hun opleiding: minder dan de helft (46%) van de Turkse scholieren blijft lang genoeg op school om een diploma te halen. Ook blijven Turkse jongeren het vaakst zitten en hebben ze de grootste taalachterstand. Bij deze jongeren wordt er thuis bijna geen Nederlands gesproken, wat invloed heeft op hun schoolprestaties. Van de tweede generatie Marokkanen komt 68% van school met een diploma op zak, gevolgd door Surinamers met 57%. Tweede generatie Antillianen doen het goed op school. Zij halen net zo vaak als autochtonen een diploma (77%).

Er is ook positief nieuws. Alle tweede generatie allochtonen doen het bijvoorbeeld een stuk beter dan hun vaders en moeders. Zij maken niet alleen vaker hun school af, maar dringen ook vaker door tot de wereld van hogeschool en universiteit. Midden jaren ’90 had nog maar ongeveer 6% van de studenten in het hbo en wo een niet-westerse allochtone achtergrond, nu is dat verdubbeld tot ruim 12%.

In het rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau wordt een beeld gegeven van de positie van allochtonen op tien verschillende terreinen, waaronder onderwijs, arbeid en inkomen, wonen, beeldvorming, integratie en inburgering.

Te veel allochtonen, vindt autochtoon en Turk

Autochtone en allochtone Nederlanders lijken in sommige gevallen meer op elkaar dan je zou vermoeden. Iets minder dan de helft van de autochtonen vindt dat er teveel allochtonen in Nederland zijn. Iets meer dan de helft van de Turken vindt dat ook. Zou het kunnen zijn dat hoe meer je klaagt over allochtonen, net als autochtonen, hoe beter geïntegreerd je bent? Het is een interessante gedachte. Maar waarschijnlijker is dat groepen die gesloten zijn, het vervelend vinden dat ze hun omgeving moeten delen met leden uit andere groepen. Zowel autochtonen als Turken zijn erg op de eigen groep gericht en hebben weinig contact met mensen met een andere achtergrond. 91% van de autochtonen heeft bijvoorbeeld in zijn vrije tijd vooral contact met andere autochtonen. Ook een grote meerderheid van de Turken (66%) heeft liever mensen van de eigen groep op de koffie.

Sociale afstand

De sociale afstand tussen Turken, Marokkanen en Antillianen aan de ene kant en autochtonen aan de andere kant is nog groot, zo blijkt uit het rapport. Ze komen niet zo vaak bij elkaar over de vloer, zien hun kinderen liever niet met elkaar spelen, en al helemaal niet trouwen. Ongeveer vier van de tien autochtone ouders zouden er problemen mee hebben als hun kind kiest voor een huwelijk met een allochtoon. Dit geldt voor zes van de tien Turkse ouders en ongeveer de helft van de Marokkaanse vaders en moeders. Antillianen en Surinamers hebben wel een zwak voor de interculturele liefde: ongeveer 90 % van de ouders heeft geen bezwaar tegen een autochtone partner voor hun kind. ‘Alles bijeen genomen is het beeld niet gunstig’, schrijft het SCP. De sociale afstand tussen Turken en Marokkanen en autochtonen is in twaalf jaar hetzelfde gebleven, terwijl deze afstand tussen Antillianen en autochtonen zelfs is toegenomen. Alleen Surinamers blijken de kloof te kunnen overbruggen: zij hebben wel steeds vaker contact met autochtonen.

Thuis in Nederland

Je hoeft blijkbaar niet veel contact met autochtone Nederlanders te hebben om je toch thuis te voelen. De meerderheid van de allochtonen voelt zich namelijk thuis in dit land van polders, dijken en snelwegen. Surinamers voelen zich het meest thuis met 85%, op de voet gevolgd door Antillianen (77%). Op zich is dit niet zo verwonderlijk, want Surinamers en Antillianen spreken vaak goed Nederlands en kennen de Nederlandse cultuur dankzij het koloniale verleden. Opvallender is dat ook 73% van de Marokkanen en 65% van de Turken zich thuis voelt in Nederland. Toch vinden allochtonen wel dat de sfeer in Nederland is veranderd. Vooral de kritische houding van autochtonen ten opzichte van de islam baart allochtone moslims zorgen: ruim 60% van de Turkse en ruim 70% van de Marokkaanse moslims vinden dat in Nederland te negatief tegen de islam wordt aangekeken. Ook denkt een grote meerderheid van de bevolking (autochtoon én allochtoon) dat spanningen tussen groepen in Nederland erger worden.

Turkse allochtonen blijken zich vooral Turks te voelen (58%) en voelen zich ook het minst Nederlands (12%). Turkse jongeren voelen zich steeds minder vaak alleen maar Turks (36%). (bron: Zaman)

Nederlander voelen

Niet alleen Prinses Maxima zoekt naar hoe je Nederlands én iets anders kan zijn, dit geldt voor alle allochtonen. Turken blijken zich vooral Turks te voelen (58%). Marokkanen voelen zich Marokkaans (46%), maar ook vaak Marokkaans-Nederlands (40%). Ook 40% van de Surinamers heeft het gevoel twee identiteiten te hebben. Er is echter ook een grote groep Surinamers die zich bovenal Nederlander voelt (39%). Antillianen zijn verdeeld: een derde voelt zich Antilliaans, een derde Antilliaans-Nederlands en een derde Nederlands. Wat opvalt, is dat tweede generatie allochtonen zich veel vaker Nederlands voelen. De helft van de eerste generatie Marokkanen, bijvoorbeeld, voelt zich Marokkaans; onder de tweede generatie Marokkanen is dit aantal gedaald tot een derde. Dat betekent dat de meerderheid van de jonge Marokkanen zich Marokkaans-Nederlands óf Nederlands voelt.

Interpretatie

Het SCP heeft een gedetailleerd rapport geleverd met een schat aan informatie. Maar die gegevens zijn wel op verschillende manieren te interpreteren. Je kan zeggen dat het goed gaat met de integratie, want allochtonen voelen zich thuis en voelen zich ook steeds vaker Nederlander. Maar je kan net zo goed zeggen dat het slecht gaat met de integratie, want allochtonen en autochtonen komen niet vaak bij elkaar over de vloer en de spanningen lopen op. Je kunt naar het positieve maar ook naar het negatieve kijken. Minister Vogelaar (van Wonen, Wijken en Integratie) zei vorige week dat zij de spierballentaal van Verdonk, Wilders en Kamp afkeurt omdat dit de tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen alleen maar vergroot. Zij zei liever de positieve ontwikkelingen te willen benadrukken en lijkt daarmee haar keuze te hebben gemaakt.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 20 november 2007
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.