Je leest:

Evolutie of Intelligent Design

Evolutie of Intelligent Design

Auteur: | 5 februari 2006

Cees Dekker ligt onder vuur. Neerlands fysicus nummer één wordt beticht van alles wat los en vast zit. Dekker probeert een debat aan te zwengelen, een debat dat tot nu toe niet gevoerd werd binnen Nederland.

De westerse natuurwetenschap bestudeert wetmatigheden. Een bepaalde oorzaak heeft een bepaald gevolg. De wetenschapper meet en beschrijft krachten, bewegingen, processen en objecten. Op basis van de waarnemingen stelt de wetenschapper modellen op van de werkelijkheid om zich heen. Die modellen bestaan uit de wiskundige formulering van de bestudeerde wetmatigheden.

Wanneer tijdens bestudering van de werkelijkheid een afwijking van de modellen wordt waargenomen, zal dit binnen de wetenschap leiden tot de conclusie dat het gekozen model onjuist, of tenminste incompleet is. Men gaat dan op zoek naar andere beschrijvingen van de werkelijkheid die de waargenomen afwijking wel kan vatten in een goed gedefinieerd oorzaak-gevolg-systeem.

Een God die ingrijpt op de aardse wetmatigheden past daarmee niet in de wijze waarop de mens wetenschap bedrijft. Als het ingrijpen van God zou leiden tot onbegrepen processen of objecten, kan de wetenschappelijke conclusie slechts zijn dat het waargenomene een vernieuwd of breder model van de werkelijkheid vereist. Als het ingrijpen van God zou leiden tot reeds begrepen processen of objecten, dan ziet de wetenschapper geen reden zijn modellen aan te passen. Wel kan het bij de gelovige leiden tot verwondering, verbazing en – afhankelijk van de aard van het aanschouwde – tot dankbaarheid of berusting.

Complexiteit en evolutie

Cees Dekker vraagt zich af hoe een simpel en weinig geleid proces als evolutie kan leiden tot structuren waarvan wij niet begrijpen hoe die in kleine sequentiële stapjes tot stand zijn gekomen. De door Cees Dekker aangehaalde complexe structuren leiden bij hem tot verwondering en verbazing. Die verwondering en verbazing is niet (alleen) een religieuze ervaring, maar leidt tot een legitieme wetenschappelijke vraag: hoe kan dat?

Zoals hierboven beargumenteerd kan die vraag wetenschappelijk gezien slechts op één manier beantwoord worden: het gekozen model is onjuist, of tenminste incompleet. Aangezien binnen de biologie geen alternatief beschikbaar is voor het vigerende model – en omdat het vigerende model veel waargenomen processen goed beschrijft – kiezen de biologen er vooralsnog voor te concluderen dat hun model incompleet is. Ieder model is trouwens incompleet; dat is inherent aan een model.

Een wetenschappelijke conclusie kan nooit zijn dat een ingrijpende God nodig is om de werkelijkheid te beschrijven. In de wijze waarop wetenschap wordt bedreven en met de tools die de (natuur)wetenschapper ter beschikking staan kan nooit God gevonden of aangetoond worden. Men kan slechts de bestaande modellen aanpassen of herzien. Er is geen ander keuze.

In 1977 organiseerde de Evangelische Omroep in het Jaarbeurs Congrescentrum in Utrecht het publieksdebat ‘Schepping of evolutie?’ dat vervolgens ook op televisie werd uitgezonden. In dat debat namen drie evolutionische wetenschappers op het gebied van astronomie, geologie en biologie het op tegen drie wetenschappers van de Amerikaanse Creation Research Society. De evolutionisten werden vertegenwoordigd door Carl Koppeschaar (sterrenkunde), Cees Laban (geologie) en Mels Sluijser (biologie). De creationisten waren Harold S. Slusher (sterrenkunde), Donald E. Chittick (geologie) en Duane T. Gish (biologie). Op de foto’s Koppeschaar in debat met zijn opponent Slusher.)

Verwondering en verbazing

De wijze waarop de westerse mens de werkelijkheid beschrijft is grotendeels areligieus. Deze beschrijving, die uniek in de wereldgeschiedenis is en nog relatief jong, heeft geleid tot verbazingwekkende technologische prestaties. Hierdoor neigt de westerse mens zijn beschrijving van de werkelijkheid te beschouwen als de enige objectieve werkelijkheid. Meer dan tachtig procent van de wereldbevolking heeft echter een – in meer of mindere mate – religieus wereldbeeld en ieder van die miljarden mensen beschouwt zijn eigen wereldbeeld als de waargenomen werkelijkheid.

Een christen, zoals Dekker, ervaart de leiding van God en wellicht Diens ingrijpen in zijn dagelijks leven. Hij verwondert zich over wat hij ziet en meemaakt, ook als die zaken passen binnen wetenschappelijke wetmatigheden. Objecten of processen die niet passen binnen wetmatigheden zijn voor een wetenschapper als Dekker natuurlijk bijzonder interessant – dat moet voor iedere wetenschapper gelden. Juist die leiden namelijk niet tot verwondering, maar tot verbazing en tot het stellen van de vraag: hoe kan dat?

Gezonde houding

De verwondering van Dekker over complexe structuren in de natuur leidt tot een legitieme wetenschappelijke vraag. Het zal hem stimuleren tot verder hoogstaand onderzoek in zijn vakgebied. Verwondering is een gezonde wetenschappelijke houding. Juist die verwondering heeft de wetenschap de afgelopen eeuwen de grote doorbraken gegeven: de synthese van de aardse en de hemelse mechanica door Newton, de ultieme samenvatting van elektriciteit en magnetisme in de speciale relativiteitstheorie, het golf-deeltje-dualisme in de quantummechanica. Het bedrijven van wetenschap zal er echter niet toe leiden dat het ingrijpen van God nodig is om waargenomen objecten of processen te beschrijven. Een dergelijke verwachting is een religieuze verwachting en ontkent de wijze waarop westerse wetenschap functioneert.

Voor- en tegenstanders van Intelligent Design zullen nooit tot elkaar komen: aangezien er voor een areligieuze wetenschap geen alternatief is voor evolutie, kunnen onbegrepen waarnemingen slechts leiden tot de conclusie dat de huidige theorie incompleet is. Totdat er een alternatieve areligieuze theorie geformuleerd kan worden die het ontstaan van soorten kan beschrijven, zal de evolutietheorie het gereedschap van biologen blijven. Een theorie waarin God voorkomt zal echter nooit deel van de wetenschap worden.

De belangrijkste boodschap van Dekker is echter deze: blijf verwonderen. Blijf vol verbazing de natuur bestuderen en kijk kritisch naar de bestaande modellen en theorieën. Het bedrijven van wetenschap is gebaat bij voortdurende verwondering en verbazing. Het enige debat dat gevoerd kan worden is of die verwondering en verbazing ook moet leiden tot dankbaarheid en tot het introduceren van God in de werkelijkheid. Dat laatste is echter een religieuze discussie.

Bezoek de website van het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde

Dit artikel is een publicatie van Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde.
© Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde, alle rechten voorbehouden
Dit artikel publiceerde NEMO Kennislink op 05 februari 2006
NEMO Kennislink nieuwsbrief
Ontvang elke week onze nieuwsbrief met het laatste nieuws uit de wetenschap.