Je leest:

Geloofsbelijdenis en ritueel gebed

Geloofsbelijdenis en ritueel gebed

Auteur: | 12 februari 2006

De geloofsbelijdenis en het rituele gebed zijn twee van de vijf zuilen van de islam, twee plichten zoals genoemd in de islamitische wet, de shari’a. De andere drie zijn de religieuze belasting, het vasten en de pelgrimage naar Mekka.

Door het uitspreken van de shahada, geloofsbelijdenis, door ouders na de geboorte of door de persoon zelf bij bekering, worden mensen moslim en lid van de gemeenschap der gelovigen, de umma.

De umma staat voor eenheid en gemeenschappelijkheid, gelijkheid en solidariteit tussen gelovigen. Maar het is meer dan een voorstelling over de ideale gemeenschap en sociale controle. Er worden ook aardse verschillen overstegen. In het geloof zijn alle mensen gelijk voor God. Dit gevoel wordt ook ritueel tot uitdrukking gebracht. Daarin gaat het om de grens tussen moslims en niet-moslims en de religieuze uitdrukking: de overgave aan God. In het afbakenen van de grenzen gaat het ook om rituele reinheid tahara. God is puur en rein. Om in relatie met God te treden en om aan de religieuze verplichtingen te voldoen, dienen mensen in reine staat te verkeren.

De koran

Binnen de salat, het rituele gebed, brengt de prosternatie, het nederig vooroverbuigen naar God, de centrale boodschap van de islam, overgave aan God, ook letterlijk tot uitdrukking. De overgave aan God is niet beperkt tot een individuele overgave; hij speelt zich af binnen de umma en wordt daardoor ook versterkt. Vijf maal daags op dezelfde momenten volgens de stand van de zon richten moslims over de hele wereld zich naar het centrum van de islam in Mekka.

Anders dan in moslimlanden wordt de dagelijkse oproep tot gebed in Nederland niet hoorbaar vanaf de minaret gedaan. Er zijn wel enkele moskeeën die dat op vrijdag doen, maar veel moskeeën doen dat niet om de verhoudingen met autochtone niet-moslims niet te verslechteren. Het gebed kan overal plaatsvinden, maar bidden in de moskee met de andere gelovigen, heeft de voorkeur. Voor het vrijdagmiddaggebed is de moskee wel voorgeschreven. Moskeeën in Nederland zijn dan druk bezet. Bidden in de moskee verhoogt de religieuze verdienste ajr, en versterkt het gevoel bij de umma te horen.

De moskee is dus het centrum voor de religieuze beleving van de lokale gelovigen. Dit impliceert wel dat er verschil wordt gemaakt tussen moslims binnen de umma: mensen die zich aan de salat houden en in de moskee bidden, en mensen die dat niet doen. Verschillen hangen samen met sekse, leeftijd, dagelijkse activiteiten en de kracht van geloofsbeleving. Daardoor krijgt de umma op verschillende manieren een gezicht.

Van vrouwen is minder zichtbaar of zij zich al dan niet aan de salat houden. Het zijn vooral mannen die de moskee bezoeken. Vaak wordt gedacht dat het voor vrouwen verboden is om in de moskee te bidden. Vrouwen in de vruchtbare leeftijd verkeren regelmatig in onreine staat. Zij kunnen zich minder aan de salat houden en minder vaak de moskee ingaan. Vrouwen bidden meestal thuis. Er zijn moskeeën waar vrouwen de vrijdagdienst gescheiden van mannen kunnen bijwonen. Vooral oudere vrouwen doen dit.

In Nederland hebben veel moskeeën zich ontwikkeld tot een plaats waar ook sociale activiteiten worden gehouden. Ook vrouwenactiviteiten, zoals Nederlandse les en voorlichting, koran lezen en Arabisch leren, vinden in de moskee plaats. Daarvoor zijn dan aparte uren geregeld waarin de toegang voor mannen is verboden. Op die uren zijn er vaak ook meer vrouwen die hun gebeden doen in de moskee. Doordat vrouwen in de vruchtbare leeftijd vaak in onreine staat verkeren, moeten zij de salat regelmatig inhalen en kunnen zij ook niet altijd in de moskee bidden. Zij ontvangen daardoor minder religieuze verdiensten, maar ze proberen dit te compenseren door veel andere religieuze activiteiten en vrome daden te ondernemen.

Die vrijwillige vrome daden, hasanat, bestaan bijvoorbeeld uit het bidden van de ‘kralenkrans’, het lezen in de koran, het bezoeken van graven van overleden familieleden en van heiligen in heiligdommen, het geven van sadaqa, een vrijwillige aalmoes. In Nederland delen vrouwen als hasanat vaak snoepjes en nootjes uit tijdens feestdagen op de speelplaatsen van scholen, brengen ze koekjes naar buren of geven geld aan familieleden in de landen van herkomst.

De religieuze deelname en beleving van vrouwen heeft dus een ander karakter dan die van mannen, maar dat wil niet zeggen dat vrouwen zichzelf zien als tweederangs umma-leden en mannen als beter. Zij geven op eigen wijze inhoud aan de religieuze voorstellingen en symbolen vanuit een eigen visie en ervaringen.

Kinderen gaan niet naar de moskee voor de salat, maar voor onderricht in de koranschool waar een leerkracht voor religieus onderwijs de koran onderwijst. Het gebed leren kinderen meestal van hun ouders. Ouders die thuis bidden laten hun kinderen toekijken en meedoen. Kinderen zijn er vaak trots op dat ze het gebed al kennen. Over het algemeen houden jongeren die nog niet gehuwd zijn zich niet aan de gebedsplicht.

Seksualiteit voor het huwelijk (en overspel) is haram, verboden. Toch is dat niet uit te sluiten voor jongeren. Ook bezondigen zij zich aan alcohol en kansspelen. Dit gedrag is onrein en kan niet gecombineerd worden met de gebedsverplichting. Jongeren stellen vaak dat zij later gaan bidden, wanneer zij gehuwd zijn en rustiger worden. In de Nederlandse samenleving is er wel een grote groep jongeren die zich aan de gebedsplicht probeert te houden. Zij ervaren dat als een eigen keuze. Ze proberen hun geloof in de Nederlandse samenleving zo goed mogelijk gestalte te geven en zoeken antwoorden voor de vragen die dit oproept.

Moslims die dagelijks werken kunnen niet altijd bidden. Zij kunnen de gebeden ook ‘opsparen’ en later ‘inhalen’. Wanneer moslims echt geen gelegenheid hebben te bidden, zijn zij daarvan vrijgesteld. De islam is vanuit die gedachte een flexibele religie waar iedereen zich kan inpassen.

Dit artikel is een publicatie van NEMO Kennislink.
© NEMO Kennislink, sommige rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 12 februari 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.