Vier op de vijf vormen van kanker wordt veroorzaakt door een fout in het p53-eiwit. Het is daarmee het eiwit dat het meest wordt geassocieerd met tumorvorming. Dat komt door zijn belangrijke functies, die er voor zorgen dat de cel op een gecontroleerde manier kan delen. Als het eiwit vervormd is door een mutatie in het p53-gen kan het die functies niet meer uitvoeren en wordt de cel oncontroleerbaar. Hij kan zich dan onbeperkt gaan delen, wat resulteert in een tumor.
Terug vormen
Drie wetenschappers van het Cancer Institute van New Jersey vonden een stof die zo’n vervormd p53-eiwit weer terug kan vormen naar een werkzame staat. Deze verbinding, een thiosemicarbazon met de naam NCS319726, is onderdeel van een grote database van stoffen die een negatief effect op tumorcelllijnen hebben. Ze werden allemaal toegediend aan een zestigtal verschillende typen tumorcellen. Deze ene bleek vooral effectief in cellen met een gemuteerd p53-gen, maar niet in cellen met normaal p53.

Het thiosemicarbazon kan een zink-molecuul aan zich binden. Wanneer het p53-eiwit wordt gemaakt, heeft het een zinkmolecuul nodig om goed gevouwen te kunnen worden. Bij sommige mutaties is er geen zinkmolecuul. De gevonden stof kan dat molecuul leveren, zodat p53 alsnog op de juiste manier gevouwen kan worden, zelfs als het eiwit al vervormd is.
Andere kankertherapieën, zoals bestraling of een chemokuur, maken ook tumorcellen kapot. Het nadeel daarvan is dat de kans dat ook gezonde cellen sneuvelen best groot is. De Amerikaanse onderzoekers ontdekten dat hun stof alleen tumorcellen aanvalt.
Het belang van p53
Maar waarom is p53 nu zo belangrijk? Hein te Riele, onderzoeker bij het Nederlands Kanker Instituut, legt uit dat p53 er voor zorgt dat celdeling op een normale manier verloopt. ’Als p53 niet meer werkt, kan de cel zich blijven delen. Het eiwit zorgt namelijk niet alleen voor een gecontroleerde celdeling, maar kan de cel zelfmoord laten plegen wanneer het mis gaat. Zo ontstaat er dus een tumor. ’
‘Er zijn natuurlijk veel meer eiwitten betrokken bij celdeling en zelfmoord, maar tachtig procent van alle vormen van kanker heeft een mutatie in het p53-eiwit’, vertelt Te Riele. ‘p53 heeft het voordeel dat het niet verdwijnt, zoals andere tumor-onderdrukkende eiwitten, maar in een gemuteerde vorm nog steeds in de cel voorkomt. Onderzoekers zijn dus al jaren bezig om stoffen te vinden die het eiwit weer werkzaam kunnen krijgen, en dat is nu gelukt.’
Het duurt nog wel even voordat dit onderzoek voor patiënten zijn vruchten zal afwerpen. Te Riele denkt dat het nog minstens tien jaar duurt voordat het een echte therapie kan worden. Eerst moet het worden getest op menselijke cellen, daarna op patiënten die zich voor dat soort onderzoeken aanmelden. ‘Daarbij komt ook nog dat deze stof maar op één soort mutatie in p53 werkt’, vertelt Te Riele. ‘Dat zou betekenen dat hiermee misschien vijf procent van de patiënten geholpen kan worden. Maar daar maak je wél die vijf procent gelukkig mee.’
Zie ook:
Klonterende eiwitten spelen rol bij kanker (Kennislinkartikel) Van superster naar redelijk oké (Kennislinkartikel)