Het bewijs voor de Europese superrivier vonden de onderzoekers in een sedimentkern. Deze werd vanaf een Frans onderzoeksschip op twee kilometer diepte geboord op een continentale helling waar het Engelse Kanaal overgaat in de Golf van Biskaje. Deze kern bevat sedimentlagen uit de laatste ijstijd, een belangrijke geologische periode die duurde van 17.000 tot 23.500 jaar geleden. Het Europese continent werd toen bedekt door een enorme ijskap. De zeespiegel was toen veel lager dan nu en de Noordzee lag droog. Dat had grote invloed op de loop van alle grote West-Europese rivieren, zoals de Rijn en de Theems.
De ligging van de Europese superrivier; de rode stip geeft de positie van de onderzochte sedimentkern aan.
Landbacteriën
De onderzoekers analyseerden twee soorten organische stoffen uit de sedimentkern. Eén is afkomstig van op het land levende bodembacteriën, die door uitspoeling van de bodem via rivieren naar zee werden gevoerd. De andere is afkomstig van in zee levende oerbacteriën. De verhouding van deze stoffen is een maat voor aanvoer van materiaal vanaf het land.
Tussen 17.000 jaar en 19.500 jaar geleden blijkt er veel meer materiaal vanaf het land te zijn afgevoerd naar de plaats waar de sedimentkern zich oorspronkelijk bevond. Dat ontdekten de onderzoekers bij hun analyses op het NIOZ, een instituut van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Volgens hen wijst dat op de ligging van een Europese superrivier. In die periode warmde het klimaat namelijk weer op en begonnen de ijskappen te smelten. Dit resulteerde in de vorming van grote hoeveelheden smeltwater, bodemerosie en afvoer van organisch materiaal via de Kanaalrivier naar de Golf van Biskaje.
Doordat de zeespiegel op het hoogtepunt van de laatste ijstijd veel lager was dan nu, lag de positie van de sedimentkern toen heel dicht bij de riviermonding. Maar in de sedimentlagen jonger dan 17.000 jaar troffen de onderzoekers ineens nauwelijks meer organische stoffen van landbacteriën aan. Zij concluderen daaruit dat met het stijgen van het zeeniveau de riviermonding zich terugtrok door het Kanaal in de richting van de huidige Noordzee. Daardoor viel de rivierinvloed plotseling weg. Die transformatie van superrivier naar een zee zonder veel rivierinvloed heeft zich binnen een eeuw voltrokken. Volgens de onderzoekers is dat ongekend snel voor zulke geologische processen.