Je leest:

Genezen zonder geneesmiddel

Genezen zonder geneesmiddel

Auteur: | 21 december 2002

Gember helpt tegen misselijkheid en kent geen bijwerkingen. Het anti-depressivum sint-janskruid daarentegen verzwakt chemotherapie en de anticonceptiepil. Maar, hoe kom ik dat te weten?

De foldercarrousels doen snel hun intrede bij huisartsen en apothekers. Wie een willekeurige drogist binnenstapt kan het schap vol kruidenpillen niet over het hoofd zien. Zelfzorg is ‘hip’ en de laatste trend heet fytotherapie, oftewel kruidengeneeskunst.

Velen slikken graag kruidenpillen, omdat deze ‘natuurlijk’ zijn. Dat zou synoniem zijn voor ‘veilig’. De chemischfarmaceutische industrie roept wantrouwen op. Dit is natuurlijk niet terecht: er zijn genoeg planten waar je doodziek van kan worden. En in tegenstelling tot chemische medicijnen worden kruidenpreparaten niet uitvoerig getest voor ze op de markt komen.

Kruidenpreparaten zijn dan ook een stuk minder veilig dan velen denken. Ze kunnen allerlei bij-effecten hebben, inclusief een wisselwerking met reguliere geneesmiddelen. Zo verzwakt sint-janskruid (Hypericum perforatum) onder meer de werking van hartmedicijnen, middelen bij chemotherapie, antibiotica en de anti-conceptiepil. Toch slikken velen dit kruid, dat fabrikanten aanprijzen als hét natuurlijke middel tegen depressies. Wat overigens nooit onomstotelijk is aangetoond.

Ook kunnen kruidenpreparaten bijeffecten hebben als hoofdpijn, misselijkheid en overgevoeligheid voor zonlicht. Er zijn zelf gevallen bekend waarbij mensen ernstige gezondheidklachten opliepen doordat er een verkeerde toevoeging in een kruidenpreparaat zat. Zo zijn er in 1993 in België honderd jonge vrouwen hun nieren kwijtgeraakt en ontwikkelden dertig van hen kanker aan de urinewegen, nadat zij een Chinees afslankings kruidenpreparaat hadden geslikt. Hierin was door naamsverwisseling een verkeerd kruid terecht gekomen: in plaats van ‘Fangji’ (Stephania tetranda_) had de fabrikant ‘Guang Fangji’ (_Aristolochia fangchi) gebruikt.

Claimen

Kruidenpreparaten behoeven geen waarschuwing op de verpakking of een bijsluiter wanneer er sprake is van bijeffecten of een wisselwerking met geneesmiddelen. Dit komt door de verkoopstatus: het is geen ‘geneesmiddel’, maar een ‘voedingssupplement’. Deze laatste zijn aan veel minder strenge regels gebonden dan geneesmiddelen. Zo is een bijsluiter of waarschuwing dus niet verplicht en is er vrijwel geen controle of een product wel echt doet wat het op de verpakking zegt. Een fabrikant mag alleen niet claimen dat zijn middel ‘genezend’ werkt; maar wel dat het een ‘gezondheidsproduct’ is. Het verschil hiertussen, bepaald door de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten, is veelal vaag. Zo mag een fabrikant niet claimen dat een middel ‘voor een goede bloeddruk’ is, maar wel dat het ‘goed voor de bloeddruk’ is. En niet dat iets ‘tegen een trage darmwerking’ is, maar wel ‘voor een goede stoelgang’.

Wie zich heeft laten afschrikken door al het bovenstaande, mag vanaf hier weer rustig ademhalen. Kruidenpreparaten zijn niet allemaal slecht. Sommige planten bevatten wel degelijk geneeskrachtige stoffen. Dit zijn veelal zogenaamde secundaire plantenstoffen: stoffen die een plant aanmaakt naast wat hij nodig heeft voor zijn groei. Voorbeelden hiervan zijn stoffen tegen bacterie-, schimmel- en virusinfecties of tegen vraat. Binnen de reguliere geneeskunde maken wetenschappers dankbaar gebruik van wat de plantenwereld te bieden heeft. Veel medicijnen zijn afkomstig uit of afgeleid van planten, zoals de pijnstillers morfine en aspirine, het malaria-medicijn kinine en de tumorremmer taxol. Het verschil met een kruidenpreparaat is dat de reguliere geneeskundigen de werkzame stof isoleren en deze in pure, zorgvuldig gedoseerde vorm gebruiken.

Gember

Een moeilijkheid bij het zoeken naar geneeskrachtige stoffen in planten is dat het soms meerdere moleculen tegelijk zijn die voor de werking zorgen; ze werken synergistisch. Het is erg lastig om van alle stoffen uit een plant precies diegenen te isoleren die samen het meest optimale resultaat geven. Daarom is het in enkele gevallen effectiever om een plantenextract te slikken dan de medicijnen die op basis van stoffen uit deze plant zijn gemaakt. Een voorbeeld hiervan is gember: het eten van wat gember werkt beter tegen misselijkheid en braken dan sommige reguliere medicijnen.

Kruiden kunnen dus best helpen. Maar wie een kruidenpreparaat wil slikken tegen een bepaalde kwaal, doet er goed aan eerst zorgvuldig de werking en bij-effecten na te gaan. Een organisatie die dit zorgvuldig natrekt is de Duitse ‘commissie E’. Dit is een van de commissies binnen het in 1978 door het ministerie van gezondheid opgerichte Bundesinstitut für Arzneimittel und Medizinprodukte (BAM). De BAM controleert de werking van allerlei geneesmiddelen door alle beschikbare literatuur en onderzoeksgegevens te bundelen. Zonder een keurmerk van de BAM mogen middelen niet in Duitsland worden verkocht. Het oordeel van commissie E wordt wereldwijd als leidraad gebruikt.

Literatuur

Roger Tabor, 2002: ‘All about herbs’, ook verschenen onder de titel:’ Why herbs work’.

Dit artikel is een publicatie van Bionieuws.
© Bionieuws, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 21 december 2002
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.