“Met vage klachten meldde ik mij in februari 2017 bij de huisarts: moeheid, spierklachten, kortademigheid. De huisarts schreef antibiotica voor en, nu ik er toch eenmaal was, wees ik op twee bultjes onder de huid op mijn borst. Oogt onschuldig, luidde het oordeel”, vertelt Rick Verschure.
“Toen ik twee weken later weer bij haar zat, had ik wel 20 tot 25 bultjes. Ik moest naar het Diakonessenhuis in Utrecht voor het maken van een longfoto, vanwege de kortademigheid, en een echo. Op de echo waren plekjes zichtbaar op mijn lever. De internist erbij begon met het uitsluiten van mogelijke diagnoses via vragen als: ‘bent u recent in de tropen geweest?’ Ook werd ik omringd door wel drie dermatologen die een bultje verwijderden en lieten onderzoeken.”
Wereld op zijn kop
“De diagnose vertelde de internist mij op een dinsdagmiddag om 15 uur: een uitgezaaid melanoom, de meest ernstige vorm van huidkanker. Eerlijk gezegd had ik nog nooit van het woord ‘melanoom’ gehoord. Op dat moment stapte ik in een achtbaan.”
“Alles ging razendsnel: om 18 uur zat ik tegenover de oncoloog, een dag later was alle familie op bezoek, weer een dag later een MRI- en CT-scan en een bespreking van de behandelopties met de oncoloog. Zij toonde zich even daadkrachtig als realistisch: ‘de kans dat de therapie aanslaat, is 10 tot 20 procent.’ Een dag later begon de eerste behandeling met immuuntherapie, via een infuus. In nauwelijks vier dagen tijd stond mijn wereld volledig op zijn kop.”
Op de been blijven
De behandeling sloeg aan. “De bultjes verdwenen beetje bij beetje. Helaas kreeg ik na drie maanden een longontsteking, een auto-immuunreactie op de behandeling. De tumoren groeiden echter niet meer. Weer drie maanden later kreeg ik te horen dat er nieuwe uitzaaiingen in mijn hersenen zaten. Hiervoor werd ik lokaal bestraald.”
Geen ziekteverhaal is rechtlijnig, de plot is grillig en soms voorzien van haarspeldbochten. Zo ook het relaas van Verschure. “Er kwamen complicaties bij zoals epileptische aanvallen, waarvan ik nog steeds last heb, al zijn die aanvallen kortdurend.”
Wat hem op de been houdt, zijn vooral twee dingen. “Vasthouden aan datgene wat ik al jaren doe, zoals het jaarlijkse bezoek aan Pinkpop en op vrijdagavond recreatief voetballen met de jongens – mannen inmiddels – met wie ik al bijna twintig jaar speel.”
De hoofdreden om elke kans op genezing aan te grijpen, hoe klein ook, is zijn gezin: vrouw Maartje en hun twee zoons van 2 en 4 jaar. “Mijn gezin heeft de hoogste prioriteit, zo simpel is het. Zij geven mij houvast om door te gaan. We kozen er bewust voor om erfelijkheidsonderzoek te doen. Puur om uit te sluiten dat één van de jongens dit gedrocht meekreeg in zijn DNA. Gelukkig stelden de onderzoekers ons gerust. Er lijkt geen sprake van overerving. Echte geruststelling volgt pas over pakweg tien jaar, vermoed ik, als de technieken opnieuw sterk zullen zijn verfijnd. We kunnen de jongens dan opnieuw laten testen.”
Immuuntherapie
Vorig jaar kreeg hij een combinatietherapie met hoge doses ipilimumab en nivolumab, middelen die het eigen afweersysteem stimuleren. In mei van dit jaar volgde de eerste behandeling met pembrolizumab, via een infuus. Dat zijn allemaal zogenoemde checkpointblokkers, een vorm van immuuntherapie die ervoor zorgt dat de natuurlijke rem van de afweercellen (de T-cellen) blokkeert, zodat die hun werk kunnen doen en de kankercellen opruimen.
“Nadat de meest recente scan liet zien dat er, na een kuur met pillen (zogenaamde BRAF-remmers), geen nieuwe plekken zijn ontstaan en dat de bekende uitzaaiingen kleiner waren of verdwenen, konden we switchen naar de pembrolizumab. Maar de enige zekerheid is onzekerheid. Want slaat deze behandeling aan? Blijft dat zo? Niemand die het weet. Of duikt dat explosieve melanoom weer op over drie maanden? Een jaar? Tien jaar?”
De zorg is geen pretpark maar Verschure prijst zich gelukkig met immuuntherapie dat ‘een echte doorbraak’ is en waarvoor mensen keihard hebben gewerkt om die behandeling te realiseren. De ontwikkelingen gaan razendsnel. “De behandeling die ik nu krijg, bestond vorig jaar nog niet. Jaarlijks komen er nieuwe varianten van checkpointblokkers bij.” Dat voedt zijn hoop op een goede afloop. De naaste handlanger van hoop is vertrouwen: “We hebben veel vertrouwen, maar het spul moet nog wel gaan doen wat het moet doen.”