En dit jaar is in opspraak… Vindicat
Tijdens de ontgroening op de Groningse studentenvereniging Vindicat, in september 2016, raakte een student ernstig gewond aan zijn hoofd, en er bleek een bangalijst met de 06-nummers van eerstejaars studentes rond te gaan. De universiteit Groningen heeft er genoeg van, en eist dat Vindicat ophoudt met ontgroenen. Ook in de media klinkt opnieuw de roep om maatregelen tegen de seksistische en elitaire moraal op corporale studentenverenigingen.

“Een introductieweek is een interessant fenomeen,” zegt René Veenstra van de Rijksuniversiteit Groningen. De socioloog doet onderzoek naar groepsprocessen, pesten en populariteit. “Mensen worden in een groep geplaatst waar ze een week mee moeten optrekken. De studenten hebben uiteenlopende achtergronden en verschillende interesses en het is niet makkelijk om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. De kans is dan ook groot dat dit soort groepjes tijdens de week uit elkaar vallen.”
Is dat erg? Niet echt. Het is namelijk een voorbode van wat de eerstejaars de rest van hun studieperiode staat te wachten. Veenstra: “De introductieweek is als het ware het afscheid van het lid zijn van een hechte groep.” Op de middelbare school bestaat een duidelijke groepsstructuur: leerlingen lezen dezelfde boeken op hetzelfde moment, hebben samen pauze en zitten vaak naast dezelfde klasgenoot.
De universiteit is veel individueler. De netwerken die studenten ontwikkelen, zijn veel vaker gebaseerd op gemeenschappelijke interesses. “Als iemand van alternatieve muziek houdt, gaat hij op donderdagavond naar een alternatieve kroeg. Als iemand van salsa houdt, zal hij salsa-vrienden maken,” zegt Veenstra. “Een groepsstructuur zoals die op de middelbare school bestaat, is op de universiteit veel minder van belang. Op de universiteit ben je zelf de motor van je sociale leven.”

Eeuwige vriendschap en eeuwige hoon
“Als ik zeg dat de introductieweek een afscheid is van een deel uitmaken van een hechte groep, geldt dat niet voor mensen die zich bij de traditionele studentenverenigingen aansluiten,” zegt Veenstra. “Daar ben je wel degelijk lid van een groep, als feut en als jaarclublid.”
Dit soort hechte sociale netwerken kunnen handig zijn: als student ben je je verzekerd van vrienden en als alumni van goede contacten. Uit eerder Amerikaans onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat leden van studentenverenigingen de meeste kans hebben op een goedbetaalde baan.
Maar hier moet je wel wat voor over hebben. Ontgroening bijvoorbeeld. In ruil voor groepsgevoel en eeuwige vriendschap moet de feut afzien en zich onderwerpen aan de hoon van meerderejaars. Is dat de keerzijde van een hechte groepsstructuur? Dat de sociale druk om mee te doen zo groot is, dat mensen dingen doen die ze eigenlijk niet willen?
Volgens René Veenstra valt dat wel mee. “Er zijn altijd excessen, maar over het algemeen is het niet barbaars wat er bij Nederlandse ontgroeningen gebeurt. Het is denkbaar dat studenten onder grote groepsdruk staan, er bij willen horen en dan dingen doen waarvan andere mensen zich afvragen of dat nou wel zo verstandig is. Maar mensen kiezen er uiteindelijk zelf voor om lid te worden van een traditionele studentenvereniging en kunnen gewoon opstappen.”
Groningse studentenvereniging Vindicat opnieuw in opspraak.
Populariteit niet voor iedereen weggelegd
Eerstejaars die – al of niet onder sociale druk – veel drinken in de hoop populairder te worden, moet Veenstra teleurstellen. “Alleen veel drinken helpt niet,” waarschuwt hij. Uit eerder onderzoek van Jan Kornelis Dijkstra en Veenstra blijkt namelijk dat populaire jongeren ‘negatief’ gedrag (zoals veel drinken, spijbelen, roddelen en dominant aanwezig zijn) combineren met ‘positieve’ kenmerken (zoals sportief, sociaal vaardig en knap zijn). Als iemand drinkt, verhoogt dat de populariteit een klein beetje. Maar als iemand drinkt die ook nog knap is, verhoogt dat de populariteit enorm, vonden de onderzoekers.
“Populariteit is dus niet af te dwingen door het meest in het oog springende gedrag (zoals veel drinken) te kopiëren. Dat is te simpel. De echt populaire jongens drinken misschien veel, maar staan de volgende ochtend weer op het voetbalveld om het winnende doelpunt te scoren,” zegt Veenstra. Bovendien zien ze er ook nog leuk uit, zijn ze in staat om mensen te introduceren in hun netwerk en helpen ze bij verhuizen. “Het drinken is heel makkelijk over te nemen en dat is wat veel mensen die ook populair willen zijn als eerste kopiëren. Maar het gaat ook om het scoren van dat winnende doelpunt. En dat is heel moeilijk. Dat is maar voor weinigen weggelegd.”
Dr. René Veenstra doet onderzoek naar pesten, pro- en antisociaal gedrag, populariteit en ouder-kindrelaties.
Lees ook:
- Puberstrijd om populariteit (artikel van Jan Kornelis Dijkstra)
- De sterren en zondebokken van Idols (over sociale in- en uitsluitingsprocessen)
- Rumoer op de apenrots (over leiderschap en groepsgedrag)
- Dronken door macht, nuchter door onrecht (over macht en groepsgedrag)
- Comazuipen neemt toe (Kennislink)
- Franse en Nederlandse zuipschuiten (over de invloed van sociale normen op drinkgedrag)
- Aardige jongen drinkt meer onder druk (Kennislink)
- ‘De snelste drinker bepaalt het tempo’ (over sociaal drinken)
- Dossier alcoholmisbruik onder jongeren (Kennislink)