De Nederlandse grafisch kunstenaar Maurits Cornelis Escher (1898-1972) is voor altijd aan de hemel geplaatst. Een naar schatting vijf kilometer grote planetoïde, die tussen de banen van Mars en Jupiter om de zon draait, heet voortaan (4444) Escher. De kleine planeet draait eens in de 3,54 jaar om de zon. Hij houdt zich op tussen de banen van de planeten Mars en Jupiter.
De voordracht voor de vernoeming van Escher werd gedaan door de Belgische wiskundige Jean Meeus, die ook in Nederland onder (amateur)astronomen grote bekendheid geniet als auteur van de jaarlijks verschijnende Hemelkalender en de Sterrengids. De voordracht werd bekrachtigd door de Internationale Astronomische Unie.
De baan van planetoïde (4444) Escher
Maurits Escher
Escher was een Nederlandse kunstenaar die wereldberoemd is geworden door houtgravures en lithografieën die op wiskundige principes berusten. Vaak gaat het daarbij om onmogelijke figuren, studies van oneindigheid, en in elkaar passende geometrische patronen die geleidelijk in volstrekt verschillende vormen veranderen.
Bekende voorbeelden van Eschers werk zijn Tekenen, waarin twee handen elkaar tekenen, Lucht en water I en Lucht en water II, waarin een samenspel van licht en schaduw ervoor zorgen dat vissen in het water overgaan in vogels in de lucht, Dag en nacht, waarin zwarte vogels voor een daglandschap overgaan in witte vogels die ’s nachts vliegen, en Klimmen en dalen, waarin rijen mensen in een oneindige lus trappen op- en aflopen, op een constructie die onmogelijk gebouwd kan worden en die alleen getekend kan worden door gebruik te maken van gezichtsbedrog en perspectief. De kunstwerken zijn te zien op de officiële M.C. Escher-website, zie onderstaande link.
- M.C. Escher de officiële website (voor afbeeldingen: klik links op galerij)
- M.C. Escher (Kennislink/Pythagoras)
- Het onmogelijke tralieraam (Kennislink/Pythagoras)
Prentententoonstelling
Heel bekend is ook Eschers litho Prentententoonstelling. Op deze ingenieuze prent staat een jongeman in een galerij naar een prent te kijken waarop die galerij zelf afgebeeld staat. Het midden van de prent liet Escher echter open. Escher, die alleen middelbare school had, was niet bij machte de wiskundige structuur af te maken.
Het gat in de prent uit 1956 heeft veel mensen geïntrigeerd, onder wie Douglas Hofstadter in zijn boek Gödel, Escher, Bach. Maar het werd tot dusver niet op een overtuigende manier ingevuld. In 2000 werd de Leidse getaltheoreticus en Spinozaprijs-winnaar prof.dr. Hendrik Lenstra door dit mysterieuze gat gegrepen. Hij wist het wiskundige probleem in een paar dagen op te lossen. Hiermee lag de weg open om de prent daadwerkelijk op te vullen.
Tussen colleges en lopend onderzoek door is met programmeerwerk en bijdragen van grafici Eschers litho uitgebreid en zijn computeranimaties gemaakt. Na twee jaar teken- en programmeerwerk door de Leidse getaltheoreticus dr. Bart de Smit en wiskunde- en informaticastudent Joost Batenburg kon Eschers prent eindelijk worden gecompleteerd.
Eschers door Leidse wiskundigen ingevulde Prentententoonstelling. Klik op de afbeelding voor een detail van het ingevulde middenstuk.
De wiskundige structuur achter Eschers prent blijkt die van een ‘elliptische kromme’ te zijn. Deze krommen spelen een essentiële rol bij het vinden van priemfactoren van grote getallen, cryptografie en het bewijs van de Laatste Stelling van Fermat.
- Gat in Eschers prentententoonstelling gevuld (Kennislinkartikel)
- Escher and the Droste effect
- De elliptische kromme in je telefoon (Kennislinkartikel)
Inzoomend op het centrum van Eschers prentententoonstelling kunnen we zien hoe deze door de Leidse wiskundigen is ingevuld.
‘Nederlandse’ planetoïden
De vernoeming van een planetoïde is een zeldzame eer. Hoewel zo’n vijftienduizend van de 168.313 genummerde planetoïden (telling op 25 oktober 2007) tegenwoordig een naam dragen, gebeurt het niet vaak dat Nederlanders een dergelijk hemellichaam naar zich vernoemd krijgen.
Eerder in 2000 viel die eer te beurt aan Kennislinks hoofdredacteur Carl Koppeschaar, Nobelprijswinnaars Martin Veltman en Gerard ’t Hooft en Nederlands eerste astronaut Wubbo Ockels. Daarna volgden ook bekende auteurs als Hella Haasse en Harry Mulisch en dit jaar ook de Nederlandse arts en astronaut André Kuipers, sterrenkundige Chriet Titulaer en wijlen Henk Terlingen, uitvinder van de kunstnier Willem Kolff en sterrenkundejournalist Govert Schilling.
In totaal zijn nu bijna driehonderd van de vijftienduizend van een naam voorziene planetoïden vernoemd naar Nederlanders, Nederlandse steden, sterrenwachten, romanfiguren en andere Nederlandse zaken.