In de film A beautiful mind staart de hoofdpersoon John Nash naar een groot zwart scherm vol getallen. Plotseling ziet hij bepaalde getallen oplichten en begrijpt hij het onderliggende wiskundige patroon. Zien wiskundigen werkelijk getallen oplichten in hun hoofd?
In Europa trekt deze weken iemand rond die in zijn hoofd getallen ‘ziet’. Rekenwonder Scott Flansburg is veertig jaar oud en komt uit Phoenix, Arizona. Afgelopen week was hij in Nederland. Hij oogt als een typische Amerikaan. Sympathiek uiterlijk. Beetje een rond gezicht, over de broek hangend shirt, jeans en sneakers. De vriendelijkheid zelve. Flansburg is op vakantie: “Just hanging out.” Hij heeft een suite gehuurd in het Bulldog Hotel op de Amsterdamse wallen, slaapt lekker uit en maakt met iedereen een praatje.
Human calculator
In Amerika noemt hij zich de Human Calculator. Hij werkt niet, maar leeft van de opbrengst van zijn bestseller Math Magic en van de video’s die hij verkoopt via zijn website www.humancalculator.com . In Amerika treedt hij op op congressen en in televisieprogramma’s. In mei 2003 was hij te gast bij Oprah Winfrey. Als hij niet optreedt, speelt hij golf.
In het Guinness Book of Records staat Flansburg vermeld als de ‘Fastest Human Calculator’. Zeg ‘67’, en hij begint onmiddellijk: “134, 201, 268, 335…”, als een machinegeweer ratelt hij de tafel van 67 af: “…2345, 2412.” Binnen vijftien seconden spuugt hij zesendertig opeenvolgende veelvouden van 67 uit. Beperkende factor is niet zijn rekenvermogen, maar de tijd die het kost alle cijfers uit te spreken. Met getallen van drie of vier cijfers rekent hij net zo snel, maar de mondelinge presentatie wordt trager. Om te laten zien dat hij niet stiekem rijtjes uit het hoofd leert, demonstreert Flansburg dezelfde truc beginnend bij een willekeurig getal: “13, 80, 147, 214, 281, 348…”
Scott Flansburg legt uit hoe hij zo ontzettend snel kan rekenen. bron: M. Kamminga
Toen hij tien jaar oud was, toonde een schoolvriendje hem een rekenmachinetruc: toets ‘43 + 43=’ in, en blijf daarna op de =-toets drukken. Op het display verschijnt de tafel van 43. Scott bleek dit uit het hoofd te kunnen, en sneller! “Als ik tel”, zegt hij, “zit ik in een tunnel. Geen visuele tunnel, maar een logische. Ik spring van het ene naar het andere getal. De antwoorden zie ik als het ware uitsteken.” Zijn brein is een rekenmachine, zegt hij. “Ik onthoud niets. Ik tel, dat is alles wat ik doe. Gewone mensen tellen ook: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, … of: 5, 10, 15, 20, 25, 30. Ik doe hetzelfde maar neem grotere sprongen: 478, 956, 1434, 1912, 2390, 2868.”
Perfect number sense
Flansburg heeft een perfect number sense: een gevoel voor de afstand tussen getallen en een intuitie voor de uitkomst: “Het correcte antwoord zie ik uitsteken, de getallen er omheen voelen verkeerd aan.” Zo weet hij dat in de tafel van 179 het getal 537 zit en niet 527: “527 voelt verkeerd, dat is immers 17 × 31.” Zonder nadenken floept dit uit zijn mond.
Tellen, dat is de basis van zijn rekenkracht. Als hij twee getallen optelt, telt hij. Als hij vermenigvuldigt of deelt, telt hij handig op, razendsnel.
In Amerika geeft Flansburg rekendemonstraties op scholen: “Ik vind het geweldig om kinderen te laten zien hoe leuk rekenen kan zijn.” Afgelopen week bezocht hij in Amsterdam het Barlaeus Gymnasium en het Maimonides. Op beide scholen geeft hij in een lesuur een crash course hoofdrekenen. Grote indruk maakt hij met kalenderrekenen. Vertel hem je geboortedatum en stante pede noemt hij de weekdag waarop je geboren bent.
Wereldkampioenschap hoofdrekenen
Op het wereldkampioenschap hoofdrekenen, dat eind oktober plaatsvond in het Saksische Annaberg-Buchholz, werd Scott zeventiende en laatste. “Daar heb ik ontdekt dat ik een puur auditieve hoofdrekenaar ben: ik moet getallen horen, ik moet ze uitspreken. Bij het wereldkampioenschap stonden alle opgaven op papier en werd in stilte gewerkt. Ik was nergens. Bij het kalenderrekenen zat Mattias Kesselslaeger voor mij uiteindelijk winnaar met 33 correcte data in 60 seconden. Ik zag hem achter elkaar antwoorden opschrijven, terwijl ik de slag niet te pakken kreeg. Na vier opgaven heb ik het opgegeven en ben om me heen gaan kijken.”
Om zijn lage eindklassering bij het wereldkampioenschap maakt Flansburg zich niet druk: “Ik heb bar weinig gescoord. Maar in mijn demonstraties vertel ik altijd dat alle rekenen begint bij nul.”
Auteur: Chris Zaal Bron: Freudenthal Instituut (FI)