Je leest:

Goedkope zonnecellen tegen de armoede

Goedkope zonnecellen tegen de armoede

Auteur: | 21 september 2010

Nanotechnologie kan bijdragen aan goedkope zonnecellen, waarmee mensen in ontwikkelingslanden beter toegang krijgen tot energie. Dat kan helpen tegen de armoede, zo bleek gisteravond uit een debat over de kansen van nanotechnologie voor armoedebestrijding.

Volgens de VN ligt de wereld op koers bij het bestrijden van extreme armoede. Het aandeel van de bevolking in ontwikkelingslanden dat onder de armoedegrens (1,25 dollar per dag) leeft is van 46 procent in 1990 gezakt tot 27 procent in 2005. Het doel voor 2015 is 23 procent.
Jonathan McIntosh, Wikimedia Commons

Van 20 tot 22 september kwamen politieke leiders tijdens een top van de Verenigde Naties (VN) in New York bijeen om de voortgang te bespreken van de milleniumdoelen. Dat zijn acht concrete doelstellingen, opgesteld door regeringsleiders van 189 landen in 2000, waarmee armoede, ziekte en ongelijkheid vóór 2015 fors moet worden terug gedrongen (zie kader). De onderwerpen van de doelen zijn niet nieuw, maar het was wel voor het eerst dat er internationale afspraken over werden gemaakt.

Wat zijn de millenniumdoelen?

De millenniumdoelen zijn als volgt geformuleerd. In 2015:

  • zijn extreme armoede en honger uitgebannen.
  • gaan alle jongens en meisjes naar school.
  • hebben alle mannen en vrouwen dezelfde rechten.
  • is kindersterfte sterk afgenomen.
  • sterven er minder vrouwen door zwangerschap.
  • is de verspreiding van ziektes als aids en malaria gestopt.
  • leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu.
  • is er meer eerlijke handel, schuldenverlichting en hulp.

Opvallend is dat in de millenniumdoelen niet wordt gesproken over energie, zegt Marijn Bosman. Ze is lid van de De Derde Kamer 2015, een project waarin burgers innovatieve oplossingen voor betere internationale samenwerking voorleggen aan politiek en publiek. Ze was één van de sprekers gisteravond bij een debat over de kansen van nanotechnologie voor armoedebestrijding. Het debat was georganiseerd door het Utrechtse studentenpastoraat (EUG/IPSU), en was onderdeel van het Nanopodium-project Nanorecht en Vrede.

Het merendeel van de Afrikaanse bevolking is niet aangesloten op een energienetwerk. Volgens Bosman is het hebben van energie essentieel om uit de armoede te kunnen komen. Ook het Ontwikkelingsprogramma van de VN (UNDP) vindt dat mensen in ontwikkelingslanden beter toegang moeten krijgen tot energie. Dé manier om daar een energienetwerk op te zetten is volgens Bosman zonne-energie.

NPO Doc: Solar Mamas

Rafea is de tweede vrouw van haar Bedoeïense man en woont met hem en haar vijf kinderen in een tent. Ze wil graag een beter leven voor zich zelf en haar kinderen, maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want ze is analfabeet. Dan wordt ze geselecteerd om opgeleid te worden tot technicus op het gebied van zonne-energie… In de inspirerende documentaire Solar Mamas dinsdag 13 januari om 21:00 op NPO Doc zien we hoe Rafea moedig deze uitdaging aangaat.

Dat is het vakgebied van Wim Sinke, werkzaam bij Energiecentrum Nederland (ECN) en aan de Universiteit Utrecht. Hij was de andere spreker van het debat. Volgens Sinke steekt zonne-energie qua potentie “met kop en schouders boven de andere vormen van duurzame energie uit”. De reden dat we nu nog niet massaal zonnepanelen op ons dak hebben zijn de huidige kosten.

Ze behoren nog niet tot ons algemene straatbeeld. Daar zijn ze nu namelijk nog wat aan de prijzige kant voor.

Factor drie goedkoper

Momenteel kost een kilowattuur (kWh) aan stroom uit zonne-energie tussen de 30 en 50 cent, weet Sinke. Maar voor ‘gewone’ stroom betaal je zo’n 25 cent: dat is de helft goedkoper. “En daar zit dan ook nog belasting en transportkosten bij”, zegt Sinke. Dus om met zonne-energie echt te kunnen concurreren moet je volgens Sinke naar de 10 cent per kWh. Een factor drie minder dan nu dus. En dan is er ook nog het rendement dat omhoog moet.

Hoe doen we dat? Nou, wat Sinke betreft hebben we veel te verwachten van nanotechnologie. Daarmee kunnen nieuwe materialen worden ontwikkeld, die het rendement van zonnecellen kunnen verhogen en tegelijkertijd minder kosten om te produceren. Er wordt bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar grafeen, nanodraden of zichzelf reparerende materialen. Ook kunnen bestaande materialen op nanoschaal gestructureerd worden waardoor ze beter werken.

Infrastructuur

Over 20 jaar is er een goedkope zonnecel die kan concurreren met andere bronnen van duurzame energie, voorspelt Sinke. Ontwikkelingslanden hoeven echter niet zo lang te wachten. Waar in Westerse landen een zonnecel toch wel zo’n 30 jaar moet kunnen liggen, zou het volgens Sinke in ontwikkelingslanden al voldoende zijn als de cellen vijf jaar meegaan, zolang ze maar weinig kosten.

Aan dit soort projecten kan gedacht worden, ‘solar home systems’ voor in afgelegen dorpjes.

Volgens Bosman is het wel belangrijk om met name kleinschalige projecten op te zetten, waar lokale bedrijven bij betrokken zijn. “Dan is er sociale controle mogelijk, want van de regering zullen de mensen het niet moeten hebben.” Ook wil ze dat de innovatie en kennis op het gebied van nanotechnologie gratis beschikbaar gesteld moet worden aan mensen in ontwikkelingslanden. Maar volgens Sinke is dat niet genoeg. “Mensen moeten leren omgaan met een technologie als zonne-energie en dus moet je ook ter plekke een goede infrastructuur van opleidingen en trainingen aanleggen.”

Na het debat is enigszins duidelijk geworden waaraan moet worden gedacht als je de wereldwijde armoede wilt bestrijden met nanotechnologie en zonne-energie. Maar de vraag is of het ook tijdens de VN-top in New York deze dagen ter sprake komt. Misschien als premier Balkenende dit nog even snel leest voordat hij naar de top vertrekt.

Lees meer over armoede en armoedebestrijding op Kennislink:

Oeps: Onbekende tag `feed’ met attributen {"url"=>"https://www.nemokennislink.nl/kernwoorden/armoede/armoedebestrijding/index.atom", “max”=>"10", “detail”=>"minder"}

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 21 september 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.