
Wie zijn moedertaal vloeiend spreekt, spreekt doorgaans zó vlot dat hij klanken overslaat of samentrekt. ‘Op een gegeven moment’ wordt ‘opgeement’ en ‘het is natuurlijk zo’ kan worden ingekort tot ‘stuukzo’, om wat voorbeelden van gereduceerde spraak in het Nederlands te noemen.
Mirjam Ernestus – universitair hoofddocent Taalwetenschap aan de Radboud Universiteit – doet al langer onderzoek naar dit fenomeen. Met de Starting Grant van het European Research Council die nu aan haar is toegekend, gaat ze bestuderen hoe mensen die een vreemde taal leren de gereduceerde, spontane spraak verwerken en opslaan in hun hersenen.
In één of meer stappen
‘Spraakreductie’ maakt dat vreemdetaalleerders zelfs na jaren studie vaak nog moeite hebben om spontane conversaties te verstaan. Anders dan kinderen die een eerste taal leren, en daarin van meet af aan de ongereduceerde en gereduceerde varianten horen, krijgen zij de gereduceerde uitspraakvarianten meestal pas onder de knie nadat ze de ongereduceerde uitspraken van woorden al heel goed kennen en ook goed weten hoe die woorden gespeld worden. Dat kan een effect hebben op hoe ze die varianten verwerken. Hoe dat nu precies in zijn werk gaat, dat onderzoekt Ernestus samen met twee promovendi en een postdoc de komende jaren bij Spanjaarden die Engels leren en Nederlanders die Frans leren.
Beschrijven en voorspellen
Het onderzoek moet leiden tot de eerste psycholinguïstische theorie daarover. Een theorie die volledig zal worden ondersteund door computermodellen die niet alleen beschrijven hoe vreemdetaalleerders de spontane, verkorte spraakvarianten opslaan in en weer ophalen uit hun hersenen, maar ook voorspellen hoe dat beter kan. Het project zal dan ook – is tenminste de verwachting – leiden tot de ontwikkeling van betere lesmethoden voor het leren verstaan van een vreemde taal.
Eerder onderzoek
De volledige titel van Ernestus’ onderzoeksproject is The challenge of reduced pronunciation variants in conversational speech for foreign language listeners: experimental research and computational modeling. Het project wordt tussen januari 2012 tot december 2016 uitgevoerd binnen het onderzoeksinstituut Centre for Language Studies van de Radboud Universiteit Nijmegen. Eerder werd aan Mirjam Ernestus al een NWO Vidi-subsidie (2006) en een Europese EURYI-subsidie (2006) toegekend voor onderzoek naar spraakreductie. Over het onderzoek van Mirjam Ernestus is een filmpje gemaakt:
Zie ook:
- Kou of cow? De context bepaald (Kennislinkartikel over de verstaanbaarheid van vreemde woorden)
- Kuchde, toste en turfte (Kennislinkartikel van Mirjam Ernestus en Harald Baayen)
- Wpratendekroegaddemdawonself (…) hore (Kennislinkartikel over spraakreductie)