Naar de content

'Innovatief zijn is een levensstijl'

Janina den Hertog over de psychologische kanten van innovatie

Daniel Foster, Flickr.com via CC BY-NC-SA 2.0

Innovatie is hip. Toch blijft het vaak een beetje een vaag begrip. Wat houdt het eigenlijk in en waarom is het zo belangrijk? NEMO Kennislink voelt psychologe en innovatie-expert Janina den Hertog aan de tand.

Het geldt als een must in veel personeelsadvertenties en in overheidspublicaties over de Nederlandse economie en arbeidsmarkt. Allerlei loopbaancoaches en zelfhulpboeken beloven je te helpen het (meer) te worden: innovatief. Vernieuwend denken en handelen, bijvoorbeeld met als doel om nieuwe producten of diensten te ontwikkelen of bestaande te verbeteren. Dat is duidelijk een erg gewenste eigenschap van de gemiddelde Nederlandse werknemer. Maar hoewel we doodgegooid worden met het belang van ‘innoveren’, blijft het tegelijkertijd vaak onduidelijk hoe dat proces in de praktijk vorm kan krijgen. Logeion, de beroepsvereniging voor communicatieprofessionals, zette het woord ‘innovatie’ onlangs zelfs in zijn top tien van populaire, doch onduidelijke ‘jeukwoorden’.

Wat houdt innoveren dus precies in? Is het echt zo belangrijk? En is het inderdaad een vaardigheid die je kunt ontwikkelen? NEMO Kennislink duikt met psychologe Janina den Hertog in de wetenschap achter innoveren.

Den Hertog is namelijk een echte innovatie-expert. Als iemand die zaken ‘graag concreet maakt’, onderzocht ze voor haar promotie-onderzoek aan de Universiteit Twente welke persoonlijkheidstrekken nou cruciaal zijn voor innovatief gedrag. Daarnaast ploos ze allerlei wetenschappelijke literatuur uit die beschrijft hoe een innovatieproces verloopt – en hoe zowel organisaties als werknemers innovatief gedrag kunnen bevorderen.

Inmiddels is Den Hertog ook zelf behoorlijk innovatief bezig. Als Course Director Innovation van de opleiding International Human Resource Management bij hogeschool Saxion is ze continu op zoek naar frisse, nieuwe ideeën. Om een sterke link met de praktijk te houden, richt ze zich daarbij bovendien op nieuwe technologische ontwikkelingen die de arbeidsmarkt op de kop (gaan) zetten, zoals de opmars van robots.

Innovatief zijn staat altijd hoog genoteerd op lijstjes met de zogenaamde ’21e eeuwse vaardigheden’ – oftewel onmisbare eigenschappen voor de werknemer van de toekomst. Moeten we echt zo innovatief zijn om nog een beetje mee te tellen op de arbeidsmarkt?

“Ja, ik denk het wel. Allereerst is onze samenleving steeds complexer aan het worden. Van cybercrime tot klimaatopwarming. Dat maakt het extra belangrijk dat mensen met een frisse blik naar bepaalde vraagstukken kunnen kijken en vervolgens met echt innovatieve ideeën kunnen komen om die op te lossen.”

Aan een bureau zit een robot met een hoed op.

Robots mogen steeds vaker kunnen wat de mens kan, als het op creatief denken aankomt blijven ze vooralsnog achter.

The People Speak!, Flickr, CC by 2.0

“Daarnaast maakt de robotisering van de arbeidsmarkt creatief kunnen denken belangrijker dan ooit. Banen zullen verdwijnen en veranderen, dus je moet jezelf en je organisatie steeds opnieuw uitvinden. Creatieve, proactieve mensen kunnen die flexibiliteit gemakkelijker hanteren, ze zijn immers wel van het vernieuwen. Daarbij is creatief zijn nog steeds een unieke menselijke kwaliteit. Robots en andere machines mogen dan steeds slimmer en handiger worden, creatief zijn lukt ze nog niet zo. Om die reden is creatief zijn als het ware steeds meer waard geworden – als eigenschap die robots moeilijk kunnen na-apen.”

