De hajj is de hoogst gewaardeerde religieuze plicht. Na de hajj spreken moslims over een diep religieuze ervaring en gevoel van verbondenheid met moslims over de hele wereld. Voor vertrek zijn er bijeenkomsten in de moskee en de bedevaartgangers krijgen een feestelijke uitgeleide met muziek. Ook bij terugkomst worden zij feestelijk onthaald en komt er bezoek om te delen in baraka die de hajji (man) of hajja (vrouw) heeft opgedaan.
De hajj vindt plaats in de maand dhu al hijja, voor alle moslims over de hele wereld op dezelfde tijd en is op de televisie over de hele wereld te volgen. Dit maakt de islam tot een wereldgodsdienst en de umma tot een wereldgemeenschap. Alle bedevaartgangers zijn in het wit gekleed, als teken van eenheid, gelijkheid en reinheid in geloof. Door meer financiële mogelijkheden gaan steeds meer Nederlandse moslims op bedevaart, en vaker dan één keer.
Moslim met zicht op de ka’aba, het belangrijkste gebouw voor de pelgrims in Mekka.
Tijdens de hajj vindt ook het offerfeest plaats waarbij moslims over de hele wereld onderwerping en overgave aan God ritueel gestalte geven via het offer van een schaap, samen met de pelgrims in Mekka. Dat geeft bij uitstek de beleving van saamhorigheid binnen de religieuze gemeenschap.
Het offerfeest is een familiefeest. Na speciale gebeden in de moskee wordt het schaap geslacht. Na de slacht bereiden de vrouwen de organen met veel baraka, lever en hart, en verwerken de rest. Het offervlees wordt eerlijk over alle aanwezigen verdeeld. Mensen gaan bij elkaar op bezoek om zegening te wensen en stukken vlees te schenken en te eten. Ook wordt vlees uitgedeeld aan armen. Met het vlees schenkt men baraka, zegening van God die voor alle mensen van de umma wereldwijd toestroomt. De sfeer is ontspannen. Mensen proberen ruzies te voorkomen en harmonie te benadrukken. Verzoeningen vinden plaats, ook op politiek niveau. In dit offerfeest tijdens de hajj krijgt de umma wereldwijd gestalte met een overvloed aan hoogwaardig voedsel en zegening; het is een dramatische expressie van de grootheid en eenheid van de umma en van de gelijkheid van alle gelovigen voor God.
De ka’aba
Behalve het grote offerfeest vinden er jaarlijks offerfeesten plaats voor verschillende heiligen, meestal heiligen die zijn overleden. Ze worden niet erkend door de orthodoxie. Toch ervaren veel moslims sterk hun aanwezigheid, ook als intermediair. Heiligdommen zijn er wel in de herkomstlanden, maar nauwelijks in Nederland. Gedurende de zomer bezoeken mensen de heiligdommen om offers te brengen en om voorspoed te smeken. Het vlees met baraka wordt verdeeld onder alle aanwezigen. Het feest voor de heilige kan worden gezien als een dramatische expressie van de grootheid en macht van de verwantengroep of de lokale woongemeenschap waar de heilige mee verbonden is, een groep mensen die deze heilige representeert. In deze betekenis is heiligenverering ook een manifestatie van lokale islam, maar wel binnen de grotere context van de umma.