Het onderzoeksteam bracht het uitsterven van deze dieren in kaart op vijf locaties in het Karoo Bekken in Zuid-Afrika. Dit Bekken, met een enorme uitgestrektheid, bevat sedimenten die uit het Perm tot in het Trias doorlopen. Er bestaat in dit bekken een zeer goede magnetostratigrafie (gebaseerd op ompolingen van het aardmagnetisch veld), waardoor ook sedimenten uit ver van elkaar verwijderde gebieden zijn te correleren. Deze sedimenten bestaan vooral uit zandsteen en schalies die door meanderende rivieren werden afgezet. In deze rivierafzettingen komen relatief veel resten van grote vertebraten voor. In de loop van hun 7-jarig onderzoek vonden de onderzoekers onder meer 126 schedels in de stratigrafische nabijheid van de P/T-grens. Dit materiaal gebruikten ze, samen met eerder gepubliceerde gegevens, om na te gaan wanneer bepaalde soorten of groepen uitstierven.
De sedimenten op de P/T grens zijn prachtig gelamineerd doordat gravende organismen daar al waren uitgestorven. Beeld: Peter Ward, Department of Biology, University of Seattle, Seattle (VS)
De onderzoekers vonden daarbij dat de fauna lang aan het eind van het Perm lang (zeker zo’n 10 miljoen jaar) behoorlijk stabiel bleef. In de bovenste 50 m van de pakketten met een Perm-ouderdom verandert dat echter: er traden toen duidelijk meer uitstervingen op. Hoe veel tijd er met de afzetting van die 50 m was gemoeid, hebben de onderzoekers niet precies kunnen vaststellen, maar ze zijn er van overtuigd dat het om een tijdsinterval van 10.000-1.000.000 jaar gaat. Na dit interval, waarin het voortbestaan van de grote gewervelde dieren kennelijk behoorlijk onder druk stond, volgt er een extra sterke uitsterving op de P/T-grens zelf.
Op basis van dit patroon menen de onderzoekers dat er geen sprake kan zijn van een plotselinge ramp, maar dat de leefomstandigheden door een langdurig opererende factor bemoeilijkt werden, waarbij een intensivering van dat proces op de P/T-grens uiteindelijk voor een massale uitsterving zorgde. Ook is het mogelijk dat op de P/T-grens een drempelwaarde werd overschreden, waardoor het voortbestaan van zeer veel diergroepen onmogelijk werd. De inslag van een meteoriet lijkt daarom uitgesloten. een Een lange periode van grote vulkanische activiteit zou daarentegen wel goed mogelijk zijn, waarbij verminderde zonne-instraling (doordat as het zonlicht weerkaatste en aerosolen het zonlicht absorbeerden) en zure regen het milieu deden verslechteren. Hierbij is opmerkelijk dat de grote basaltuitvloeiingen in Siberië omstreeks de P/T-grens plaatsvonden.
Dat vulkanisme zou, via zure regen, niet alleen het milieu op het land hebben aangetast, maar uiteraard ook de zee. Inderdaad wijzen analyses van het uitsterven van mariene organismen bij Meishan (China) ook op langzaam verslechterende omstandigheden, met een fataal hoogtepunt op de P/T-grens.
Schedel van een kleine cynodont (nog in de rots); een soort die de overgang perm/trias overleefde. Beeld: Peter Ward, Department of Biology, University of Seattle, Seattle (VS)
Referenties
Kerr, R.A., 2005. Fossil count suggests biggest die-off wasn’t due to a smashup. Science 307, p. 335.
Ward, P.D., Botha, J., Buick, R., Kock, M.O. de, Erwin, D.H., Garrison, G.H., Kirschvink, J.L. & Smith, R., 2005. Abrupt and gradual extinction among Late Permian land vertebrates in the Karoo Basin, South Africa. Science 307, p. 709-714.
Zie ook:
- Catastrofe uit de kosmos (Kennislink artikel)
- Aanwijzingen voor grote inslag op grens Perm/Trias (Kennislink artikel)
- Apocalyps! Massale uitroeiing aan het eind van het Perm. (Kennislink Dossier)
Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews