Je leest:

Herstel ‘ozongat’ lijkt vooral gevolg van verminderde zonneactiviteit

Herstel ‘ozongat’ lijkt vooral gevolg van verminderde zonneactiviteit

Auteur: | 8 juni 2006

Het gat in de ozonlaag is zich gelukkig langzaamaan weer aan het herstellen. Aanvankelijk werd dit herstel toegeschreven aan het volledig en wereldwijd uitbannen van drijfgassen. Recent onderzoek lijkt er echter op te wijzen dat niet zozeer menselijk ingrijpen, maar vooral verminderde zonneactiviteit hiervoor verantwoordelijk is.

De aarde wordt voortdurend blootgesteld aan ultraviolette straling van de zon. Die straling wordt deels tegengehouden in de stratosfeer. Dat heeft grote voordelen voor het leven op aarde, want ultraviolette straling kan in de cellen van levende organismen beschadigingen veroorzaken waardoor kanker kan ontstaan. Bij mensen gaat het vooral om huidkanker. Sinds metingen uitwezen dat de seizoensgebonden afname van de ozonconcentratie (vooral boven Antarctica en – wijde – omgeving) samenviel met een significante toename van het aantal gevallen van huidkanker in Australië, is wereldwijd overleg gevoerd over mogelijke maatregelen.

Onderzoek wees uit dat CFK’s leiden tot afbraak van ozon. Omdat er wereldwijd enorme hoeveelheden CFK’s in de atmosfeer terechtkwamen vanwege hun toepassing als drijfgas in spuitbussen, werd besloten die toepassing van CFK’s te beëindigen. Via het zogeheten Protocol van Montreal, dat in 1987 door 189 landen – in een welhaast ongekende eensgezindheid – werd ondertekend, gingen de CFK’s in de ban.

In 1998 was het ozongat boven de zuidpool het grootst.

De vreugde was dan ook groot toen het ozongat vanaf 1998 in omvang afnam. Het leek er dan toch op dat menselijke maatregelen de natuur konden sturen. Maar er werd mogelijk te vroeg gejuicht: metingen over een langere periode wijzen namelijk uit dat de ozonconcentratie een (wat verlate) reactie is op variaties in de zonneactiviteit. Deze vertoont een 11-jarige cyclus, en daarom kan pas nu de relatie tussen die zonnevlekken, de ozonconcentratie en de uitbanning van drijfgassen in 1987 met redelijke zekerheid worden vastgesteld.

Het oplaten van een ballon op Antarctica om de ozonconcentratie in de stratosfeer te meten.

Daarbij moest overigens wel rekening worden gehouden met tal van andere factoren die de ozonconcentratie in de stratosfeer beïnvloeden. Het gaat daarbij onder meer om de – vaak enorme – hoeveelheden gassen die door vulkanen worden uitgestoten, en die deels ook helpen om ozon af te breken. Die invloed is, op basis van een aantal grote vulkaanuitbarstingen in de afgelopen 20 jaar (onder meer de Pinatubo, in 1991) ook duidelijk aantoonbaar.

Onderzoek van chloorhoudende gassen tijdens de ozonexpeditie van 1986 naar Antarctica.

Het gaat er derhalve steeds meer naar uitzien dat fluctuaties in de zonneactiviteit een enorme invloed hebben. De relatie met het gevreesde broeikaseffect is al eerder vastgesteld: we leven nu in een periode van – voor de laatste eeuwen – ongekend sterke zonneactiviteit. Nu lijkt dus ook de fluctuatie in de ozonconcentratie voor een belangrijk deel met die activiteit samen te hangen, zij het dat een toename van de zonneactiviteit juist gepaard gaat met minder afbraak van ozon.

De ozonconcentratie boven Antarctica nam lange tijd af, maar sinds enkele jaren is weer sprake van een toename, die zich waarschijnlijk zal voortzetten. (bron: Martin Drameris; Institut für Physik der Erde, Wessling, Duitsland)

Helemaal zinloos is de ban op CFK’s echter zeker niet: het stopzetten van de emissies speelt zeker ook een rol. De onderzoekers stellen dan ook – zij het voorzichtig – dat op den duur zeker een effect merkbaar zal zijn. In 2008 zal de zonneactiviteit een minimum in zijn 11-jarige cyclus bereiken. Vooral wanneer de zonneactiviteit daarna weer toeneemt, dan zal het effect van de ban op CFK’s waarschijnlijk opnieuw, net als na het minimum in de zonneactiviteit van 11 jaar eerder) nog duidelijker – en mogelijk blijvender – worden.

Bron

Dameris, M., Matthes, S., Deckert, R., Grewe, V. & Ponater, M., 2006. Solar cycle effect delays onset of ozone recovery. Geophysical Research Letters 33, doi:10.1029/2005GL024741, 4 pp.

Zie ook:

Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews

Dit artikel is een publicatie van NGV Geonieuws.
© NGV Geonieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 08 juni 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.