Als we de berichten in de media mogen geloven, is het droevig gesteld met de integratie van Nederlanders met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Vooral Marokkaanse jongens komen regelmatig in het nieuws als overlast veroorzakende hangjongeren (of erger). Ook de beheersing van het Nederlands door de Marokkaanse en Turkse jeugd wordt vaak negatief beoordeeld, hoewel velen van hen vloeiend Nederlands spreken: zij kunnen zich – zonder te zoeken naar woorden of na te denken over de structuur van hun zinnen – begrijpelijk maken aan hun gesprekspartners.
Eigen groepskenmerken
Die negatieve beoordeling van het Nederlands van Marokkaans- en Turks-Nederlandse jongeren wordt naar ons idee vooral veroorzaakt door kenmerken die in het taalgebruik van autochtone Nederlanders niet of nauwelijks voorkomen. Kijk (en luister) maar eens naar de volgende voorbeelden van Marokkaanse (M) en Turkse (T) sprekers:
Jongerentaal 1
(1) Uh mag ik die mag ik die uh tijdschrift? Misschien dat daar wat leuks in staat. (M)
Jongerentaal 2
(2) Dit uh dit weekend was die uh hoe heet dat… hoe heet die feest ook alweer dan? (T)
Jongerentaal 3
(3) Vertel meer over dan! (M)
In de voorbeelden 1 en 2 wordt die in plaats van dat gebruikt en in voorbeeld 3 is er weggelaten. Ook de uitspraak is vaak opvallend. Let in de voorbeelden 4 en 5 op de staccato manier van praten en in voorbeeld 6 op de s in school:
Jongerentaal 4
(4) Oke meester we willen snel beginnen. (T)
Jongerentaal 5
(5) Maar ik had toch tien gezegd? (M)
Jongerentaal 6
(6) De meeste mensen komen naar school… Jongen ze weten niks. (T)
Natuurlijk zijn dit niet álle kenmerken van Marokkaans- en Turks-Nederlands. Ook zullen er weinig jongeren zijn bij wie alle genoemde verschijnselen frequent voorkomen. Stuk voor stuk zijn het wel kenmerken waaraan het taalgebruik van jongeren van allochtone afkomst te herkennen is. Waarschijnlijk is het voorkomen van dergelijke verschijnselen onder meer terug te voeren op (één van) de oorspronkelijke talen van etnische minderheden in Nederland. Maar ook het taalverwervingsproces dat de (groot)ouders van deze jongere sprekers doorlopen hebben bij het leren van het Nederlands is van invloed.
Nederlandse struikelblokken
Een leraar Nederlands zou het gebruik van die voor dat ongetwijfeld ‘fout’ rekenen. Maar ook veel autochtone Nederlanders zeggen dingen die diezelfde leraar zou afkeuren. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van hun als onderwerp: een verschijnsel dat al lange tijd voorkomt in het taalgebruik van Nederlanders, maar dat de laatste tijd steeds vaker gebruikt lijkt te worden. Bij Turkse en Marokkaanse jongeren komt dat soort verschijnselen óók voor – waarschijnlijk onder invloed van het autochtone Nederlands dat zij om zich heen horen. Kijk bijvoorbeeld eens naar het volgende fragment uit een gesprek tussen een Marokkaanse jongen (M) en een Turkse jongen (T) – beiden geboren in Nijmegen. Ze bespreken dat het belangrijk is om naar je ouders te luisteren en gebruiken daarbij vaak hun als onderwerp:
Jongerentaal 7
(7) T:Hun hebben … dit hebben ze allemaal al meegemaakt. M:Ja.T:Deze weg zijn ze al voorbij.M:Jouw leeftijd hebben hun al gehad.T:Ja.M:En als hun het niet hebben meegemaakt, misschien hebben ze het wel gezien bij een van hun vrienden.T:Ja dat ook, maar… Ja, hoe zeg je dat. De tijd verandert niet maar de mensen verandert weet je. Niet alles blijft hetzelfde zoals hun het meegemaakt hebben. M:Ja.
