Zwarte gaten zijn objecten in het heelal die zó’n sterke zwaartekrachtsaantrekking hebben dat niets eraan kan ontsnappen. Althans: dat lees je vaak. Fysici van de Penn State-universiteit in de VS denken daar anders over.
In de jaren zeventig liet de Britse fysicus Steven Hawking zien dat zwarte gaten ten gevolge van een kwantumproces (dat later Hawking-straling is genoemd) massa verliezen. Maar daar tekende hij aan dat hierbij geen informatie naar buiten komt, bijvoorbeeld over de aard van de materie die voorheen door het zwarte gat is opgeslokt. Dat was pijnlijk voor de kwantumfysica, want volgens deze theorie mag informatie niet spoorloos verdwijnen. In de loop van de jaren is dan ook flink gesleuteld aan het concept van de Hawking-straling en zo langzamerhand was iedereen, ook Hawking, het er wel over eens dat zwarte gaten toch op de een of andere manier informatie kunnen prijsgeven.
Zwarte gaten slokken materiaal op dat in een accretieschijf om ze heen draait. Tijdens de val naar het zwarte gat wordt een deel daarvan langs de polen van het gat naar buiten geslingerd in twee enorme jets.
De onderzoekers van Penn State zoeken de uitweg in een andere beschrijving van ruimte en tijd. Waar wij ruimte en tijd als een aaneengesloten continuüm zien, zien zij een ingewikkeld weefsel van afzonderlijke draden: een theorie die de ‘loop’-kwantumzwaartekracht wordt genoemd. Volgens de onderzoekers is het eenvoudig zo dat we slechts een kleine stukje van de werkelijke kwantumruimte en -tijd zien, waardoor het alleen maar lijkt alsof informatie verdwijnt.
Zie verder
- Physicists demonstrate how information can escape from black holes (Engels)
- Dossier Kennislink: zwarte gaten
- Tweede zwart gat in melkwegkern (Kennislinkartikel)
- Harige zwarte gaten (Kennislinkartikel)