Voor het eerst is een steen met fossielfragmenten ontdekt waaruit een voedselketen kan worden gereconstrueerd. Deze omvat drie stappen met vertebraten: het gaat om de haai Triodus sessili die een amfibie at, die zelf een vis ( Acanthodus browni) had gegeten.
Zoetwater
Het ‘eten en gegeten worden’ speelde zich zo’n 290 miljoen jaar geleden (Laat-Trias) af in een zoetwatermeer in het Saar-Nahe Bekken (zuidwest Duitsland). Het meer was een restant van een vroegere zeearm, die al miljoenen jaren eerder was afgesloten van de zee. De fauna had zich aan die veranderde omstandigheden aangepast.
De haai Triodus sessili at een amfibie, die op zijn beurt de vis Acanthodes browni had gegeten. Bron: Museum für Naturkunde Berlin
Bewaring
De kans dat de maaginhoud van een gewerveld dier bewaard blijft is gering. Dit komt omdat de agressieve maagzuren het voedsel zo snel verteren dat er niets meer van over is kort nadat het dier overlijdt. De kans dat het voedsel nog herkenbaar bewaard is gebleven in de maag van een dier dat zelf weer door een roofdier (gefossiliseerd) is verorberd, is daarom extreem klein. De haai zou dan ook niet op normale wijze zijn gestorven. Hij zou, zeer kort nadat hij het amfibie had verslonden, bedekt zijn geraakt door een aardverschuiving onder water.
Voedselketen
De haai was, evenals zijn voorvaderen uit het Perm, klein van stuk: ca. 50 cm. Deze haaien lagen in hinderlaag op hun prooi te wachten, waarna ze hun prooi van achteren benaderden en in z’n geheel inslikten. Het amfibie is namelijk gevonden met de staart het diepst in het darmkanaal van de haai. De gevonden visrestanten liggen binnen de huidplaten van het amfibie. Daarom kan de vis niet een eerdere prooi van de haai zijn geweest.
Bovendien liggen de visrestanten precies waar het – niet-gefossiliseerde – spijsverteringsorgaan van het amfibie moet hebben gelegen. De vis is al gedeeltelijk verteerd gezien de positie van de graten, die iets uit elkaar gevallen zijn.
Het gesteentefragment met de fossiele resten waaruit de voedselketen werd gereconstrueerd. Bron: Museum für Naturkunde Berlin
Haai
Paleontologisch is de fossiele haai interessant omdat er momenteel geen zoetwaterhaaien meer voorkomen. Er zijn wel enkele nauwe verwanten, die het grootste deel van hun leven in zoetwater doorbrengen. Overigens kunnen ook moderne haaien enige tijd in zoet water leven. Ze zwemmen soms tijdelijk een eind de rivier op. Van de huidige haaien is niet bekend of ze amfibieën eten. Zelfs niet in de tropen waar veel grote amfibieën leve in de meren en rivieren, die deze haaien soms opzwemmen.
Amfibie
Het amfibie dat de vis at en vervolgens zelf weer door de haai werd verslonden, lijkt op een krokodil die toen nog niet bestond. Het amfibie behoort tot de ‘temnospondyle amfibieën’, een groep met korte poten, lange snuit, grote tanden en een lange staart. Samen met de haaien behoorden deze amfibieën destijds tot de grote roofdieren, die aan de top van de voedselketen stonden.
Referentie: Kriwet, J., Witzmann, F., Klug, S. & Heidtke, U.H.J., 2008. First direct evidence of a vertebrate three-level trophic chan in the fosil record. Proceedings of the Royal Society B 275, doi 10.1098/rspb.2007.1170.
Zie ook:
- Amfibieën sterven uit (Kennislinkartikel)
- Mosasauriërs waren prooi van haaien (Kennislinkartikel van NGV Geonieuws)
- Evolutie van vin naar voet (Kennislinkartikel van Natuur en Techniek)
- Haaien kunnen magnetisch veld waarnemen (Kennislinkartikel)
- Zeerovers met oogverwarming (Kennislinkartikel)
- Langste, onderzeese aardverschuiving
Lees ook meer nieuws op de website van NGV Geoniews