Een ander struikelblok voor veel Nederlanders is het gebruik van als en dan. Volgens de traditionele schoolregels komt dan na een vergrotende trap (groter dan ik); als wordt gebruikt bij een vergelijking (even groot als ik). Dan wordt bovendien gevolgd door bijvoorbeeld ik, jij en wij – niet door mij, jou of ons. Het voornaamwoord kan namelijk aangevuld worden tot een hele zin waarin het voornaamwoord het onderwerp is: groter dan ik (groot ben). Niet alleen bij autochtone Nederlanders (N), maar ook bij Turkse en Marokkaanse jongeren hoor je afwijkingen van deze regels:
Jongerentaal 8
(8) Jongen, ik schud sneller als jou. (N)
Jongerentaal 9
(9) Ik ga ook met heel wat oudere mensen als mij om weet je. (M)
Het taalgebruik uit de voorbeelden 7, 8 en 9 wekt bij sommige Nederlanders weliswaar veel ergernis op, maar het komt toch bij een grote groep autochtone sprekers voor. De voorbeelden van Turkse en Marokkaanse sprekers laten zien dat dat ook bij hen het geval is. Het is heel goed mogelijk dat we hier te maken hebben met een lopende taalverandering en dat hun hebben… en groter als mij op langere termijn voor iedere taalgebruiker van het Nederlands acceptabel zijn.
Een speciaal computerprogramma koppelt de spraakfragmenten en de uitgeschreven tekst aan elkaar.
Regionale invloeden
De ‘autochtone’ invloed op het Nederlands van jongeren van allochtone afkomst blijft niet beperkt tot de hierboven besproken struikelblokken. Luister bijvoorbeeld maar eens naar de uitspraak van de g, de ei en de ui in de volgende fragmenten:
Jongerentaal 10
(10) Hun gaan nog wel gekke transfers maken die Arsenal. (T, Nijmegen)
Jongerentaal 11
(11) En ’t is ook veiliger in het verkeer dus ja… (M, Amsterdam)
Jongerentaal 12
(12) Zelfs als ik uitga dan uh dan uh dan rook ik niet dan drink ik niet. (M, Amsterdam)
De zachte g in gekke van de Nijmeegse jongen, de ei en de ui van de Amsterdammer: ze zouden ook uitgesproken kunnen zijn door autochtone sprekers uit Amsterdam en Nijmegen. En ook in de volgende voorbeelden is de invloed van de regio waarin de spreker woont merkbaar:
Jongerentaal 13
(13) ’t is een vet coole snelle leipe dunne auto. (T, Amsterdam)
Jongerentaal 14
(14) ’t is kapot leuk, toch? (M, Amsterdam)
Jongerentaal 15
(15) Is keileuk spel. (T, Nijmegen)
Jongerentaal 16
(16) Je hebt keimooi gebit man. Vanaf hier zie ik dat keigoed. (M, Nijmegen)
Jongeren uit Amsterdam gebruiken vooral vluchtige versterkende woorden die na enige tijd vervangen worden door nieuwe. Op dit moment zijn dat bijvoorbeeld vet in vet cool (heel erg cool) en kapot in kapot leuk (heel erg leuk). In Nijmegen wordt door Marokkaanse en Turkse sprekers het zuidelijke kei- overgenomen en gebruikt, naast vluchtige woorden als vet.
Niet geïntegreerd?
Marokkaans- en Turks-Nederlandse jongeren nemen typisch Nederlandse struikelblokken en regionale Nederlandse kenmerken dus probleemloos over. In dat opzicht zijn zij buitengewoon sterk geïntegreerd! Maar of dit de vorm van integratie is die de minister van Wonen, Wijken en Integratie (Eberhard van der Laan) voor ogen staat…?
Alle voorbeelden in dit artikel zijn afkomstig uit opnames die gemaakt zijn in het kader van het door NWO gefinancierde project The Roots of Ethnolects. De auteurs zijn als promovendi verbonden aan dat project.
zie ook:
- The Roots of Ethnolects (projectwebsite)
- De Nieuwe Rijken van het Nederlands (Taalschrift)
- Stenen des aanstoots (Onze Taal)
- Hun ergeren zich (Kennislinkartikel)
- Nederlands als vreemde taal (Kennislinkartikel)
- Jongerentaal (Kennislinkdossier)