
Lekker eten wat je wil – voor de meeste Nederlanders de gewoonste zaak van de wereld – is voor allergiepatiënten een heikele bezigheid. Als een allergiepatiënt per ongeluk het voor hem verkeerde voedsel eet – voor de één een appel, voor de ander een pinda – krijgt ‘ie huiduitslag en ademhalingsproblemen. Heel soms levert dat zelfs dodelijk gevaar op.
Om het leven van allergiepatiënten te vergemakkelijken, knutselen wetenschappers al jaren aan allergeen voedsel. Zulk voedsel bevat toevallig genen en eiwitten waarop allergiepatiënten abnormaal heftig reageren. Wanneer je het gen uitzet, blijft de allergische reactie uit. Op die manier hebben Nederlandse onderzoekers al een genetisch veranderde appel gemaakt die veilig is voor mensen met een appel-allergie.
Hoe mooi het ook klinkt, het zogenaamde hypoallergene eten is nog niet te koop. En volgens nieuw onderzoek van Wageningen Universiteit moeten we dat misschien helemaal niet willen. Dat concludeert voedselwetenschapper Margreet van Putten na het afnemen van tientallen interviews bij onder meer allergiepatiënten en voedselfabrikanten.
Van Puttens belangrijkste vondst: in de meeste gevallen kan hypoallergeen voedsel in de supermarkt het leven van allergiepatiënten weinig verbeteren. Het probleem is dat sommige allergenen, zoals bijvoorbeeld pindaresten, in veel alledaagse producten zitten. En zolang er in restaurants en cafés en op feesten van vrienden eten met eventuele pindaresten wordt opgediend, moeten allergiepatiënten nog altijd op hun hoede zijn. Hypoallergeen voedsel in de supermarkt verandert daar weinig aan.
Toch is niet al het hypoallergeen voedsel nutteloos, schrijft Van Putten in haar proefschrift. Wanneer eten goed herkenbaar is en haast nergens in is verwerkt – denk aan de appel – kan een hypoallergene versie hiervan prima in de smaak vallen.
Zie ook
- Genetisch gemodificeerd én supergezond (Ditisbiotechnologie.nl)
- Allergie (Wikipedia)
Meer biotechnologie op Ditisbiotechnologie.nl