Je leest:

‘Ik kan met de kleinste dingen de grootste zaken in beeld brengen’

‘Ik kan met de kleinste dingen de grootste zaken in beeld brengen’

De Jonge Akademie beantwoordt vragen

Een lid van De Jonge Akademie gunt ons aan de hand van vragen een blik in hun persoonlijke fascinatie met wetenschap in het algemeen en hun eigen onderzoeksonderwerp in het bijzonder, en hoe die is ontstaan. Deze keer Appy Sluijs die gefascineerd is door de geschiedenis van ons klimaat.

Dr. Appy Sluijs Universitair docent paleoklimatologie bij de faculteit geowetenschappen aan de Universiteit Utrecht.
Jussi Puikkonen / KNAW

Hoe vertel je op een feestje wat voor onderzoek je doet? Dat doe ik natuurlijk elke keer anders en het ligt aan de grootte van het feest. Op een meerdaags muziekfestival zou een experiment met plastic bekertjes goed werken. Daar accumuleert op het grote veld steevast, laag op laag, plastic bekertjes met bierresten en speeksel. Door slim monsters te nemen uit de verschillende lagen bekertjes zou je aan de hand van het speeksel op die bekertjes achteraf kunnen reconstrueren waar, hoe en hoe snel een griepvirus onder de festivalgangers werd verspreid.

In plaats van virussen op plastic bekertjes onderzoek ik fossiele algen en moleculen die gedurende miljoenen jaren laag op laag op de zeebodem zijn afgezet. Alle soorten organismen, inclusief algen, zijn goed aangepast aan de omstandigheden waarin ze leven. Omdat de fossiele algen vlak voor het afzetten van een laag in de oceaan ronddobberden, reflecteren ze dus hoe de omstandigheden in de oceaan toen waren.

Schematische weergave van de opening van de Tasmaanse zeestraat tussen Antarctica en Australië, en de gevolgen die dit had voor de oceaancirculatie (rode en zwarte pijlen). In donkergrijs zijn continenten aangegeven, in licht grijs ondiepe zeeën (tot 3 km), in wit de diepe oceaanbodem. NZ = Nieuw Zeeland.
Bijl e.a. (2013), PNAS

Verder bestuderen we ook de chemische samenstelling van de fossiele algen en moleculen afkomstig van allerlei organismen, om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van een bepaalde plek in de oceaan op een bepaald moment. Door alle laagjes goed te bestuderen weten we dus ook hoe de oceaan door de tijd heen veranderde. Op die manier reconstrueren we hoe het klimaat in het verleden varieerde, of het water voedselrijk of juist voedselarm, zoet of zout, of warm dan wel koud was.

Daarnaast proberen we zo goed mogelijk te reconstrueren waarom de omstandigheden veranderden. Kwam dit door veranderingen in oceaanstromingen, of broeikasgasconcentraties, of het verschuiven van continenten?

Zo vonden we een paar jaar geleden stuifmeelkorrels van palmen in sedimenten die 54 miljoen jaar geleden werden afgezet in kustwateren van de Noordelijke IJszee. Omdat we konden uitsluiten dat die van ver getransporteerd waren en omdat we weten dat dit gebied toen ook vlakbij de geografische noordpool lag, weten we nu dat er periodes waren dat er palmen bij de noordpool groeiden en dat het er toen in de winter zelden vroor.

Ook ontdekten we onlangs dat er 34 miljoen jaar geleden plots zeeijs ontstond langs de randen van Antarctica aan de hand van soorten fossiele eencelligen (dinoflagellaten) die vandaag de dag alleen voorkomen samen met zeeijs. Daarvoor was het feitelijk te warm rond Antarctica voor zeeijs.

Appy Sluijs zelf horen spreken? Boek een lezing! Bij De Jonge Akademie kun je publiekslezingen bestellen van enthousiaste wetenschappers. Scholen, buurthuizen en non-profitorganisaties betalen alleen de reiskosten van de spreker van Kennis op straat. Ga grasduinen in het overzicht van alle lezingen of ga direct naar de lezing van Sluijs

Momenteel zijn we vooral bezig met het ontdekken van nieuwe manieren om omstandigheden in het verleden te reconstrueren. Zo kweken wij dinoflagellaten in het laboratorium met verschillende CO2-concentraties. We leggen zo goed mogelijk vast hoe de chemische samenstelling van de dinoflagellaten als functie van CO2 verandert. Als we dat weten kunnen we door de chemische samenstelling van fossiele dinoflagellaten te bestuderen, de CO2-concentratie in het verleden beter reconstrueren. Dat is nodig om te onderzoeken hoe gevoelig het klimaat in het verleden was voor veranderingen in de CO2-concentratie, en dat kan weer belangrijk zijn voor het verbeteren van toekomstprojecties van klimaatverandering.