Kunnen mensen die van nature niet zo creatief zijn dan hun carrière wel aan de wilgen hangen?

“Haha, zeker niet. Allereerst is het zo dat creativiteit slechts voor een deel de aard van het beestje is; je kunt het vaak wel verbeteren of aanleren. Daarnaast behelst innovatie veel meer dan het creatief uitdenken van nieuwe ideeën. Eigenlijk kent het drie fases. In de eerste fase wordt er een nieuw idee uitgebroed, zoals een oplossing voor een bepaald probleem. Daarin draait het dus om creativiteit. Vervolgens moet je beoordelen hoe uitvoerbaar dat idee is en moet je het eventueel verder aanscherpen: de evaluatiefase. De laatste fase betreft de praktische uitvoering van het idee. Dat kan allerlei vormen aannemen, van het schrijven van een concreet voorstel tot het bestellen van benodigde materialen of bedenken welke mensen ervoor ingezet moeten worden. Pas als die implementatiefase ook succesvol doorlopen wordt, is vernieuwing mogelijk. En mensen die niet zo creatief zijn kunnen vaak in een belangrijke rol spelen in die laatste of voorlaatste fase.”

Kun je dat toelichten?

“Er zijn natuurlijk creatievelingen die erg goed zijn in zowel het bedenken van vernieuwende plannen, als het verder uitwerken en uitvoeren daarvan. Die zijn echter relatief zeldzaam. Uit onderzoek blijkt dat mensen die erg efficiënt, gestructureerd en consciëntieus werken meestal niet zo creatief zijn – en andersom. Hierdoor kunnen beide persoonlijkheidstypes elkaar goed aanvullen bij het realiseren van vernieuwingen. Zo kunnen minder creatieve types met veel oog voor details het implementatieproces goed bewaken of dat zelf uitvoeren door het goede overzicht van zaken dat ze vaak hebben. De creatieve geesten in kwestie zijn daar vaak alleen maar blij mee, omdat ze het uitwerken van details maar saai of lastig vinden. Innovatie is wat dat betreft vaak echt teamwerk.”

Om te innoveren hebben werkgevers dus mensen met uiteenlopende kwaliteiten nodig. Welk type arbeidskracht zouden werkgevers wat dat betreft nog wel wat meer mogen aannemen?

“Proactieve types met een grote veranderingsdrang. Zij zijn doorgaans belangrijke stuwkrachten achter innovatie, zeker als ze daar zelf al goede goede ideeën voor hebben. Apple-oprichter Steve Jobs is daar een voorbeeld van. In zijn passie om zaken te veranderen schopt dit persoonstype echter gemakkelijk heilige huisjes omver, waardoor ze vaak voor de nodige ophef en opschudding zorgen of conflicten creëren. Werkgevers schuwen dit soort eigenzinnige types dan ook soms. Maar als je écht wilt innoveren moet je bewust ruimte inruimen voor deze mensen. Eén proactief figuur binnen een team heeft al veel invloed.”

Wat is echt dodelijk voor het soort creativiteit dat aan de basis ligt van innovatie?

“Te resultaatgericht zijn. Daardoor kun je gemakkelijk gaan verkrampen. Hoe ontspannender je bent, hoe creatiever je kunt zijn, zo blijkt uit onderzoek. Om die reden zie je ook wel dat bedrijven die bekend staan om hun innovatieve karakter, zoals Google, creatieve werknemers soms de kans geven een leuk idee eens uit te zoeken zonder dat dat gelijk tot harde resultaten hoeft te leiden. En in Nederland heeft Tony Chocolonely bijvoorbeeld een zogenaamde innovatiebeurs, die hun werknemers eenzelfde kans biedt. Innoveren moet vaak een beetje fun zijn, wil het kunnen slagen.”

