Landplanten zijn een ongunstige voedingsbron en planteneters moeten dan ook zeer kieskeurig zijn met wat zij tijdens de lunch naar binnen werken. Tenminste, dat blijkt uit onderzoek aan de voedselopname van (met name koudbloedige) planteneters. Grazers moeten zeer grote hoeveelheden groenvoer opnemen, willen zij genoeg eiwitten binnenkrijgen. Dit komt doordat landplanten rijk zijn aan energie (in de vorm van koolstof) en arm aan eiwitten (in de vorm van stikstof).
Bladluizen raken overtollig koolstof kwijt door suikers uit te poepen.
Planteneters krijgen bij een maaltijd altijd teveel koolstof binnen, omdat zij eten totdat ze genoeg stikstof op hebben. Grazers kunnen op zoek gaan naar delen van de plant die relatief veel stikstof bevatten, zoals bijvoorbeeld jonge blaadjes of knoppen. Maar aangezien die lang niet altijd voorhanden zijn, is het efficiënter om de overtollige koolstof kwijt te raken. Bladluizen doen dat bijvoorbeeld door suikers uit te poepen. Warmbloedige vegetariërs hebben zo hun eigen manier om koolstof te lozen, ontdekten ecologen van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW).
Tot op een bepaalde hoogte
Marcel Klaassen en Bart Nolet berekenden bij verschillende diersoorten welke voedingsstoffen zij binnenkrijgen en wat er daarna mee gebeurd. Door deze stofstromen te bepalen konden de ecologen een goede vergelijking maken tussen warmbloedige planteneters (kleine zoogdieren, vogels) en koudbloedige vegetariërs (reptielen). Warmbloedige dieren lozen koolstof door het in hun lichaam te verbranden. Daarbij komt een hoop energie vrij die gebruikt kan worden voor beweging of het regelen van de lichaamstemperatuur. Op die manier kunnen warmbloedige planteneters ook in koude perioden actief blijven.
Fruit en zaden zijn een populair maaltje onder vogels. Deze delen van de plant hebben een ongunstige koolstof:stikstof verhouding. Maar ook de hoeveelheid suikers, vitaminen en mineralen kunnen bepalend zijn voor de voedselkeuze van warmbloedige planteneters.
Eigenlijk een heel efficiënt maaltje dus, dat groenvoer. Het levert genoeg eiwitten en is ook nog eens een bron van gratis brandstof. Toch zijn er ook zat vogels en kleine zoogdieren die liever zaden en fruit eten. Deze delen van de plant hebben eigenlijk een ongunstige koolstof:stikstof verhouding. Maar zij bevatten wel plantsuikers (een bron van ‘snelle’ energie) en een aantal belangrijke vitaminen en mineralen. Voedselkeuze is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid energie en eiwitten dat een voedselbron levert. Bovendien hebben niet alle dieren dezelfde behoeften. Planteneters die in de groei zijn, stellen hun menu anders samen dan hun volwassen soortgenoten. Gratis brandstof voor grazers geldt dus maar tot op een bepaalde hoogte.