
Als onuitputtelijke bron voor alle lichaamscellen, kunnen embryonale stamcellen via transplantatie beschadigde weefsels herstellen. Tenminste, dat hopen we. Er lopen in Amerika op dit moment al een paar klinische trials waarin zenuwcellen – gekweekt uit embryonale stamcellen – ingezet worden om ruggenmergletsel en netvliesaandoeningen te repareren. Maar de veiligheid van zulke transplantaties blijft een struikelblok.
Dat benadrukken ook stamcelonderzoeker Nathalie Lefort en haar team van het Franse Institute for Stem cell Therapy and Exploration of Monogenic diseases. Zij schreven deze week in het Journal of Clinical Investigation dat hersencellen gekweekt uit embryonale stamcellen een forse afwijking aan hun chromosomen hebben.
Evolutie in een petrischaal
Om embryonale stamcellen buiten het lichaam in leven te houden en te vermenigvuldigen, moet je ze kweken in het lab. Maar hoe langer cellen in kweek liggen, hoe groter de kans dat er fouten insluipen tijdens de celdeling. Het is niet toevallig dat het meestal dezelfde foutjes zijn, die een cel sneller laten delen.
Lefort en haar team stuitten op een fout die steeds terugkomt in de hersencellen die zij kweekten uit embryonale stamcellen. De hersencellen bleken meer dan eens een verdubbeling te hebben van chromosoom 1q – oftewel de lange arm van chromosoom één. Dat extra stukje springt met zijn 1700 genen ook nog eens spontaan midden in een ander chromosoom.

Misdragende cellen
Dat je niet echt blij moet worden van een extra chromosoom 1q was al bekend: dit specifieke foutje komt namelijk ook voor in het genoom van bepaalde soorten leukemie en hersentumoren. Een embryonale stamcel zou door de afwijking waarschijnlijk meer gericht zijn op zelfvermeerdering, en minder op zijn tweede functie: differentiëren in elk type lichaamscel.
En als cellen razendsnel gaan delen wordt tumorvorming een serieus risico. Maar gelukkig veroorzaakte een injectie met de gekweekte hersencellen in het brein van labratten geen tumoren.
Screening
Toch moeten we op onze hoede blijven voor tumorvorming bij stamceltherapie. De onderzoekers stellen daarom voor om chromosoom 1q van de ongespecialiseerde embryonale stamcellen én van de eindproducten – de gespecialiseerde cellen die uiteindelijk getransplanteerd worden – standaard te checken op afwijkingen.
Maar ondanks dat de veiligheid van celtherapie weer in het geding is, is er volgens stamcelonderzoeker Neil Harrison van de Universiteit van Sheffield (VK) ook een meevaller, schreef hij in een commentaar op het onderzoek. In alle gekweekte hersencellen is namelijk dezelfde fout in de chromosomen gevonden. Dat maakt het mogelijk methodes voor screening te ontwerpen die verkeerde cellen kunnen herkennen en wegbonjouren.
Bron:
- Christine Varela e.a. Recurrent genomic instability of chromosome 1q in neural derivatives of human embryonic stem cells. Journal of Clinical Investigation. Online publicatie op 24 januari 2012.
- Neil J. Harrison. Genetic instability in neural stem cells: an inconvenient truth? Journal of Clinical Investigation. Online publicatie op 24 januari 2012.
Lees meer over stamceltherapie op Kennislink:
Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/stamceltherapie.atom", “max”=>"7", “detail”=>"minder"}