Er is geen ontkomen aan deze dagen: er moet gekozen worden. Een verhitte strijd tussen links en rechts, progressief en conservatief en niet in de laatste plaats tussen zelfbenoemde premiers-in-spé Bos en Balkenende. Een strijd die uiteraard gevoerd wordt op argumenten en geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en verkiezingsprogramma. Dat zou je althans zeggen, maar gaat dat stemmen op 22 november wel zo rationeel als we denken, of spelen impliciete attitudes een grotere rol dan we zelf willen toegeven?
Over veel dingen om ons heen vormen wij ons een mening: zo houd je wel of niet van spruitjes en ben je voor Ajax of voor Feyenoord. Over deze mening kun je iedereen die het horen wil vertellen. Maar we hebben ook meningen waar we ons niet eens bewust van zijn, omdat ze eigenlijk automatisch worden gevormd. Dat noemen we een ‘impliciete associatie’: een mening of houding waarvan je jezelf niet direct bewust bent, maar die vaak wél je gedrag en je keuzes beïnvloed. Of, in de woorden van schrijver Fjodor Dostojevski: “Iedereen heeft herinneringen die hij niet aan iedereen zou vertellen, alleen aan zijn vrienden. Hij heeft ook andere gedachten die hij zelfs niet aan zijn vrienden zou onthullen, maar alleen aan zichzelf, en dan in het geheim. Maar er zijn ook andere dingen waarvan je zelfs bang bent om ze aan jezelf te vertellen, en elk fatsoenlijk mens heeft een paar van zulke zaken weggestopt in zijn geest.”
“Er zijn ook andere dingen waarvan je zelfs bang bent om ze aan jezelf te vertellen, en elk fatsoenlijk mens heeft een paar van zulke zaken weggestopt in zijn geest.” Woorden van Fjodor Dostojevski
Aan de Universiteit van Harvard waren ze benieuwd wat de impliciete attitudes waren van mensen over bijvoorbeeld iets als stereotypering op basis van huidskleur. Om dit te kunnen meten ontwierpen ze de zogenaamde ‘Implicit Association Test’, kortweg IAT. De resultaten waren meteen al verbluffend: niet alleen de overgrote meerderheid van de IAT-deelnemers met een witte huidskleur, maar ook de helft van de zwarte deelnemers bleek een automatische voorkeur te hebben voor witte over zwarte mensen. Toch beschouwden de deelnemers zichzelf niet als bevooroordeeld ten aanzien van huidskleur. Onderzoekers denken dat de impliciete associatie niet wordt veroorzaakt door iemands bewuste mening over witte en zwarte mensen, maar door verborgen stereotyperingen die in de Westerse cultuur zitten ingebouwd en zo voor een onbewuste maar krachtige associatie zorgen.
Wat zal 22 november de doorslag geven: onze expliciete of onze impliciete mening over Jan Peter Balkenende?
Sinds deze toepassing zijn er voor veel stereotypen en meningen IAT’s ontwikkeld. De Universiteit van Maastricht biedt nu voor het eerst ook Nederlandstalige IAT’s aan. Met het oog op de verkiezingen kan iedere geïnteresseerde zijn eigen onbewuste voorkeur nagaan over kemphanen Bos en Balkenende en over een links of rechts kabinet. De Maastrichtse onderzoekers waarschuwen ervoor dat de uitkomst niet als stemwijzer moet worden gebruikt: het is bedoeld als bewustwording, niet om beslissingen op te baseren. Tegelijkertijd waarschuwen de onderzoekers ervoor dat er misschien uit de test heel andere resultaten komen dan je van jezelf zou verwachten. Wat dan wel weer de vraag oproept wat op 22 november de doorslag gaat geven: onze expliciete of onze impliciete voorkeur voor Wouter of Jan Peter.