Je leest:

Glazen plafond nog niet weg

Glazen plafond nog niet weg

Auteur: | 15 maart 2012

Iedereen weet het: vrouwen in topposities zijn kinderloze bitches. Hun partner, als ze die al hebben, is een onderdanig doetje. Iedereen weet ook: vrouwen in topposities zijn superwezens, die werk, huwelijk en kinderen op miraculeuze wijze kunnen combineren. En mannen? Hoe doen die dat? Daar hebben we als samenleving eigenlijk geen uitgesproken mening over.

Dr. Belle Derks is universitair docent en sociaal psycholoog aan de Universiteit Leiden. Zij onderzoekt de invloed van negatieve beeldvorming van groepen op (etnische) minderheden.

“Vrouwelijkheid staat in Nederland gelijk aan verzorgend en zacht. Dat staat recht tegenover de hardheid die veronderstelt is nodig te zijn voor leiding geven. Hard en hart gaan niet samen. Maar het verschil tussen individuele mannen en vrouwen is veel kleiner dan tussen hen als groep. De verwachtingen worden echter gebaseerd op de stereotypen van de groep en die is voor vrouwen negatiever dan voor mannen. Het feit dat vrouwen het tegenwoordig beter doen op school, leidt tot het nieuws dat mannen het slechter doen en dat het systeem omgegooid moet worden. En in elke branche waar meer vrouwen gaan werken, daalt het gemiddelde salaris.”

Vrouwen op topposities blijven minder gewoon dan mannen aan de top.

Vooroordelen

Hoe vrouwen op vooroordelen reageren in een werksituatie, wordt met name bepaald door hoe sterk zij zich identificeren met hun vrouwelijke identiteit. Hoe sterk iemand zich identificeert met zijn groep, wordt ook bepaald door de beeldvorming rondom die groep. Derks: “Wanneer iemand kritiek heeft op ‘jouw’ groep zijn er drie reacties: ontkennen dat je bij de groep hoort, je afscheiden van de groep of die groep ondersteunen.”

Met onderzoekers Colette van Laar, Naomi Ellemers en Kim de Groot nam Derks een online vragenlijst af onder 63 senior politievrouwen in drie verschillende politiekorpsen. Eén groep werd gevraagd naar werksituaties waarin ze discriminerende en seksistische uitlatingen hadden gehoord, de andere naar situaties waarin hun geslacht geen rol speelde en ze werden gewaardeerd om hun persoonlijke kwaliteiten.

Binnen de groep die herinnerd was aan negatieve situaties, rapporteerden vrouwen die zich zwak identificeerden met de vrouwelijke identiteit, een mannelijke leiderschapsstijl. Zij ontkenden het bestaan van seksediscriminatie binnen de politie en distantieerden zich van andere vrouwen binnen de organisatie. Derks noemt dit Queen Bee gedrag.

De Bijenkoningin

De Queen Bee heeft weinig behoefte aan andere ‘koninginnen’ op het werk.
Wikimedia Commons

Opmerkelijk was dat de vrouwen die aan positieve ervaringen herinnerd waren dit patroon minder vertoonden. De Queen Bee lijkt dus getriggerd te worden door de omgeving.

“Als vrouwen moeten kiezen tussen hun eigen kansen en de kansen van hun seksegroep, kiezen sommige om voor zichzelf te vechten. Waarom zouden ze ook voor hun groep opkomen? Mannen hoeven dat toch ook niet?” Uit het onderzoek bleek ook dat vrouwen die zich wel sterk identificeerden met hun vrouwelijkheid, juist meer bereid waren om andere vrouwen vooruit te helpen in hun carrière.

“Wanneer een vrouw het enige voorbeeld is in een organisatie, valt haar gedrag op en wordt het vaak gekleurd door haar geslacht. Zij wordt geïnterpreteerd op basis van de stereotypen rondom haar groep en moet bewijzen dat zij niet zo is,” legt Derks uit. “Dit geldt overigens niet alleen voor vrouwen in de rol van leidinggevende, maar ook bijvoorbeeld voor allochtonen op school en meisjes in wiskunde.”

Meisjes voelen soms meer druk om zich te bewijzen bij wiskunde.

Blijvende obstakels

Omgekeerd, geldt voor mannen in een vrouwenomgeving juist dat zijn man-zijn zijn loopbaan versnelt: de glazen roltrap. De tegenhanger daarvan is de glazen afgrond. Derks: “Vrouwen worden juist aangenomen wanneer men ‘teamspirit’ nodig heeft of wanneer het heel slecht gaat met een organisatie en ze iets ‘compleet anders’ nodig hebben. “Wanneer het dan toch mislukt, zal het wel aan de vrouw liggen.”

Het tegengaan van stereotypen kost cognitieve energie, zegt Derks. “Je moet heel gemotiveerd zijn om het vol te houden. Daarom is het zo jammer dat veel stimuleringsprogramma’s voor vrouwen worden afgeschaft zodra één vrouw de top heeft bereikt. Men denkt dat het heeft gewerkt, maar omdat één vrouw de zware weg koos, wil niet zeggen dat het pad open ligt voor andere vrouwen. Het argument dat vrouwen geen extra kans nodig hebben, geldt alleen wanneer er gelijke kansen zijn. En dat is nog steeds niet zo. Voor topposities maakt het nog echt uit of er een mannen- of vrouwennaam op het cv staat.”

Demonstratie voor gelijke arbeidsrechten in de jaren zestig.
Hollandse Hoogte Amsterdam, via CC 1

Oplossingen

Is er dan niets veranderd sinds de “feministische” revolutie? Ja en nee, zegt Derks. Op lagere niveaus is de verdeling mannen en vrouwen steeds meer in balans, het loopt pas scheef in loopbaanontwikkeling. “Vrouwen zien zichzelf als minder logische kandidaat. Dat leren ze wel met een steuntje in de rug, maar dat moet niet stoppen bij het aannemen.” Gelukkig komt er steeds meer support of mentoring voor vrouwen in hoge posities. “Beter is het in een keer een paar vrouwen op hoge posities te zetten, dan verandert het stereotype. De druk gaat eraf en individuele karaktertrekken gaan tellen.”

Dit artikel is een publicatie van Leidraad (Universiteit Leiden).
© Leidraad (Universiteit Leiden), alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 15 maart 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.