Overal in Midden- en Oost-Europa kwamen communistische partijen binnen enkele jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog aan de macht. In de communistische archieven in Berlijn en Boekarest onderzocht Liesbeth van de Grift hoe de Duitse en Roemeense communisten erin slaagden binnen zeer korte tijd controle te krijgen over het leger, de politie en de geheime dienst. In haar proefschrift laat zij zien dat de Roemeense communisten veel pragmatischer te werk gingen dan doorgaans wordt aangenomen: zij integreerden ook oud personeel en voormalige fascisten in het nieuwe regime.
Radicale zuiveringen in Duitsland
Opvallend is hoe groot de verschillen tussen de Sovjetzone in Duitsland en Roemenië zijn. Op een haast bezeten wijze zuiverden de Duitse communisten het genazificeerde veiligheidsapparaat van oude werknemers en voormalige nationaalsocialisten. Alleen op zeer urgente momenten weken zij van hun radicale beleid af en maakten zij gebruik van ‘onwenselijke elementen’.
- Lees hier meer over de Oost-Duitse omgang met hun oude fascistische tegenstanders (Kennislinkartikel van Van der Grift).

Pragmatische aanpak in Roemenië
De Roemeense communisten betoonden zich betere pragmatici. Van een radicale personele breuk zoals in Oost-Duitsland was hier geen sprake. Het verleden van (oud-)werknemers werd al snel minder belangrijk dan de houding die zij ten opzichte van het nieuwe regime aannamen. Wie op tijd lid was geworden van de communistische partij, verkleinde daarmee de kans op ontslag aanzienlijk. Dit gold zelfs voor ex-leden van de fascistische IJzeren Garde.
Liesbeth van der Grifts proefschrift heet ‘From Fascism to Communism: The Reconstruction of the Security Apparatus in the Soviet Zone of Occupation and Romania, 1944-1948’. Zij promoveerde op 4 september aan de Universiteit Utrecht.