
In het Egyptisch Museum in Berlijn bevindt zich een prachtige stèle, een kalkstenen wandfragment waarop farao Achnaton en zijn vrouw Nefertiti samen met drie jonge kinderen staan afgebeeld. Vader Achnaton geeft Merit-Aten een kus op de neus. De twee andere dochters zijn op Nefertiti’s schoot gekropen en spelen met haar sieraden.
De wandsteen schraagt de stelling dat de liefdevolle band tussen kinderen en hun beide ouders, vader en moeder, minstens drieduizend jaar geleden al bestond. Gehechtheid is geen moderne westerse uitvinding. Gehechtheid aan (groot-)ouders is in alle onderzochte culturen aangetroffen – niet alleen in Noord-Amerika en Europa, maar bijvoorbeeld ook in Israël, Japan, China, Chili, Mali, Zambia en Nieuw-Guinea.
Alle kinderen zoeken bescherming als ze bang zijn

Kinderen hechten zich in de meest uiteenlopende opvoedingsarrangementen aan vertrouwde personen, doorgaans de ouders. Ze zoeken vooral in tijden van angst, spanning of verdriet de nabijheid van een beschermende gehechtheidspersoon. De band met de ouders helpt ze hun soms overweldigende emoties te reguleren en de omgeving vol zelfvertrouwen te verkennen. Kinderen die zonder vaste opvoeder opgroeien in internaten, zijn voortdurend gespannen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit hun afwijkende productie van het stresshormoon cortisol.
De oorsprong van de wetenschappelijke studie van gehechtheid ligt bij Charles Darwin, die als eerste gedragswetenschapper glimlachen, huilen, en andere prille uitingen van gehechtheid bij zijn eigen kinderen registreerde. Er is een mooie foto van een gereserveerd ogende Darwin met een peuter tegen zich aangedrukt – zijn zoon William. In de eerste helft van de vorige eeuw schreven uiteenlopende wetenschappers als Freud en Watson de band van jonge kinderen met hun moeder toe aan (borst-)voeding. Moedermelk zou het kind motiveren in de buurt van de voedingsbron te blijven. Een voorbeeld van leren door conditioneren.
Aan de primatoloog Harry Harlow komt de eer toe te hebben aangetoond dat moederliefde niet door de maag gaat. Jonge resusaapjes klampen zich bij stress vast aan een kunstmoeder met zacht vel en niet aan een moederfiguur gemaakt van ijzerdraad, ook al heeft die ijzeren kunstmoeder altijd voor de voeding gezorgd. Harlow veronderstelde dat liefde in het algemeen en gehechtheid in het bijzonder met aaibaarheid te maken hadden.
Weg met de kostschool
De Britse kinderpsychiater John Bowlby was de eerste die het belang van Harlows dierexperimenten voor gehechtheid bij mensenkinderen onderkende. Wellicht was Bowlby zich juist door zijn traditioneel Engelse opvoeding met nannies en boarding schools al vroeg bewust van het belang van gehechtheid. Als 11-jarige stuurde hij brieven vol heimwee naar huis.
Bowlby veronderstelde dat baby’s zijn toegerust met gedrag (zoals huilen) dat gericht is op nabijheid krijgen tot beschermende soortgenoten. Gehechtheid zou aangeboren zijn, overleving en voortplanting garanderen, en diep verankerd zijn in de evolutie van de menselijke soort.
Niet per se de moeder
En inderdaad: geen mens lijkt te ontsnappen aan de drang tot gehechtheid, zelfs niet in geval van ernstig verstoorde sociale vaardigheden, zoals bij kinderen met autisme. Omdat gehechtheid niet door de maag gaat, is er geen sprake van een unieke band met de biologische moeder. Ook andere (beroeps)opvoeders kunnen de rol van gehechtheidspersoon spelen — als ze maar vaak genoeg en voldoende intensief omgaan met het kind. Daarom is de pedagogische kwaliteit van kinderopvang zo belangrijk. Gehechtheid is een mooi voorbeeld van een aangeboren eigenschap die tegelijk bijna volledig door de omgeving wordt bepaald.
Zijn de kinderjaren van cruciaal belang voor de volwassenheid? Extreem insensitieve opvoeding, bijvoorbeeld mishandeling of verwaarlozing op jonge leeftijd, laat diepe sporen na. Dergelijke vroege ervaringen raken gekerfd in de genen, waarvan de expressie blijvend wordt beïnvloed. Daardoor kan onveilige gehechtheid het kind tot in de volwassenheid achtervolgen, en zelfs op de volgende generatie haar stempel drukken.
Rien van IJzerdoorn is hoogleraar gezinspedagogiek aan de Universiteit Leiden.
Zie ook:
- Over Bowlby, de grondlegger van de hechtingstheorie (Kennislinkartikel van Pedagogiek in Praktijk)
- Hechten hoeft niet per se aan de moeder (Kennislinkartikel)
- Stabiele en betrokken opvoeders zijn geen luxe maar een noodzaak (Kennislinkartikel)
- Goede hechting kan beschermen tegen psychische problemen (Kennislinkartikel)