Elektronenmicroscopische foto een microfossiel die in de boorkern was aangetroffen. Aan de hand van dergelijke resten van marien plankton krijgen wetenschappers een nauwkeurig beeld van klimaatverandering in het verleden. Eerder al lieten leden van hetzelfde team van wetenschappers zien dat de Noordpool in de fossiele broeikaswereld werd gekoloniseerd door tropische soorten van hetzelfde mariene plankton. De maatstreep is 0,02 mm.
Appy Sluijs

Hoe ben je in dit vakgebied terecht gekomen? Mijn ouders zijn gefascineerd door natuur – zeker mijn vader – en daar werd ik door aangestoken. Tijdens mijn studie biologie werd de aardwetenschappelijke kant er door mijn leermeester Henk Brinkhuis (professor aan de Universiteit Utrecht en momenteel directeur van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee, NIOZ) tijdens een excursie naar Zuid-Limburg met kracht ingepropt. Hoe waanzinnig was het om je te realiseren dat de ondergrondse gangenstelsels aldaar echt deel uit maakten van de vroegere tropische zeebodem, waar de kreeften doorheen woelden. Die verwondering is nooit verdwenen en nu doe ik zelf onderzoek op dat raakvlak.

Wat vind je het mooiste aan onderzoek doen? Het mooiste van dit onderzoek is dat je met de kleinste dingen de grootste zaken in beeld kunt brengen. We gebruiken moleculen en microfossielen om te reconstrueren hoe mondiale klimaatsveranderingen verliepen op tijdschalen tot tientallen miljoenen jaren. Die abstractie in tijd en ruimte is enorm fascinerend.

Lig je wel eens ’s nachts wakker van je onderzoek? Nee, als ik wil ben ik het kwijt. En ik ben enorm gecharmeerd van slapen, dus ’s nachts doe ik dat liever.

Wat wil je met je onderzoek betekenen voor nieuwe generaties? Tsjonge, ja, je kunt zoveel willen. Al is het maar de verwondering bewerkstelligen: dat het niet vanzelfsprekend is dat het nu is zoals het is. Als je je realiseert hoe klein de kans is dat je dit nu leest, wat is er dan mooier dan erachter proberen te komen hoe dat toch gebeurd is.

Retorica-onderzoekster Bé Breij had ook een vraag voor Appy Sluijs in haar kettingcolumn:

Mark Rutte.
Nick van Ormondt

“Wat moet premier Rutte van jou leren om Nederland een beter land te maken?” Premier Rutte heeft vorig jaar een pecha kucha (een presentatie van 20 slides van 20 seconden) van mij bijgewoond tijdens de ‘viering’ van het afscheid van Robbert Dijkgraaf als president van de KNAW.

Achteraf vertelde hij me dat ik het uitstekend had gedaan omdat ‘zelfs hij het begreep’. Voordat ik mij bedacht dat ik had moeten zeggen dat ik er dan wel vanuit ging dat hij de importantie van het onderzoek dus inzag en er extra gelden aan ging besteden, was hij er alweer vandoor.

Wat hij echt zou moeten leren zijn alle verschillende manieren waarop wetenschap waarde heeft. In deze tijd waarop alles economische waarde moet hebben, is het van bijzondere betekenis je te verdiepen in de culturele, democratiserende, onderwijskundige en lange-termijn innovatieve waarde van de wetenschap. Hij kan daarvoor altijd bij mij en De Jonge Akademie terecht.

Appy Sluijs nodigt filosoof Gert-Jan van der Heiden uit om de volgende De-Jonge-Akademie-column te schrijven, en hij wil van hem weten:

“Welke rol speelt wiskunde (nog) binnen jouw filosofisch werk?”


Lees het antwoord vanaf 3 december 2013 op Kennislink.nl.

Dit artikel is een publicatie van De Jonge Akademie.
© De Jonge Akademie, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 19 november 2013

Discussieer mee

0

Vragen, opmerkingen of bijdragen over dit artikel of het onderwerp? Neem deel aan de discussie.

NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.