Onze kennis van de betekenis van woorden lijkt eenvoudig. We hebben gewoon een lijst met woorden in ons hoofd met de daarbij horende betekenis. Maar als je wat beter naar ons woordgebruik kijkt, blijkt het toch wat ingewikkelder te zijn.
Geen woordenboek
Je zou kunnen denken dat mensen een soort inwendig woordenboek hebben, met lemma’s en daarachter de betekenis. Echter, de betekenis van woorden is flexibel, zoals de betekenis van het woord muis.
(1) Mijn muis doet raar

De interpretatie van muis in (1) hangt af van de context waarin de zin uitgesproken wordt. Als de zin in een dierenwinkel uitgesproken wordt, zal de aangesprokene muis interpreteren als een verwijzing naar een grijzig knaagdier. Maar als het in een computerwinkel uitgesproken wordt, zal het geïnterpreteerd worden als een computeronderdeel.
Nu kan je zeggen dat er dan twee betekenissen bij het lemma muis staan of dat er twee lemma’s muis bestaan in ons inwendige woordenboek. Maar dat wordt lastiger als je bijvoorbeeld naar het volgende zinnenpaar kijkt.
(2) Ik houd van snelle auto’s (3) Ik houd van snelle maaltijden
In (2) slaat snel op de manier waarop een auto beweegt of kan bewegen. In de (3) slaat snel op de tijd die nodig is om een maaltijd te bereiden. De betekenis van snel is dus anders in (2) dan in (3). Maar kunnen we hier echt spreken van verschillende betekenissen die apart opgesomd worden in ons hoofd? Woorden kunnen ook creatief gebruikt worden zoals in (4).
(4) Ik heb gisteren lekker gekroket
In (4) wordt het zelfstandig naamwoord kroket gebruikt als werkwoord. Dit zou niet mogelijk zijn als alle gebruiksmogelijkheden vastliggen in het hoofd van de spreker. De voorgaande voorbeelden maken het niet waarschijnlijk dat mensen alle gebruiksmogelijkheden van een woord simpelweg onthouden. Maar hoe kunnen we dan woorden gebruiken en begrijpen? De voorbeelden hierboven laten al zien dat de context waarin een woord gebruikt wordt erg belangrijk is.

Woord in context
De betekenis van een woord zonder context is eigenlijk niet vast te stellen. Wat stel je je voor bij het woord koffie? Het poeder? Of toch de vloeistof? En in welke hoedanigheid dan, in een kopje of gemorst op de grond? Een woord krijgt pas echt betekenis als het in een betekenisvolle uiting staat. Maar er is ook een beperking op de flexibiliteit van de betekenis van een woord. Hoewel de interpretatie van muis afhangt van de context, zoals we zagen in (1), kunnen we het met de beste wil van de wereld niet interpreteren als ‘auto’ in (5)
(5) De muis stond voor het stoplicht te wachten
Dit laat zien dat we wel degelijk iets onthouden met de betrekking tot de betekenis van een woord. De vraag is dan: hoe werkt de interactie tussen lexicale kennis en de context precies?
In mijn proefschrift dat ik 21 december verdedig, ga ik ervan uit dat het begrijpen van woorden het resultaat is van een optimalisatieproces. Dat wil zeggen dat de hoorder van een woord voor de beste interpretatie gaat, ook al is deze niet perfect. Optimalisatie vormt de kern van Optimaliteitstheorie (OT). OT gaat ervan uit dat de taal zoals wij die produceren en interpreteren het product is van tegenstrijdige krachten die verschillen in hun belangrijkheid. Ook de relatie tussen woorden en betekenissen is onderworpen aan tegenstrijdige krachten.
Wel de juiste interpretatie
Neem bijvoorbeeld het woordje wel. Het woord wel heeft veel verschillende mogelijke interpretaties. De betekenis van wel is erg afhankelijk van de context. Er is echter één sterkste of prototypische betekenis, namelijk waar wel een negatieve uiting van iemand anders corrigeert, als in voorbeeld (6)

(6) Tomasello: taal is niet aangeboren Chomsky: taal is wél aangeboren
De andere betekenissen zijn zwakkere vormen van deze functie. Een voorbeeld hiervan is (7).
(7) Janus houdt niet van de Beatles maar hij heeft wel al hun cd’s
In (7) wordt niet expliciet ontkend dat Janus cd’s van de Beatles zou hebben. Toch zou je dit wel verwachten op basis van het feit dat hij niet van hun muziek houdt. Bij de interpretatie van een voorkomen van wel, spelen twee krachten een rol. Aan de ene kant wil de hoorder van een woord zoveel mogelijk trouw zijn aan de sterkste of prototypische betekenis. Aan de andere kant wil de hoorder een interpretatie die past in de context. In veel gevallen kan elke mogelijke interpretatie niet aan beide eisen tegelijk voldoen. Dan wordt de beste interpretatie gekozen op basis van welke eis belangrijker is. Bij het interpreteren van woorden zal de context altijd belangrijker zijn dan het kiezen van de prototypische betekenis.
Meer keus
Voor het kiezen van woorden geldt hetzelfde principe als bij het begrijpen van woorden. Als een spreker van plan is een bepaalde betekenis uit drukken, kan het goed zijn dat zijn taal niet voorziet in een woord dat daar precies bij aansluit. In dat geval zal de spreker het beste woord kiezen dat zijn taal te bieden heeft. Dat wil zeggen: het woord dat het dichts aansluit bij wat hij precies wil zeggen. Dit proces wordt zichtbaar in bijvoorbeeld de spraak van meertaligen. Zij uiten soms een woord uit hun ene taal in een zin die verder volledig bestaat uit woorden uit hun andere taal. Zoals in (8) waarin het Nederlandse woord arbeidsbureau in een verder Turkse zin is gezet.
(8) Şöyle, şey ben arbeidsbureau´ya gittim ‘zo, zeg maar, ik ben naar het arbeidsbureau geweest’
Woorden als arbeidsbureau in (8) worden inserties genoemd. Uit onderzoek (van onder andere Backus 1996) is gebleken dat inserties voorkomen omdat de betreffende woorden beter aansluiten bij wat de spreker uit wil drukken dan het woord uit de taal waaruit de omringende woorden afkomstig zijn. Meertaligen hebben dus meer keus bij het kiezen van het juiste woord omdat er een subtiel verschil kan bestaan tussen de lexicale equivalenten uit hun beide talen. Sprekers spreken echter liever ook maar één taal tegelijk. Het verschil in betekenis moet dus groot genoeg zijn om te compenseren voor het feit dat het woord uit een andere taal afkomstig is.
De belangrijkste conclusie over het begrijpen en kiezen van woorden in mijn proefschrift is dat de relatie tussen woorden en betekenissen niet statisch is. Het is de uitkomst van een proces waarbij tegenstrijdige krachten van verschillende aard een rol spelen.
Bronnen:
Backus, A. (1996). Two in One. Bilingual speech of Turkish immigrants in the Netherlands. Tilburg, Tilburg University Press (ook bron van voorbeeld 8) Hogeweg, L. (2009). Word in Process: On the interpretation, acquisition, and production of words. Proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen.
Lees verder op Kennislink:
Zo hoog als gras Het brein achter onze communicatie Voorkennis bepalend bij zinsontleding