Je leest:

Gammacanon (32): Vooruitgang

Gammacanon (32): Vooruitgang

Auteur: | 7 augustus 2010

Geloof in progressie heeft de mens van z’n eigen ketens bevrijd.

Tijdens de Millenniumtop in 2000 spraken wereldleiders acht Millenniumdoelen af over mondiale ontwikkeling en terugdringing van armoede in 2015. Dit optimistische plan was gestoeld op het geloof dat de markt, in combinatie met technologische vooruitgang, economische vooruitgang op wereldschaal mogelijk maakt.

Deze gedachte van economische ontwikkeling is gestoeld op een krachtige idee, namelijk die van menselijke vooruitgang. Vooruitgang is een belangrijk funderend idee van wetenschap en samenleving. Vanaf de 17de eeuw interpreteerden filosofen als Condorcet en Comte de wetenschappelijke veranderingen in hun tijd in termen van een lineaire ontwikkeling van simpel naar meer complex, van ‘laag’ naar ‘hoog’. Door deze vooruitgang in de geschiedenis zichtbaar te maken, werd de geschiedenis bevrijd van een cyclisch ritme, en de mens van zelf opgelegde religieuze ketenen.

Een wervelend idee

Daarnaast werd vooruitgang in de 19de eeuw een wervende idee die niet alleen een perspectief op het verleden bood, maar ook op de toekomst. Vooruitgang werd verbonden met ‘modern’ (tegenover traditioneel), ‘beschaafd’ (tegenover primitief) en ‘wetenschappelijk’ (tegenover magisch). Een belangrijke component van de idee van vooruitgang behelst de menselijke en maatschappelijke vervolmaakbaarheid, en daarmee ook maakbaarheid. De samenleving werd ‘ontdekt’ en ‘maakbaar’ geacht door middel van beleid op het gebied van onderwijs, wetenschap, gezondheids-zorg, huisvesting, economie en arbeid.

Beschaafd versus primitief?

Op wereldschaal bracht de idee van vooruitgang de 19de-eeuwse antropologen ertoe culturele verschillen tussen samenlevingen in historische termen te interpreteren, in stadia van wildheid, barbarij en beschaving, waarbij de westerse samenleving het (voorlopig) hoogtepunt vormde. Andere samenlevingen en culturen – met name buiten Europa – werden begrepen als ‘hedendaagse voorouders’ die de moderne tijd in geleid moesten worden. De technologische en economische voorsprong van het Westen werd als een teken van culturele en morele superioriteit gezien die het Westen de opdracht gaf om de rest van de wereld te koloniseren als onderdeel van een ‘beschavingsmissie’.

Racistisch idee

20ste-eeuwse antropologen als Lévi-Strauss verwierpen dit culturele evolutionisme als racistisch en stelden een relativistische idee van culturele diversiteit op basis van fundamentele menselijke eenheid en gelijkwaardigheid daarvoor in de plaats. Impliciet blijft deze door Unesco omarmde idee echter gebaseerd op een radicaal onderscheid tussen ‘wij’ (modern en a-cultureel) en ‘zij’ (traditioneel en cultureel).

Na WO II vormt dit onderscheid nog steeds de grondslag voor een postkoloniale beschavingsmissie door de vooruitgangsgedachte te koppelen aan het woord ‘ontwikkeling’. Deze vooruitgang werd voorgesteld als onontkombaar, noodzakelijk en een zegen op wereldschaal.

De schaduwzijden van de modernisering

Sinds de Romantiek is de vooruitgangsgedachte niet altijd onomstreden. Ook vroege sociologen als Max Weber zagen al schaduwzijden aan de modernisering. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd Marcuses begrip ‘vervreemding’ gemeengoed bij een ‘kritiese’ generatie. De waarschuwing van de Club van Rome in 1968 voor de ecologische grenzen van de economische groei leidde tot een tweetal antwoorden: de idee van matiging door een economische en ecologische herinrichting van de samenleving, en de vlucht naar voren via de technologische vooruitgang.

Hoewel de laatste idee nog steeds de meeste aantrekkingskracht lijkt te hebben, zoals de omarming van de Millenniumdoelen duidelijk maakt, wordt vooruitgang door velen ook met ambivalentie en scepsis bekeken, gevoed door voortschrijdend inzicht over de schaduwzijden van vooruitgangsdimensies als rationalisering en bureaucratisering. Het resultaat van vooruitgang wordt in romans, films en kunst als utopie of als dystopie verbeeld, en zolang vooruitgang zelf geen eindpunt kent, zal het debat eromheen nooit verstommen.

Oscar Salemink is hoogleraar Sociale en culturele antropologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Dit artikel is een publicatie van Volkskrant.
© Volkskrant, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 07 augustus 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.