Je leest:

Gammacanon (22): Trauma

Gammacanon (22): Trauma

Auteur: | 29 mei 2010

Na een traumatische gebeurtenis krijgt 10 procent van de mensen last van een langdurige stress-stoornis.

Vandaag is het een gewone dag. Twee mensen in ons land zeggen vanochtend tegen hun naasten ‘tot vanavond’, maar komen niet meer thuis. Ze verongelukken in het verkeer. ‘Vandaag’ wordt voor degenen die achterblijven een zeer traumatische dag, waarvan de nasleep nog vele maanden, jaren zal duren.

Trauma (letterlijk: ‘wond’) is een oud Grieks woord, dat pas tamelijk recent in het algemene spraakgebruik is opgenomen. In de jaren zestig en zeventig kreeg de Amerikaanse gezondheidszorg te maken met tienduizenden Vietnamveteranen met forse psychische problemen. Dit leidde in 1980 tot het invoeren van een nieuwe psychische stoornis: de posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Nieuw was de gedachte dat het kale feit van het meemaken van dergelijke trauma’s kan leiden tot een psychische stoornis. Tot die tijd was de opvatting dat zoiets alleen kon gebeuren als er al een voedingsbodem binnen de persoon aanwezig was.

Verreweg de meeste mensen redden het op eigen kracht…

Rampen zijn van alle tijden (hier: de watersnoodramp van 1953). En de meeste mensen herstellen daar vanzelf weer van. Maar sommigen lukt dat niet.
Nationaal Archief, publieke domein

Het is van alle tijden dat mensen ingrijpende gebeurtenissen meemaken. Verreweg de meeste mensen komen hier op eigen kracht overheen, al vertonen ze doorgaans wel de kenmerkende posttraumatische stressreacties: herhaalde en ongewilde herbelevingen in de vorm van angstdromen en nachtmerries. Ook kunnen overdag flashbacks optreden, waarbij het lijkt alsof men weer helemaal ‘in’ de angstwekkende gebeurtenis is. Daarnaast is men vaak ‘hyper-alert’: het organisme wapent zich als het ware tegen een volgende ellendige gebeurtenis. Verder ontstaat de neiging tot het vermijden van de plek van de traumatische gebeurtenis. Typerend is verder de voortdurende afwisseling tussen deze herbelevings- en vermijdingsreacties. Dit zijn normale reacties: na enkele weken of maanden verdwijnen ze doorgaans. Maar in een aantal gevallen, naar schatting zo’n 10 procent, ontstaat een posttraumatische stress-stoornis.

Iedereen weet dat er elke dag mensen verongelukken in het verkeer. Hoe kan het dan dat het toch een enorme schok is als het ons of onze dierbaren overkomt? Dat komt doordat we weliswaar weten dat het kan gebeuren, maar dat het toch vooral de anderen treft. We leven in een wereld van ‘persoonlijke onkwetsbaarheid’. Maar traumatische gebeurtenissen zijn niet altijd te voorkomen. En als zo’n gebeurtenis is opgetreden, is het eerder normaal dan afwijkend dat de bovengenoemde reacties gedurende enige tijd optreden.

Voorkomen dat een trauma chronisch wordt

Het is wel zaak te voorkomen dat de gevolgen chronisch worden. Daartoe zijn er de afgelopen jaren allerlei professionele opvangprogramma’s ontwikkeld, bijvoorbeeld voor mensen met een hoog risico op het meemaken van traumatische incidenten, zoals politieagenten en brandweerlieden.

Lang dachten we dat we een trauma konden voorkomen door bijvoorbeeld brandweerlieden na een incident meteen onder druk te zetten om te vertellen. Nu weten we dat dit averechts werkt.

Gebleken is dat nogal wat van die preventieve programma’s niet werken en soms zelfs nadelig uitpakken. Vrijwel zeker heeft dat ermee te maken dat de opvang meer het karakter heeft van hertraumatisering: kort na de traumatische gebeurtenis wordt de getroffene met een zekere onverbiddelijkheid ertoe gestimuleerd om de schokkende beelden te verwoorden. Het is niet voor niets dat de menselijke psyche gewoonlijk maar geleidelijk aan de traumatische beelden toelaat.

In het voetspoor van de posttraumatische stress-stoornis kunnen andere problemen optreden: om de huizenhoge emoties te beteugelen (met name de angsten) zoekt men naar middelen om die emoties te dempen en men kan die vinden in alcohol, drugs en angst wegnemende medicatie

Paradoxale behandeling?

Het lijkt paradoxaal, maar de beste behandeling van PTSS is het gecontroleerd blootstellen van de persoon aan de angstwekkende beelden en de herinneringen aan het trauma. Eerstekeus-behandelingen zijn op het trauma gerichte cognitieve gedragstherapie en EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing). Het trauma staat na een geslaagde behandeling niet meer bij voortduring op de voorgrond, maar staat ook niet apart van het verdere leven van de cliënt. Het trauma is deel van het levensverhaal geworden, het is geen angstaanjagende tegenwoordige of toekomstige tijd meer.

Jan van den Bout is hoogleraar klinische psychologie aan de Universiteit Utrecht.

Meer lezen?

Controle over je trauma

Ineke Wessel

Waargebeurde nachtmerries

Jocelyn Berdowski en Bas Schreuder

Veerkrachtige veteranen

Antje Houmes
Dit artikel is een publicatie van Volkskrant.
© Volkskrant, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 mei 2010
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.