Je leest:

Grottekeningen vestigen nieuw ouderdomsrecord

Grottekeningen vestigen nieuw ouderdomsrecord

Auteur: | 16 mei 2012

De reeds in 2007 ontdekte grottekeningen bij de Zuid-Franse vindplaats Abri Castanet zijn maar liefst 37.000 jaar oud. Dat blijkt uit betrouwbare koolstofdatering. Daarmee gelden de tekeningen in ieder geval vooralsnog als de oudst bekende uitingen van prehistorische kunst in Europa.

De grottekeningen, of beter gezegd tientallen losse fragmenten van tekeningen, werden al in 2007 ontdekt op stukken verbrijzeld kalksteen. De tekeningen beelden onder andere dieren en geometrische vormen uit. Ook zijn vruchtbaarheidssymbolen en verwijzingen naar het vrouwelijk geslacht aangetroffen.

Een van de vruchtbaarheidssymbolen, een verwijzing naar het vrouwelijk geslacht, die onderzoekers in 2007 in Abri Castanet aantroffen.
Raphaëlle Bourrillon

Geologisch onderzoek wees uit dat het stuk steen ooit onderdeel was van het plafond van de grot. Dit plafond bevond zich ooit zo’n twee meter boven het leefgedeelte van de grot, zodat de bewoners er goed bij konden om hun kunstwerken aan te brengen. Volgens de archeologen is het plafond relatief kort na het aanbrengen van de tekeningen ingestort. Uit betrouwbare C14-datering blijkt dat dit rond de 37.000 jaar geleden gebeurd moet zijn.

De vindplaats van Abri Castanet, een ingestorte prehistorische schuilplaats onder de rotsen, en het nabijgelegen Abri Blanchard stonden al langer bekend als de oudste Europese vindplaatsen van prehistorische kunstvoorwerpen. Al eerder werden in deze grotten restanten van honderden versierde stenen, schelpen en stukken ivoor aangetroffen. Deze voorwerpen stammen uit wat archeologen de Aurignacien-cultuur noemen. De diverse prehistorische kunstuitingen uit deze archeologische cultuur vertonen grote gelijkenissen. Het Aurignacien-tijdperk begon rond 40.000 jaar geleden en eindigde rond 28.000 jaar geleden.

Een van de fragmenten van rotstekeningen, afkomstig van het ingestorte plafond.
Raphaëlle Bourrillon

De tekeningen en de overige kunstvoorwerpen stammen uit de begintijd van de Aurignacien-cultuur. “De grottekeningen blijken iets ouder dan de beroemde tekeningen in de Chauvet-grotten in Zuid-Oost Frankrijk”, zegt Randall White, antropoloog van de Universiteit van New York en één van de auteurs van het onderzoeksartikel in PNAS. “Maar het is vooral interessant dat ze zich in het voormalige leefgedeelte van de grot bevinden waar gekookt en gewerkt werd, in plaats van in afgesloten ruimtes diep onder de grond, zoals in Chauvet het geval is.”

“Menselijke groepen in het vroege Aurignacien tijdperk leefden op een manier die tot op zekere hoogte vergelijkbaar is met die van de hedendaagse mens. Ze hadden een relatief complex en goed ontwikkeld gevoel voor sociale identiteit en droegen dat uit door middel van persoonlijke en gemeenschappelijke kunstuitingen,” vervolgt White.

Tekening van een groep dieren in de Chauvet-grotten.
Wikimedia

Hoewel er nogal wat onenigheid onder archeologen bestaat over de precieze ouderdom van de grottekeningen in de Chauvetgrotten, werden de wereldberoemde leeuwen, paarden en herten in de ondergrondse ruimtes volgens de laatste onderzoeken gedateerd op 30.000 tot 32.000 jaar. De fragmenten van Abri Castanet zijn wellicht 5000 jaar ouder, hoewel een foutmarge van enkele honderden tot wel duizend jaren bij dit soort dateringen niet ongebruikelijk is. Ook de tekeningen in de Chauvetgrotten behoren tot de Aurignacien-cultuur.

Diverse bronnen maakten in februari van dit jaar melding van grottekeningen die mogelijk nog ouder zijn, en mogelijk gemaakt door Neanderthalers. In een grot nabij de Spaanse stad Malaga troffen onderzoekers primitieve rotstekeningen aan van zeehonden. In de buurt daarvan werden houtskoolresten aangetroffen die tussen de 43.500 en 42.300 jaar oud bleken. Het houtskool was mogelijk gebruikt bij het maken van de tekeningen. De rotstekeningen zelf zijn echter nog niet gedateerd.

Meer over grottekeningen op Wetenschap24:

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 16 mei 2012
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.