Over fun gesproken, je ziet nogal eens dat bedrijven die bekend staan om hun innovativiteit investeren in kekke werkplekken. Heeft de fysieke omgeving waarin we ons bevinden inderdaad invloed op onze creativiteit?

“Ja, maar hoe dat precies werkt, hangt af van iemands persoonlijkheid. Zo kunnen extraverte types soms prima al kwetterend in de kantoortuin tot ideeën komen, maar werkt zo’n omgeving vaak averechts op een introverte persoon, die echt even apart moet zitten. Hetzelfde geldt voor de inrichting van de ruimte. Een ruimte met veel kleuren en kussentjes is voor de één een droom, maar voor de ander een nachtmerrie. Eigenlijk draait het er vooral om dat iemand zich in een bepaalde ruimte op zijn gemak voelt – het is niet voor niets dat thuiswerkers vaak melden dat ze thuis het meest creatief zijn. Dat is immers de plek waar ze zich waarschijnlijk het meest ontspannen voelen. Als een werkgever over verschillende soorten ruimtes kan beschikken, is dat dan ook erg mooi. Soms is het daarnaast ook fijn als mensen een wandelingetje kunnen maken. Even weg zijn van je werkruimte kan ook weer een bepaalde rust en ontspanning teweegbrengen die stimulerend werkt.”

Ook onze werkomgeving beïnvloedt hoe innovatief en creatief we zijn. Deze werkplek lijkt daarop in te springen door mensen diverse opties om te werken aan te bieden: van samen aan een tafel, tot lekker hangen op een bank of juist meer afgesloten in een ‘cubicle’.

Marloes van Amerom voor NEMO/Kennislink

Hoe ziet het eigenijk met de invloed van de sociale omgeving? Maakt het nog uit met wie je je omringt voor hoe creatief je bent?

“Absoluut. Uit onderzoek naar creativiteit op de werkvloer blijkt nogal eens dat werknemers die in principe graag nieuwe ideeën opperen of dat graag meer zouden willen doen, zich afgeremd voelen door collega’s. Bijvoorbeeld omdat er een calvinistisch cultuurtje heerst van ‘doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg’ of omdat ze gelijk te horen krijgen dat zoiets al lang is geprobeerd. Zo’n negatieve houding is dodelijk voor creativiteit; de volgende keer doet zo’n werknemer zijn mond liever niet meer open. En zeker als het idee in kwestie erg goed is, is dat natuurlijk erg jammer.”

“Om te voorkomen dat je meegezogen wordt in een dergelijke negativiteit is het daarom handig je met mensen te omringen die je op waarde schatten, naar je luisteren en het liefst zelf ook nog een beetje creatief zijn, zodat je elkaar kunt stimuleren. Als je ook nog eens met die mensen kunt lachen, is het helemaal ideaal. Humor werkt ook creativiteitsverhogend, zo blijkt.”

Scholen benadrukken steeds vaker dat ze kinderen niet alleen inhoudelijke vaardigheden willen leren, maar ze ook willen leren innovatief en creatief te zijn. Op die manier zouden ze beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt. Is dat een goed streven?

“Ik denk het wel. Creatief zijn is net als een spier: hoe meer je die traint, hoe sterker hij wordt. Zo kan het al helpen om eens niet je vaste route te lopen, maar een ander traject. Wel gaat innovatief optreden hand in hand met echte kennis. Creatieve oplossingen willen bedenken voor een gebied waar je geen verstand van hebt, is niet realistisch, bijvoorbeeld”.

“Als je al jong je creativiteit leert te ontwikkelen, is dat bovendien niet alleen handig vanuit economisch oogpunt. Het helpt je flexibel in te springen op, en oplossingen te bedenken voor allerlei terreinen in je leven. Hierdoor kun je bepaalde hobbels gemakkelijker nemen. Of meer nieuwe dingen te ontdekken en daarvan genieten. Innovatief gedrag, en de creativiteit waar het allemaal mee begint, is wat dat betreft niet slechts een vaardigheid voor op de werkvloer, het is een levensstijl.”

ReactiesReageer