Je leest:

Evolutietheorie ná Darwin

Evolutietheorie ná Darwin

Auteur: | 29 oktober 2009

Na Darwin heeft het onderzoek naar evolutie zeker niet stil gestaan. Dankzij de ontdekking van genen en DNA kwamen we veel meer te weten over de manier waarop individuen eigenschappen aan elkaar doorgeven. Aan de hand daarvan achterhaalden wetenschappers ook een aantal punten waarin Darwin ongelijk had.

Genen, allelen en DNA

Darwin besefte al dat individuen eigenschappen aan elkaar konden doorgeven, maar wist nog niet op welke manier dit gebeurt. In 1865 publiceerde de monnik Gregor Mendel zijn beroemde erfelijkheidswerk. Mendel had in zijn onderzoek gekeken naar de overerving van verschillende eigenschappen bij de erwt. Zijn conclusie…? Eigenschappen van de erwt komen voort uit factoren die alternatieve vormen kunnen hebben. Elke plant heeft twee van zulke factoren, één van elke ouderplant.

Oeps: Onbekende tag `animatie’ met attributen {"id"=>"33061", “breedte”=>"590", “hoogte”=>"350", “titel”=>"Mendeliaanse overerving", “credits”=>"bioon.com"}

Na de ontdekking van de chemische structuur van DNA in 1953, kregen de factoren en alternatieve vormen van Mendel een nieuwe naam. Factoren kennen we tegenwoordig als genen en de alternatieve vormen van factoren noemen we inmiddels allelen. ↑ terug naar boven ↑

Zelfzuchtige genen

Genen zijn geen statische dragers van eigenschappen, maar zijn voortdurend met elkaar in concurrentie. Alleen een succesvol gen wordt doorgegeven aan de volgende generatie en gaat daar deel uitmaken van een individu. Dat beschrijft de Britse bioloog Richard Dawkins in zijn boek Onze zelfzuchtige genen uit 1976. Voor deze publicatie namen wetenschappers aan dat evolutie zich richt op het voortbestaan van een soort. Dawkins’ conclusie luidt echter anders: genen gaan voor eigen succes ook al is dat ten nadele van de soort als geheel.

↑ terug naar boven ↑

Epigenetica

In de afgelopen jaren heeft de epigenetica een vlucht genomen. De epigenetica onderzoekt erfelijke veranderingen in de genen die niet worden veroorzaakt door mutaties of andere aanpassingen aan de DNA-structuur. DNA heeft in de kern of het cytoplasma van een cel de mogelijkheid om genen aan of uit te zetten. Zo’n profiel met het aan-/uitpatroon van genen kan aan de volgende generatie worden doorgegeven. Een goed voorbeeld van epigenetica is de deling van stamcellen tijdens de ontwikkeling van een embryo. Zulke stamcellen kunnen een heleboel verschillende cellen maken waaronder hersencellen, spieren, bloedvaten enzovoorts. Dit is alleen mogelijk door voor elk celtype een andere combinatie van genen te activeren of te onderdrukken.

↑ terug naar boven ↑

Dit artikel is een publicatie van Bètafactor i.s.m. Kennislink.
© Bètafactor i.s.m. Kennislink, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 29 oktober 2009
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.